Lezen

Costa Fresca

  Prometheus met 2 promille, in zijn linkerhand pastis, zijn rechterpoot verbrand aan ijzerrood aan het strand kijk daar, op een vlotje wordt de as van een verkoolde zot het westen opgestuurd een uur misschien, veel langer zal het echt niet duren of het ding zal kapseizen en de malloot verrijzen naar het niets wat nam ik mee op deze reis, een valies met vals geloof in beterschap, een grap heb ik voorzichtig opgeplooid morgen, aan de kassa van het leugenpaleis, zal ik de cassière in de ogen kijken, licht gehurkt, ik wil de kleinste zijn verkoopt u hier ook reddingsvesten, barbecuehandschoenen groot genoeg voor hem die mensenleed blakeren wil ik heb dat niet en zoek het niet te ver, probeer de overkant niet te bereiken in te schele dromen de zon zij vindt de crème die wij verkopen lang niet straf genoeg, kom vanavond bij me langs help me eerst om eindelijk hetgeen al lang niet meer mocht zijn, voorzichtig op te ruimen meisjelieg, ik wist niet dat je hier in deze winkel werkte, werkelijk bestond, ik koop alvast wat muntjes voor dat fris gezoen meer kan je niet doen, mijn Ricky, ik ben zo blij  dat je gekomen bent, je liep zo wreed verloren, reisde door het dorre land tot je dan die branding zag en hoorde dat grillfestijn niet voor de aangespoelde vreemde was, wel voor de ijverige wezens die met vlees proberen te worden, later willen knagen op het bot intussen wachtte ik op jou, ik had reeds zotte lippenstift gekocht, vanavond schat, teken dan een hartje op mijn buik, duik diep in die toekomst, waar ik je graag vangen zal je vleugels zullen lichter zijn dan dons en soms wanneer mijn oog plots niets meer voelt kus me dan     uit de reeks 'Reizen met Ricky'

Bernd Vanderbilt
2 0

'zijn dochter' (fragment)

De honden lijken elkaar op te eten, alle konten lekken ze proper. En allemaal worden ze wild wanneer hij langskomt. Toch vraag niemand zich af waarom. Ze voelen hem, Jane voelt hem. Als hij zich over haar buigt en haar klein en veilig doet voelen. Maar het blaffen verstoort hun moment, net als je denkt dat je echt alleen bent. Haar hart klopt en doet heel de grond trillen, nog nooit heeft ze dit voor iemand gevoeld. Hoe kan haar admiratie groter zijn dan die voor haar vader? Voor hun is ze de koningin, beiden strijden zij om het eerste schot met de boog. Als het aan de honden lag was Rafaël al lang dood. Want zo blijkt kennen zij de werkelijkheid. Het is stil hoewel het huis weent. Het hout kraakt onder elke voetstap die ze samen van de trap naar de kamer maken. Het huis weent en de kamer weent. Ook buiten eten de honden elkaar op. Want binnen kussen ze elkaar en de lakens liggen open. Was dit niet juist wat de kraai wou voorkomen? Als leren jassen de grond met hun ritsen slaan en de zee vindt dat het voor haar tijd is om op te staan. Op datzelfde moment weent het bed en weent de vader op zee. Tranen verzamelen. Over heel het eiland komen de tranen de daken door, zwevend door de schoorsteen hangen ze boven elk huis. Druppel per druppel, als regen die de verkeerde kant keert. Want de wereld draait de foute richting op, en dat vindt ook de kraai. Boven de steden vormt zich een wolk en onder de wolk is een bevolking die goed kijkt. Ze zien allemaal de spelende piano, de houten spelende piano in het huis van Jane. Maar in de kamers van het huis houdt de muziek niemand wakker. Op dat moment sluit Jane de deur van het openstaande huis. En als de opgegeten honden goed luisteren horen ze allemaal de spelende piano, en de toetsen die door de druppels gespeeld worden. Want het verzamelde verdriet valt in bakken terug naar beneden. Ook doorheen de straten vloeien rivieren van zout water, die hoogdringent opweg zijn om zich te vermengen met de zee. Van de honden blijft er karkas over en ook de kraai heeft vele veren achter gelaten. Maar het is de vader waar men zich eerder zorgen om moet maken. Want zijn bootje kan de nieuwe hoeveelheid zout water maar moeilijk aan. Aangezien de zee nog maar net is opgestaan. Haar ogen doet ze dicht, en haar ogen doet ze weer open. En ze kijkt hem aan, het is Rafaël niet meer. Rafaël is het huis nooit binnen geweest, en toch zijn de deuren dicht. Een grote kleverige alg is rond haar lichaam gewikkeld doorprikt met de veren die de kraai verloren heeft. Het is een storm in haar hoofd. Het donker groen kronkelt van tussen haar borsten tot tussen haar tenen. Het is alg, Rafaël is hier nooit geweest. Jane doet haar ogen open, en doet ze weer dicht. Al het zand die ze in gigantische zakken naar het landhuis moet dragen wordt te zwaar. En het donker dat haar al die tijd op de hiel zat, steekt haar voor. Maar het dorp weent niet meer, en de straten zijn terug droog. Een stilte na een storm waarbij de alg de weerspiegeling is van zijn lichaamsvorm.

