Lezen

Tommy… 🎭 of was het Tom?

Het spijt me… Jij bent niet ik maar een man ben ik, in hij en ik. Weg van jou mijn vriend, zielsverwanten proberen niet te praten, schreeuwen of bidden. Dus ik kan niet praten zoals jij Tom, mijn muze 'Vandaag' een miljoen mijlen… verderop in de straat van mijn huisdeur - van de ziekte van een huilende clown. Laat de waarheid daar niet zijn: hij is ver weg - een leugenaar in een rood jurkje, en zijn leugens… rusten nooit. Wees voorzichtig want ik moet vertellen, schaam je om met mij te rommelen. Maak je geen zorgen… ik heb mijn twijfels over dit alles, en zal het nooit vergeten. Word je overweldigd door dat? Vertel het mijn vriend, want ik zei net tegen mezelf; het doet er niet toe… dat gaat niet over mij. Rol en dicteer dus door de leeftijd heen, opnieuw… ik moet afscheid nemen van Hem, in een zonde, zoals wij allemaal hebben… een kans om van Hem te zijn. Vergeef me alsjeblieft. Je bent nooit zoveel van me gaan houden, vergeef ik. Lach naar me als een genie die wandelt, wees je vakmanlezer, enzovoort met de meester van dat verbazingwekkend trots. Vraag jezelf af waarom dit gezin niet welkom is in het schaamtehuis van je vriend? Waarom zou ik op de hoogte moeten zijn van een geheime relatie tussen een vrouw of een andere persoon in dat boerderijleven? We hebben een tuin op ons eigen land om het beter te maken dan het was. Sorry om over die van jou te horen. Laat de eigenaar weten dat dit… "onzin heeft werkelijkheid voor ons gemaakt" Oh… tegenwoordig weet je het wel, tenminste sommige mensen denken dat. Vlinders kijken me naar de dood, het is een deel van wat er eigenlijk gebeurt. In de linkerhoek tussen menselijkheid en een gele stenen web… niet zeker waarom, ook wel 'de in van een mentale kooi' genoemd - eigenlijk genaamd het Internet. We leren, en stoppen met bedelen om hulp… vandaag bad ik voor Moeder Aarde, en elk ander e-naamfiguur was er om te leren. Mijn vrienden, ik ben niet meer aards, en dat wist je voordat ik het zei. Welzijn heeft altijd bestaan, behalve het… ik wist nooit de toekomst van mijn zonen… richting maanlicht onder Christus, ogen Mozes: 'Ik ben als drie in een boom van bloemen ik ben 'op de schoot van een drie-tijdlijn bos. Ben ik me ervan bewust? Niets van dit alles is eerder gebeurd, en het is echt voor mij om te bezitten; Ik weet niet alles over het, maar het was teleurstellend zoals ik al zei: 'ik vergeet nooit'. Rhapsody noons op de dag van het eerste boek ook gemaakt van de manen verloren verborgen wereld - dat is de pagina (op een kaart) aan mijn zijde. Doe het goed en houd je reis vol. Tegenwoordig flopte het ergens vandaan… dus, misschien is het een ding van het verleden: het gaat niet alleen om kunnen krijgen; Morgen is Tommy zelfs meer dan zestien. Tranen lijken op schaamte? Is dit echt een verbluffend optreden? Wat als de gehersenspoelden me gek maken? Pure komedie, lachen was zelfs niet grappig voordat ik je ontmoette. Hartverwarmend de mooiste druppel in zeven maanden op de hemel, en sterren de lucht. Alles verliezen… waar we altijd op hebben gewacht… voor altijd, later in elke noot schreef ik nog steeds 'fijne vrijdagavond, maar ook fijne zondag, evenals voor alle prachtige herinneringen - De wereld moet schijnbaar eindeloze liefde hebben.. geëvolueerd naar jou en mij, en dus hoor de tweede hartslag bonzen, beide kanten raken, en nog meer jouw handen aanraken. Ik weet dat jullie allemaal de enige God binnenin hebben, en ik ben hier om de rol van mijn schouders te spelen, het was erg attent om te weten: accepteer alsjeblieft mijn aanbod… ik ben aan de rand, en ik zal de zee een tijdje niet verlaten… goed op weg met een kleine blauwe wolf, maar het is hier koud… en ik ben mijn kleren vergeten.

