Ik ben de zon
Blaak van warmte en licht
Doe tranen verdampen tot lucht
‘s Zomers verwarmen mijn stralen het strand
Tot hij zijn voeten verbrandt aan het zand
Ik ben de maan
Schijn diep in de duistere nacht
Met licht dat hem gidst, houd ik de wacht
Als de zee te woest is en de wind te rauw
Voelt hij aan mijn glans dat ik nog van hem hou