CVDR

Gebruikersnaam CVDR

Teksten

Corona...

LOCKDOWN in het ziekenhuis, of wat CORONA COVID-19 teweegbrengt Zaterdagmorgen - 14 maart Nietsvermoedend worden we wakker in het ziekenhuis - met op de TV een extra bericht over het virus. De GSM staat niet stil - iederéén lijkt me wel op te bellen met de vraag of dit bepaald ziekenhuis ook geen bezoek meer toelaat. Mijn wereld staat even stil - ik weet het niet - de verpleging geeft aan het niet te weten - en als klap op de vuurpijl, weet ook de telefonische infodienst van dit ziekenhuis van niets... De website van Minister DE BLOCK is thans duidelijk: vanaf heden geen bezoek meer mogelijk... géén plaats voor een overgangsmaatregel, de strikte quarantaine gaat in vanaf NU, ONMIDDELLIJK!  Praktische beslommeringen nemen de plaats in van emotionele : eind van de week - sommige patiënten geven aan geen kleding meer te hebben om te dragen - en in eerste instantie lijkt er geen enkele mogelijkheid om deze nog tot bij hen te krijgen.... Het ziekenhuis gaat in uiterste LOCKDOWN, de eerste uren mag er niemand meer IN of UIT! SECURITY staat op post bij de ingangsdeuren, die onherroepelijk sluiten. En toen.... Toen werd alles stil.... In de grote hal van het ziekenhuis, brandt een enkele lamp. De infobalie en inschrijfruimte liggen er verlaten bij - het is bijna griezelig te noemen. De bedrijvigheid die er anders heerst, maakt plaats voor een bevreemdende leegte - alsof de mensen die er anders lopen, zitten, staan of hangen in rook zijn opgegaan. Het enige geluid dat je af en toe hoort, is een enkele pc die men vergeten is af te zetten - of de lift die toch nog een dringend vervoer regelt... Stille kilte, op ieder verdiep hetzelfde gevoel - ook op Onze Dienst...Plots is het muisstil op de gang, de verpleging laat niet van zich horen of zien - zelfs niet wanneer de belletjes afgaan in de patiëntenkamers. Akelig stil, enkele stemmen roezemoezen wat, ze durven zelfs niet luidop speculeren waarom de stilte zo onwerkelijk heerst. Patiënten die, in normale omstandigheden, luidkeels alles in vraag stellen - vallen nu stil. Patiënten die van nature uit al stilletjes reageren - durven helemaal niets meer zeggen. Iederéén voelt dat er iets niet juist is - maar wat?!  Als patiënt zit er niets anders op dan wachten. Wachten tot de meeting er op zit, wachten op een statement van het personeel. Maar dat blijkt wachten op Goddot.... De enige info die er wordt gegeven, is via het blad dat op de deur wordt gehangen: GEEN BEZOEKERS MEER TOEGESTAAN WEGENS OVERHEIDSMAATREGELEN. Daar moet je het maar mee doen... 's Avonds blijkt dat het ziekenhuis toch nog 't één en 't ander door de vingers heeft gezien - kleding mocht wél nog gebracht worden - maar daarvan waren wij, de patiënten, niet of beperkt op de hoogte... Frustratie alom bij vele medepatiënten: communicatie is het sleutelwoord - en laat dat nu nét hetgene zijn wat we niet krijgen... Natuurlijk is dit een maatregel van het ziekenhuis - en moet het verplegend personeel zich daarbij neerleggen.... Gelukkig legt het personeel zich er niet enkel bij neer, sommigen leggen de maatregel naast zich neer en vertellen wél wat de afspraken zijn. Waarom de maatregel van kracht is. En zoveel meer.... De menselijke kant wordt niet vergeten door het verplegend personeel  dat ter plekke is - het BELEID echter behandelt de situatie KIL en KOUD. ZAKELIJK. Patiënten worden weer gereduceerd tot getalletjes en barcodes. De ver-van-mijn-bed-show voor ministers en inrichtende macht(en)... Hoe is het zo ver kunnen komen? Vanwaar deze paniek die uitbreekt, in en rond ziekenhuizen maar ook bij andere 'samenscholingen'? Horeca, Concerten, ja - zelfs reizen worden afgelast om wereldbesmetting verder in te dijken... En dat terwijl het virus zelf al veel gereisd heeft voordat het in België om zich heen begon te slaan. STRIKE 1 - CHINAEind vorig jaar onstaan in China - Ondertussen zijn er 179.073 besmettingen vastgesteld wereldwijd WAARVAN 78.078 mensne al genezen zijn verklaard en 7.074 het jammer genoeg niet overleefden. STRIKE 2 - ITALIEVia Italië bereikte het virus grote delen van EUROPA - WAARDOOR er in België1.058 besmettingen zijn vastgesteld en er reeds 10 overlijdens gelinkt worden aan het virus.Momenteel wordt men enkel getest wanneer men symptomen toont in 'ernstige gevallen' of wanneer men in de zorg WERKT. STRIKE 3 - ZORGEn wat dan met de patiënten, die ook met dit zorgpersoneel in aanraking komen? Die ook op de afdeling liggen met mensen waar op de deur prijkt "QUARANTAINE ZONE" en "ENKEL BETREDEN MET BESCHERMENDE KLEDIJ" ? Patiënten die géén mondmaskers ter beschikking krijgen - terwijl het vrplegend personeel VERPLICHT hiermee rond loopt? Ik vraag u, mensen die de regels maken en op dit moment aan de top zitten - wat is het verschil tussen zorgpersoneel dat werkt op een afdeling, en de patiënt die er ook dagelijks vertoeft? Dag in, dag uit - 24 op 23 - terwijl het personeel er 'maar' een shift komt draaien? Begrijp me niet verkeerd - ik STEUN de zorg - de verpleegSTERren die telkens weer toch hun gezondheid op het spel zetten. Een welgemeende DANKJEWEL aan al deze mensen - die toch weer extra risico lopen. Niet enkel voor zichzelf, maar ook voor hun familie en vrienden. DANKJEWEL aan die enkele vrpleegkundigen - die in deze drukke tijden toch nog tijd vinden om een praatje te komen slaan ; en de menselijke kant van het verhaal niet uit het oog verliezen. DANKJEWEL - MERCI - THANK YOU - jullie weten niet wat dàt in deze tijden van volledig patiëntenisolement betekent!     Gebruikte BRON 1: zorg-en-gezondheid.be (Uitbraak COVID-19)2: vrt.be (liveblog Coronavirus)3: info-coronavirus.beg  Mijn DRAAK Mijn VERHAAL op 16 maartDelen