wardsheart
1 0

Frappé

Het is amper 9u ’s morgens en al 1000 graden in de schaduw. Ik ben gehuld in een enkellang, katoenen kleed met lange mouwen. Op mijn gezicht kleeft een dikke laag factor 50+. Geregeld duw ik mijn zonnebril iets hoger op mijn neus. Met mijn nieuwe hoed van 57 cm diameter en lint heb ik iets van een Aziatische vrouw.  Te voet haal ik het net tot de lokale koffiebar op het einde van de straat. De vaste klanten zijn op post. Ze zitten op het voetpad naast elkaar. Ze kijken mensen, lurken af en toe aan het rietje van hun koude koffie of drinken een slok water. Als steeds word ik vriendelijk begroet : “Kalimera, ti kanete? Goedendag, hoe gaat het met u?”. Ik antwoord wat van me wordt verwacht: “Kala, esis? Goed, en u?”. Ik schuif aan bij de bar voor mijn vaste bestelling: een deca frappé zonder suiker met een beetje amandelmelk. Soms vraag ik er een beetje cacaopoeder op. Dat mijn favoriete drankje erg 80’s is en cacaopoeder er eigenlijk niet op hoort, trek ik me al lang niet meer aan. Ik vraag ook nog “ena neraki, een halfliterflesje water” van een halve euro.  Ik plof neer in de rij op de stoep. De oude man naast me stelt zich voor als Konstantinos of afgekort Kostas. Hij maakt zich vrolijk in het voederen van de vogeltjes. Van een broodkorst pielt hij kruimeltjes die hij naast zijn voeten gooit. Mussen doen zich tegoed. Eentje waagt zich zelfs tot op zijn tafeltje. Dat het zijn kleine vriend is, zegt Kostas,  dat het vogeltje elke dag bij hem komt eten.  Ik doe mijn best om te zitten en te blijven zitten. Lang, heel lang. Met maar één drankje. Want dat mag in Griekenland.  

