Ariane Vergult

Gebruikersnaam Ariane Vergult

Teksten

Oma en kleinzoon in Baudeloparkje

Dialoog. Het Bankje. Oma( A) en kleinzoon( S) ontmoeten mekaar na lange tijd in het Baudeloparkje, Gents parkje waar kleinzoon vijftien jaar geleden vaak spelen kwam.         S Ik ben zo moe. A Probeer te slapen S De slaap wil me niet A Kan je geen kuiltje in mijn schoot graven zoals lang geleden, jongen? Vlij je hoofd in mijn holte Masseer ik je kruin? S Ik durf niet te slapen. A Waarom? S Omdat ik toch weer wakker word Weer wennen moet aan duisternis A Wat is wakker worden? S Verjaagd worden uit een diepe verlossing A Waarvan wil je verlost worden? S Van de nacht die dag wordt, van het verleden dat ook mijn toekomst is A De diepe slaap zal je kijk veranderen Ik heb een dromenvanger voor je Je knutselde die zelf ooit ineen als kleuter. S Heb je die bewaard? A Ik bewaarde alles en niet genoeg. S Worstel jij ook met de slaap, oma? A Ja, maar ik heb geen oma meer. Oma’s zijn breed, zacht, gewillig Oma’s zijn slaapverwekkende mensjes Ze kennen de vorm van al die hoofdjes Ze lezen moeiteloos zorgen weg S Alle oma’s? A Ja, ook de ebbes en nona’s S Jij bent toch blond A Je nichtje vroeg me toen ze vijf was: ‘Ben jij Turks?’ ‘Nee’ zei ik. ‘Dan ben je niets’ besloot ze ‘Ik ben een mens’ zei ik     A Jij bent zo’n knappe jongen, een man nu Drie continenten draag je in je Je bent van de wereld, kind S Jij bent van Gent A Ik ben ook een beetje van Laghouat, Emirdag en Istanbul S Hoe kan dat? A Ik droeg Düsseldorf, Lens, Baaigem toen ik een kind met een oma was Toen ik je moeder droeg leefde Algerije in me Toen je moeder jou droeg Groeide Turkije in me De Vlaamse klei is daarom zo rijk nu. S Dat is vreemd A Vrouwen dragen in hun schoot kinderen verzoening, vermenging, verstrengeling Oma’s zijn stamhoofden Hun beaderde handen strelen slapelozen Ze hebben al lang geleefd Hun toekomst is kleiner wijl het kleinkind net groter wordt. S Jouw gedachten geven me rust Op school ben ik niet wit In de Sleepstraat roepen ze ‘Arabier’ Aan de Brugse Poort zeggen ze ‘Turk’ Maar in jou zitten we allemaal ? A Zo is het. Ik ben trots omdat je zoveel bent. In je ebbe zitten ze ook allemaal. Kom, rust nu wat! Als baby sliep je ook op mijn schoot Je bent het kind van het millenium en het kind van drie werelden Je vervult een glansrol hier. Ik zou je tobben willen torsen.   S Het was zo lang geleden A Wat is lang? S ik hoorde je zo lang niet, oma A Ik ben blijven praten met jou Ik zocht je in Gentse straten S Heb je gehuild, oma? A Ja. Nu zijn mijn tranen zijn op S Wanneer zijn tranen op ? Ik huil zo vaak in bed A De jouwe zullen nooit op zijn, kind Na het huilen komt rust, slaap Slaap nu maar. Ik kijk zo graag naar de slapende man in je Naar de volle gloed van goedheid S Ik zou hier willen blijven liggen Hoor je de accordeon? Voel je de motregen? Ruik je de jasmijn? Vlakbij leerde ik saz spelen Weet je nog? A Ja, ik bracht je En erna draaide je aan de molen Je kon maar weg uit Baudelo als je eerst de schommel, de wip de molen in beweging kon achterlaten Je keerde telkens terug om beweging in de tuigen te krijgen Ik kreeg je niet weg Je was zes S ( glimlacht) Mijn zusje was net dood Ik kon niets achterlaten zonder beweging te zien A Ik wist het       Ariane   voor Sahin, Turks voor Arend, die op de lentedag van 2021 eenentwintig wordt      

Ariane Vergult
0 0