Tess12
13 1

In alle talen van de regenboog (5)

  Freundschaft Prometheus. Geef mij wat vuur en warmte. Stuur mij dan een zeenymf. Dat verzocht ik an Neptunus. Helaas en niets mocht van dit alles. Weinig waarvan ik lang droomde, is ooit mogen zijn. Schenk mij nog een Mort Subite. Zo sprak ik tot Alfred, kreeg het flesje met een glas. Ik daarna terug naar vroeger, wrede plaatsen, soms ook naar mijn moeder. Trek je t-shirt aan! Of je krijgt geen. Het zijn slakjes om volledig leeg te zuigen. Niet uit de zee. Noch de soort die zich boven water redden kan. Dat is zo. Moeders hebben regels. Moeders stellen regels. Ze zijn geregeld creatief in deftigheid. Heldhaftig ook. Ze redden emoe's uit zeer droevige moerassen. Roemloos blijven ze en temmen zwijnen in de man. Wie niet luistert, moet maar wippen met een kangoeroe, zich veilig voelen in die buidel. Intussen, moeder, lik ik mooi mijn bordje schoon, poets ik alle tanden van de kettingzaag. Ik stel me netjes voor aan nare geesten. Ik kom zelden weer naar huis, spreek zeer proper met vier woorden. de oen eet watermeloen groen gazon wil zon ook alle regen drinken weet vergeet dit niet het wicht in evenwicht is niet mijn moeder ik zie ook geen slakken nergens we can eat some seashells far away ginds in de Seychellen the clergyman will never  know, he really won't this words R very cloudy, and you traveller may I ask are you sent from heaven hell or Babylon do however never be afraid to swallow simple pleasure it will allow to breathe and far beneath the earth under its crust new happiness some love will kindly grow please be so nice and leave me now give my regards to her my very dear Mother     uit de reeks 'Residu'   inspired by 'La Coquille et le Clergyman', an French experimental movie, 1928 'Pa', a song by the Dutch band Doe Maar, 1983 'I Fucked a Kangooroo', a personal dream, 2025