Melanie Huyghe
9 0

Toil cirrée

Het naderen van een discotheek bracht altijd een zekere spanning mee. Een bepaalde elektriciteit. We waren uitgelaten en hoe dichter we kwamen hoe meer uitgelaten mensen we tegenkwamen. Ze kwamen uit elke richting afgezakt naar “Nasty Mondays Barcelona”. Het was een drukte van jewelste en uit elke steeg en zijstraat was er een constante stroom van mensen, jong en minder jong. Allen gingen ze dezelfde richting uit, naar de hoogmis van “acid house”, het genre dat in enkele maanden het oude continent had veroverd. We voelde allemaal de extatische gewaarwording van vrijheid, de zorgeloosheid van de jeugd. De weg lag open en we konden nog steeds kiezen welke richting we uitgingen. Maar nu was de richting vooral naar de ingang van discotheek At The Villa voor “Nasty mondays”. Maanden hadden we uitgekeken naar dit moment. Van bij de eerste plannen om er samen op uit te trekken, aan de krakkemikkige keukentafel met geruite toil cirreé van Bienchaud.  Bienchaud had ons uitgenodigd bij hem thuis om onze reis te bespreken. We belden aan en zijn vader deed open. Logisch want als zestienjarige pubers woonden we allen nog thuis. Hij bekeek ons , geïrriteerd, zoals steeds. Volgens ons zorgde het signaal van de deurbel voor een pijnlijke grimas op zijn verweerde gezicht. Ghilain  lacht zelden, het leven weegt zwaar op zijn schouders. Ghilain wacht op verlossing. Bovendien leek hij steeds slechtgezind. In feite waren Geirnaert noch ik fan om bij Bienchaud op bezoek te gaan maar nood breekt wet. “Ach Ghilain , je ziet er stralend uit… wie immer” zei de steeds joviale Geirnaert , zijn kennis van het Duits tentoonspreidend.   “Hij is aan het eten “ gromde Ghislain. Normaal zou hij ons niet binnenlaten want hij liet zelden iemand binnen. Maar, zoals hij al zei, Bienchaud was aan het eten dus het moest maar. Hij en zijn ega Trees beschouwde hun huis als een heiligdom, een sacraal monument dat niet openstond voor barbaren zoals wij. We stapten de steriele en halfdonkere woonruimte binnen en kwamen in de voorplaats. Deze ruimte werd enkel op feestdagen voor publiek geopend. Hier stond de eettafel met acht stoelen en de craquelé soepterrine in het midden van de tafel. Achter de tafel stond het obligate dressoir versierd met een aantal vazen met bloemen, van plastic natuurlijk. Naast de vazen stonden 2 lege obussen te blinken. Blijkbaar moet dit versiersel ooit in de mode zijn geweest want in veel Vlaamse huiskamers prijken deze lege granaathulzen als een soort oorlogssouvenir. Er was ook een schouw met een marmeren blad. Daarop de foto’s van dierbaren en kiekjes uit de jeugdjaren van de ouders van Bienchaud. Allicht lagen in deze kamer eveneens de geheimen van het huis maar zulke vragen stelt men niet. Achter de voorkamer lag de eigenlijke leefruimte. In de hoek de zetel van de man des huizes en daarin de afdruk van de man zelf. Een bruine vlek was in het nepleer getrokken. Een overvolle cendrier stond op de armleuningen met daarin een nog nasmeulend stompje van een sigaret. Ghilain ging met een kreun in de zetel zitten en keek verder naar een of andere serie op zijn aftands televisietoestel. Ghilain was een kleine man, kettingrokend en weinig van zeg. Naast het gewicht van het leven torste hij vooral het gewicht van Trees, zijn immer kijvende echtgenote. Ghilain , de in zichzelf gekeerde , was getormenteerd . Hij had ooit grote plannen en nog grotere dromen maar tussen droom en daad staat de realiteit. Een ongewenste zwangerschap van Trees bracht een einde aan zijn reisplannen en sindsdien keerde hij zich tot sigaret en drank. De wekelijkse voetbalmatch van de lokale ploeg en de maandelijkse kaartavond werden zijn hoogtepunten. Hij schopte het zelfs tot secretaris van de ploeg , een taak waar hij zich uiterst voor inspande. Het jaarlijkse eetfestijn en nieuwjaarsdiner waren gelegenheden waar man en vrouw samen op aanwezig waren. Voorst zag je ze zelden als man en vrouw. Ghilain rookt, denkt en wacht . Hij merkte ons niet langer op … Bienchaud zat in de keuken en at. Er stond een pan voor hem , met vlees van beenhouwerij Sylva. Een vettige krulworst lag in een zee van gesmolten boter en reuzel. Bienchaud schrokte een andere worst naar binnen, samen met brood. Zijn kin glom van het vet. Zelden een man zo smakelijk een worst zien verorberen. Met een hoofdknik mochten we gaan zitten , aan de krakkemikkige tafel met geruite toil cirrée. Boven de tafel ging een ouderwetse vliegenvanger met daarop de restanten van de weerloze slachtoffers. Goor kwam in mij op. In dezelfde ruimte was Trees aan het afwassen. Ze keek ons zuur aan. No way dat ze zou toelaten dat haar oogappel met deze twee nozems naar het verre Spanje vertrok.  "Dag Trees" : zeiden we in koor. We wisten beiden dat onze vriendelijkheid weinig zoden aan de dijk zou brengen maar een beetje diplomatie kan geen kwaad. Ze knikte en haar mondhoeken krulden omhoog. "Iets drinken" vroeg ze, "Ik heb verse koffie gezet, met een stukje mattentaart" .  "Tiens" dacht ik "Een opening in haar pantser? " We gingen zitten aan tafel. Met de mond vol vettigheid begon Bienchaud aan zijn uitleg. “Ik dacht aan de zee, Blankenberge of Middelkerke … of nog beter Oostende. Veel dancings en danscafé’s in Oostende “: bracht hij smakkend aan. "En we besparen ons een lange en vervelende busrit." “Hoe dadde, we gingen toch naar Spanje”: zei ik, licht verontrust door de plotse koerswijziging van B. B keek argwanend achter onze schouders waar Trees ons als een Sfinks nauwlettend in het oog hield. We voelden haar ogen priemen in onze schouders. Voor haar zijn niet enkel indringers van haar heilig schrijn maar we brengen haar oogappel op het verkeerde pad. “Kweet het , kweet het maar als eerste vakantie zonder ouders is de zee toch ook goed. En volgend jaar gaan we dan naar Espagna. “ In het duister van de living knikte Ghislain eveneens goedkeurend. Zijn wil was wet en 3 pubers alleen in een Spaanse badplaats daar kwam alleen maar miserie van. Ditmaal echter stuitte hij op twee keikoppen. “Ach nee, we hebben Spanje afgesproken en afgesproken is afgesproken” : zei G met luide stem. Gealarmeerd door de felle reactie van G kwam de schikgodin dichter , klaar voor de aanval maar Bienchaud gaf ons gelijk. Hij wist dat hij anders uit de boot zou vallen. Wij waren niet van plan om af te wijken van het oorspronkelijke plan Zelfs Ghislain werd uit zijn lethargische staat gehaald. Hij besloot dat het te druk was in huis en trok naar “den logtink” voor de dagelijkse inspectie van knollen en peekes . Met een exemplaar van “Van boer tot tuinder” onder de arm slofte hij het over tuinpad naar zijn boomgaard , achter de moestuin. Onder de lommerrijke fruitbomen ging Ghilain op de houten bank zitten. Hij mijmerde wellicht over zijn verleden als arbeider bij den ijzeren weg. Hard labeur maar de kameraderie maakte veel goed… "Had ik ook maar een vakantie in Spanje meegemaakt" ; waarschijnlijk kwam deze gedachte  in hem op… Zonder zijn vette handen af te kuisen aan een handdoek wreef Bienchaud over zijn hoofd , een glimmende streep in zijn haren achterlatend. Hij capituleerde en zei ; “We gaan sebiet bij “De Trekvogel” onze reis vast te leggen.” En zo geschiedde … Trees keek ons meewarig na toen we gezwind het huis verlieten. En zie ons hier nu staan, temidden geile grieten en bronstige kerels. Hyacint en muskus.

Raymond de Grammont
15 0