13/11: 'hij ontdooit' van Ariane Vergult
Jonas Bruyneel is auteur, theatermaker, muzikant en producer. Hij debuteerde in 2015 met de bekroonde verhalenbundel 'Voorbij het licht'. In 2019 volgde de historische roman 'Vijd'. In 2022 kwam zijn debuutbundel 'broedland'uit. Tussen 2017 en 2019 was Bruyneel stadsdichter van Kortrijk. Zijn laatste bundel 'Mulhacén' kreeg vier sterren in De Standaard en toert momenteel als theatervoorstelling door België en Nederland. Hij publiceert regelmatig in tijdschriften als Het Liegend Konijn en De Lage Landen en schrijft over beeldende kunst voor kunsttijdschrift OKV. Daarnaast maakt hij muziek onder de naam momoyo en speelt hij bij Philemon, Vincent Coomans en Foutloos. Jonas Bruyneel zetelt in de jury van de wedstrijd 'Gedichten om te koesteren'.
Jonas Bruyneel tipt deze week 'hij ontdooit' van Ariane Vergult.
"Snuisteren op Azertyfactor is een bevreemdende ervaring, aangezien je het met een naam of pseudoniem, titel en kort fragment moet doen. Kortom, de poëzie komt je tegemoet als een Airbnb of Tinderdate. Blijven je ogen hangen? Word je op slag verliefd? Zie je dit gedicht in je nabije of zelfs verre toekomst? Of is die eerste indruk toch niet voldoende prikkelend. Swipe naar links. En verdorie, wie weet heb je daar de poëtische liefde van je leven gemist.
Soms kan het ook eenvoudig zijn. Tussen als die beeldende, zinnelijke, meanderende of net krachtdadige titels valt mijn oog op 'Hij ontdooit'. Kurkdroog. Prozaïsch. Zo franjeloos dat ik warempel nieuwsgierig word en zonder meer klik. Wie ontdooit? Waarom ontdooit die hij? Ik krijg er meteen koud van. En, kijk eens aan, de zin dendert verder: hij ontdooit haar winterhanden. Twee personages, een beeld, een setting en een gevoel van intimiteit. Daar heb je me, schrijver. En zoals het hoort met een gedicht dat bij het eerste vers prikkelt, dendert het gedicht ongedwongen verder, zonder nodeloos tussen beelden te schipperen. Alles dicht bij de kern. Het ene beeld volgt uit het andere. Niets gezocht, niets poëtiserend. Een gedicht dat een natuurlijk verloop kent, alsof het zo moest zijn. Alsof het niet anders kon zijn. Sommige gedichten zijn niet geschreven maar bestaan. Ze zijn niet bedacht maar beleefd. En dat gevoel heb ik bij 'hij ontdooit'.
Niet dat ik Ariane Vergult ervan verdenk niet zoals elke schrijver gevloekt, gekauwd, geboetseerd, overdacht, geschreven, meer geschreven en geschrapt te hebben. Dat allerminst. Maar het is een kunst om mij dat warme gevoel te geven dat het niet zo is. Dat poëzie een moeiteloze evocatie is van een wereld waarin ik binnen wil stappen. Ik volg de twee personages, van het ontdooien tot het overwinteren, en ik ril van de kou, voel me op handen gedragen en krijg het bijwijlen zo warm dat het lijkt alsof me een thee met honing wordt geschonken. En dan moet ik nog beginnen met zoeken naar betekenis. Waar gaat dit gedicht echt om? Wat wil Ariane me vertellen. Ook dat is wat goede poëzie doet: me alvast in de greep nemen, nog voor ik de kans heb gekregen om woord na woord te analyseren. Ik hoef zelfs niet te analyseren, want ik heb het koud en warm en krijg een gevoel van verlies, van verlaten, van achterlaten. Dat zijn allemaal dingen die ik ken, die ik kan meevoelen. En als je dat al hebt, dat voelen, dan ben je bij poëzie al een eind weg."