Ik zie je ogen niet. Je oren vangen geen geluid. Je neus neemt geen geuren op. Je mond is zacht, je lippen in een glimlach. Je lichaam is koud.
Je fluistert woorden in mijn hoofd. Over de geuren van bloemen. Het getjilp van vogels in de takken van bomen. De dingen die je zag op de verre reizen die je maakte.
Ik was er niet bij toen je die dingen beleefde. Ik heb ze noch gezien of gehoord. Als ik echter probeer, mijn ogen sluit en goed luister, dan voel ik ze wel… misschien zelfs beter dan jij ooit.