Als ik ziekte ken, ben ik tot op het bot ziek;
ziek dat de woorden me te kort schieten;
leuk dat ik hier toch de waarde aan hang om er poëzie over te schrijven.
Ik ken mijn ziekte al wel langer dan vandaag. Ziek zijn is verdragen
dat er iets puurs beleefd wordt; en terwijl dat zoiets zeer doet,
toon je medeleven met de manier waarop daarvan weggelopen wordt.
Pijn wil toch niemand permanent.
Mijzelf zag ik vandaag een dergelijk effect (zoals pijn) reorganiseren tot een hoopje belangrijk.
Pijn is ervaring waar je op het einde toch gewoon dezelfde versie van wordt, maar je hebt een keuze:
het voor eens en voor goed blijven vermijden, of trachten met je kop in de wind te gaan staan en geconfronteerd te worden met meer van dat goedje.
Ik ben ziek en ik noem mezelf zo nu en dan de patiënt die ik ben.
Slaaf van zijn eigen verlangen beter te worden.
Het is niets te vergeten dat ‘beter’ ook ooit de norm had kunnen blijven.
In je verleden schuilt namelijk altijd het warmere oord al.