zonder kamer
er was er geen kamer, als onderweg was ik
met zonder zag ik, in stapzin gaf het me niet
met zonder vier muren, die plaats waar ik was
kamer niet een punt, zonder, verging me goed
geen extra zorg, die met zonder verkwikkend
niet te hoeven die vinden, erin vertoeven tot
kamer niet langer deel, uit denken, hield ik
was vredig het punt, ging om ik met zonder
naar stapzin vier muren, geen zorg met zonder
bleef ik onderweg tot waar de kamer lag, er
eerst verkwikkend niet hoeven mijn plaats
het was die kamer, nu even, ik met zonder