De teer van het geweeste
stropt en beslaat
doet borrelen, innerlijk verdrinken
met herneemde halen slaag ik
dagen over het verteren
ruimte gevend
Ik wil ver gaan in vergaan
stuiterende verhalen de grond induwen
zijnzaad
met gesloten ogen
als deuren naar het overal
en alles
dat door mij heen ademt
en nooit alleen laat