Bernd Vanderbilt
0 0

Rondom ons

  Het is enkel nog wachten op de Grote Concentrische Versnelling.. Ignace verrast ons steeds, hij slaat soms met de waarheid, schenkt de wanhoop zijn berusting. Iemand heeft deze nacht de maan volgegoten met een witte schijn en romantische clichés. U bent gewaarschuwd. Doe niet mee aan dat gelul. U maakt zich compleet belachelijk, zult nooit kunnen toetreden tot Ons Gezelschap, ook al komt U hier elke dan aan frikandellen zuigen. Wij zullen niet lachen, niet omkijken, niet juichen en waag het niet om op dat ene vrije stoeltje te komen zitten. Dit is geen tafeltje voor ellendige gedachten die nooit uit hun doos geraken. Rot op als U slechts driedimensioneel bent, of misschien erger nog, een platvloerse tweedimensionele ploert die land, de aarde, zand noch klei kan overstijgen. Raymond Kinnemans uit dat Groene Woud mag het ook vergeten. We zullen hem niet uit zijn klei komen trekken. Zakt men weg, dan is het eigen schuld dikke bult. Intussen is hij daarmee bezig in zijn schulp. Ignace is de Schepper van de Andere Concentrische Ruimte. Onze drie dimensies bestaan immers binnen een andere vierdimensionele ruimte. Die vierde dimensie is een Concentrische Kracht. Wie het tegendeel niet bewijzen kan, moet dit als een mogelijkheid aanvaarden! Trouwens, om deze wereldse klotenboel te stoppen, is dit de Grote Uitweg en zij die geloven in de komst van redders, toen nu en nooit... wel, die zijn eraan voor de moeite! Wij van Ons Gezelschap walgen van dergelijke dogmatische prietpraat. Het is slechts stijfheid in te starre geesten en ach... Ignace beseft dat wel, die gedachte aan een Concentrische Circulaire Ruimte is slechts een natte droom voor wie meer dan genoeg heeft van deze mensheid met al zijn wreed- en kleingeestigheden. Toch, zegt Ignace, ik kan het voelen. Die andere vierdimensionele ruimte rond de ons stelsel begint te krimpen. De kern van ons Ding, dat molledomme mensen Aarde noemen, begint het te voelen in haar Grote Middellandse Scheur. Vulkanen die al eeuwen sliepen staan op springen. De concentrische druk neemt. De Napolitanen en Santorinezen zouden beter vluchten. Zij komt straks, de Grote Versnelling van de Concentrische Kracht en de boel spat eindelijk uiteen om dan te verdwijnen in het Oog van de Naald. Applaus aan ons tafeltje en we zeiden het eergisteren nog. Voor ellende, rottigheid en schijnvooruitgang is er een oplossing. Men moet slechts durven ervan te dromen. In de tussentijd aanschouwen wij dat mank gedoe en scheve heisa. Wij zuipen Mort Subite. Wij kruipen nooit. Dat is voor degenen die zich laten kwellen, nederslaan door angst en dwang, die Zieke Mensheid in zich draagt.     uit de reeks 'Ignace Somers'

Bernd Vanderbilt
0 0

De moderniteit

De moderniteit haalt ons in. Langs voor, achter en opzij. Langs overal. Onze oudste praat tegenwoordig tegen de tv als hij een programma zoekt. Hij drukt op een knopje van de afstandsbediening en dan zegt hij de naam van het programma. Pas op, je moet duidelijk spreken, of de gekste programma's komen tevoorschijn. Het lijkt dan een beetje op de situaties met grootvader, die op latere leeftijd geweldig slecht hoorde. "Het ligt niet aan mij, maar jullie spreken onduidelijk", zei hij. “Spreek toch niet zo binnensmonds.”  In de auto is het ook een gemak. Daar bel je handsfree. Je drukt op een knopje van het stuur en je zegt gewoon wie je wil bellen. Opgelet, de naam van wie je belt moet op die manier in je telefoon staat. Heb je iemand tussen je contacten staan met 'schatje', moet je ook 'schatje bellen' zeggen. Wat ik onlangs deed. Mijn vrouw, voor alle duidelijkheid. "Patje wordt gebeld", zei de mevrouw van de autotelefoon. Meteen ging er een telefoon over. Niet bij mijn vrouw dus, maar bij Patje. "Nee, niet Patje dedju. Stop stop!", riep ik nog naar de mevrouw van de autotelefoon, maar dat hielp voor geen meter. Je moet dan op de rode knop drukken. Patje had al opgenomen. "Hier sè, de Rudi, dat is begot lang geleden". Fantastische kerel, de Patrick, maar je geraakt er niet vanaf.   Toen ik thuiskwam vertelde mijn vrouw dat ze een paar keer had geprobeerd om mij te bellen, maar dat het constant bezet was. "Met wie was je aan het bellen?", vroeg ze. Ik had geen zin om het hele verhaal van Patje te vertellen en hoe ik hem aan de lijn had gekregen.  "Met de moderniteit", zei ik.

Rudi Lavreysen
23 1