Lezen

Klein meisje

Ik zwijg, want nuance weegt zwaar in een wereld vol extremen.  Ik gebruik mijn stilte als schild, niet omdat ik niets te zeggen heb, maar omdat schreeuwen niet luider klinkt dan stilte.  Ik plooi, tussen werken, denken en streven. Alleen opgevoed door kracht leer ik dat breken niet mag, maar plooien is overleven.  Ik verf, met cijfers en kleuren, logica en verwondering samen. Buiten de lijnen van de verwachtingen. Verder dan wat men verwacht van iemand die niet gelooft, en toch gelooft dat er iets meer is dan enkel dat wat wij kunnen bewijzen.  Ik slijp, niet om te snijden, maar om te weten hoe ver ik kan gaan. Mijn woorden, mijn overtuigingen die veil ik tot ze helder zijn, omdat nuance zelden welkom is. Ik slijp, maar snij nooit. Ik slik, omdat niet elke strijd een eerlijke wedstrijd is. Ik absorbeer blikken, vermoedens en oordelen, want mijn stem klinkt sowieso te fel.  Ik twijfel, vooral aan wie ik ben.  Want complexiteit is wantrouwen en zekerheid wordt zomaar aangeboden. Ik weiger te geloven dat eenvoud het antwoord is, dus moet maar worstelen.  Ik zwijg, plooi, verf, slijp, slik en twijfel.  Want diep vanbinnen, daar waar ik nooit durfde te slijpen, leeft nog iets echts, een klein meisje dat ik niet mag verliezen. Ze fluistert: 'Zwijg, maar vergeet niet.’ Dus ik zwijg, en ik slik, want ik adem liever andermans lucht, dan die van haar te ontnemen.  Ze kent de wolf, ze kent zijn honger, maar ze danst nog even zacht, koppig en onvermoeibaar. Want liever een vorm die niet past met ziel, dan één die past zonder dat kleine stukje dat mij nog echt maakt. 

Nootje
0 0

Waar geen bloem kan groeien

Ik weet, denk en vergeet,want voelen, onthouden en durvenzijn dingen die ik liever observeer. Ik denk genoeg,veel te genoeg,alles om de echo’s te dempendie anders mijn hart zouden raken.Denken maakt je sterk,maakt je scherp,bouwt muren zodat niemand zietdat de wolf toch al binnen zat.Niemand zal zijn verblijfsduur durven vragen,ik ook niet. Ik ben slechts de toeschouwervan hoe mijn brein door hem verder wordt geduwdin een lus zonder einde. Ik was oudvoor ik jong mocht zijn,en de wereld toonde mij eerder schaduwendan vormen.Sindsdien zie ik scherper dan de meeste blikken kunnen dragen,en soms zie ik meerdan ikzelf kan verdragen.Ze zien het oppervlak van de zee,niet de diepte waar ik al jaren zwemzonder adem te halen,niet hoe ik word meegesleurddoor stromen waarin ik verdrink als ik stop met zwemmen,dus ik zwem. Mijn brein is mijn pronkstuk,het enige dat onaangetast lijktdoor het virus genaamd kennis.Het gloeit, zo feldat de glans op het schermde ruis op de achtergrond verbergt.Men noemt het talent,maar het voelt eerder als een handdie zacht maar zekerop mijn nek rust,een hand gevormd uit verwachtingen, eisenen honger naar perfectie,die mijn stembanden zo stevig vastgrijptdat zelfs ik mijn stem niet meer hoor. Mijn hoofd is een nachtelijk landschapwaar de sterren te veel vragen stellen,waar geen bloem kan groeien,alleen gedachten die zich vermenigvuldigen als insecten.De maan schijnt er genadeloos op,de zon wacht al maandenop een kans om toch te schijnen. Gevoelens zijn water,en ik heb nooit goed leren zwemmen,rationaliteit zijn mijn zwembandjes.Dus blijf ik denken,om niet te verdrinken,al weet ik zelf maar al te goeddat het denken mij onder water duwt. Maar misschien weet ik wel te veel.Ik weet hoe het weten mij wurgt,hoe denken vreet aan mijn denken,hoe wijsheid mij eigenwijs maakt.En ik weet dat het fluistert,aantrekkelijk maar dwingend,tot mijn gedachten niet meer de mijne zijnen ik liever mijn ogen sluitvoor het beeld dat ik te zien ga krijgen. Misschien moet ik eens stoppenmet al dat denken.Wat denk je?Ben ik alweer te ver aan het denken?

