Daarnet op straat liep ik haar nog voorbij.
Misschien. Het kan ook dat het iemand was
die op haar leek, of dat ik haar niet herkende
of zij mij niet, of juist wel
en dat ze daarom niets tegen me zei.
Op een dag schilder ik mijn meesterwerk,
houw ik haar indommelende lichaam
uit een blok massief marmer
en verlaat dan de kamer
voor ze wakker wordt en nog half slapend
haar eigen beeltenis aanschouwt,
alleen met haar beeld.
Niet nu. Soms is wachten
het wachten waard.
Wachten voor ik mijn penselen
en beitels bovenhaal,
wachten tot deze verf droog is
en ik die weer kan overschilderen.