Nootje
0 0

Rietje

Pajottegem is één van de nieuwe namen van recente fusies van gemeenten in Vlaanderen. Een van de deelgemeenten is Gooik, een boerengat waar ik nog nooit van gehoord heb tot ik er op aandringen van vriend Luca voor het eerst kom. Hij troont mij mee naar Gooikoorts, het internationale folkfestival.  Op de festivalweide kijk ik de ogen uit mijn kop en stel honderd vragen over de muziek en de groepen die er optreden. Luca verbleef in zijn jeugdjaren in Sardinië . ‘Ik heb een verrassing voor je in petto’, zegt hij. Ik ben razend benieuwd. Plots lopen we Luigi Lai en zijn neef Fabio Vargiolu tegen het lijf. Er volgt een hartelijke begroeting.‘Fabio was mijn beste jeugdkameraad op het eiland’, lacht Luca.Over mijn vriend Luca zegt Luigi: ‘è un ragazzo d’oro.’ Toon Hermans zou zeggen:  ze schijnen mekaar te kennen. Dat is inderdaad het geval. Nu wordt duidelijk waarom ik mee moest. Lucas beste kameraden zijn muzikanten die hier voor het eerst buiten Sardinië zullen optreden. ‘Welke instrumenten spelen jullie?’ vraag ik en val van de ene verbazing in de andere als Fabio mij toevertrouwt:‘We musiceren ieder afzonderlijk of in harmonie op drie rietfluiten tegelijk.’Rietfluitspeler, een beroep waar ik tot op vandaag nog nooit van gehoord heb en weer denk ik aan wijlen Toon Hermans en zijn lieve echtgenote Rietje. Het wordt een wonderlijk samenspel. Gelukkig heb ik mijn camera mee en maak opnames van het overdonderend succes van de fluitspelers. Later neemt Luca bij zijn volgend bezoek aan Sardinië de VHS-cassette met mijn opname mee. Bij zijn terugkeer krijg ik vanwege de muzikanten niet enkel een CD met hun ‘gefluit’ cadeau maar ook een flesje Mirto, de overheerlijke Sardijnse likeur. Er hangt een boodschap van Luigi aan het flesje: Dit drink je uit een bicchierino * zonder rietje.   * borrelglaasje  

Vic de Bourg
8 1

Ik wacht #novembervers2025

    Wachten is niet prettig vooral niet tussen al die anderen die hier ook weg willen. Niet weten hoe lang het nog zal duren maakt het lastig. Het is een beetje als liften langs een drukke baan en niet weten of iemand je zal meenemen. Sta je daar nog een uur of sta je er nog dagen. Zie je er niet goed genoeg uit of vertrouwen ze het niet?  In het begin is het nog spannend. Na verloop van tijd gaan je schouders er wat van hangen.  Ik wacht.  Trots blijven staan is het enige wat ik kan doen. Ik hoor,ik zie, ik zwijg en ik wacht. Die naast mij wachten ook. Ze kunnen wat meer, zijn eleganter of robuuster. Ik heb wel de tijd gehad om ze te bekijken. Naast hen zie ik er wat goedkoop uit. Wat niet wil zeggen dat ik geen goed werk lever. Er zijn er al veel voorbij gekomen. Als ze me meenemen zullen ze niet teleurgesteld zijn, ik ben betrouwbaar. Of ik onderhoudsvriendelijk ben en niet te veel verbruik hoor ik ze vragen. Ze willen ook nog mijn levensduur kennen en of er een garantie is. Twee jaar maar ? En als ze wat extra neertellen , vijf jaar! “Wat een onzin! “ Ik laat het over me heen gaan. Ik moet wel.   Weten ze dan niet dat ik ben getest en goedgekeurd voor het werk? Ik moet er geen inspanning voor doen. Het gaat vanzelf als ik gevoed wordt. Als de elektriciteit door mijn lijf gaat ben ik niet te houden. Ach ja, zonder elektriciteit zou ik een nutteloos ding zijn waar niemand naar zou omkijken.  Komaan neem me mee!Ik wil uit het rek! Ik wil de stroom door mijn lijf voelen gaan! Ik wil die mesjes voelen draaien door fruit of groenten, het maakt niet uit. Hakken kan ik goed. Ik beweer niet dat ik het beter kan dan hen. In snelheid kunnen ze me echter niet kloppen! Ik wacht in het rek tot iemand me er uit haalt. Waar wachten ze nog op om mij mee te nemen? De blender.    

Alma lavado
0 0