CVDR
25 1

Verder kijken dan je neus lang is...

“Hé! Ik heb helemaal niet zo’n lange neus als die van jou... Langneus!” hoor ik een jongensstem zeggen. Het geluid in de klas verstomt – gelach en geneurie maakt plaats voor een allesomhelzende stilte. Ik kijk om, en zie een leraar boven een jongen van om en bij de dertien jaar uittoornen.   Het is best een komisch zicht als je dit van op een afstand aanschouwt, moet ik toegeven...      Aan de ene kant de leraar: Voorovergebogen naar de veel-te-kleine-jongen toe, de handen s“Hé! Ik heb helemaal niet zo’n lange neus als die van jou... Langneus!” hoor ik een jongensstem zeggen. Het geluid in de klas verstomt – gelach en geneurie maakt plaats voor een allesomhelzende stilte. Ik kijk om, en zie een leraar boven een jongeteunend aan weerskanten van het éénpersoonsbankje, het gezicht rood aangelopen, de adem die keer op keer stokt wanneer hij van in- naar uitademen overgaat, zich klaarmakend om een waterval van woorden op de wereld los te laten. Woorden, die méér zullen betekenen dan waarvoor ze eigenlijk bedoeld zijn, woorden die diepere littekens zullen nalaten dan één van hen voor ogen had.      Aan de andere kant, de jongen die zich van geen kwaad bewust was bij het spreken van bovenstaande woorden, en daarom in plaats van weg te duiken in zijn stoel zijn rug volledig recht, ja, zelfs richting leraar gaat met zijn bovenlichaam en zo een – volgens de leraar – “veel-te-uitdagende-houding” aanneemt.   UITDAGENDE HOUDING?! What’s in a name?! De Dikke Van Dale beschrijft dit als: uit·da·gen(daagde uit, heeft uitgedaagd) “tot iets uitnodigen of verleiden; = tarten: iem. uitdagen tot een duel; een uitdagende houding;een uitdagende functie die een beroep doet op al je capaciteiten” houding(de; v; meervoud: houdingen) ”1 manier van houden van het lichaam 2 manier van doen; = gedrag(slijn)”   Was dat écht wat de jongen, in eerste instantie, bedoeld had? Wilde hij echt de leraar tarten, pesten, met hem duelleren? Een praktische analyse van de situatie zou het ons leren...   Uit gesprekken met medeleerlingen, bleek achteraf dat het allemaal begonnen was als een grap... De leraar wilde de klas tonen, dat spreekwoorden lachwekkend en belachelijk worden wanneer ze letterlijk worden opgenomen. En wie zou een beter proefpersoon zijn, dan de jongen-klein? Voor hem waren spreekwoorden immers een vreemde opeenstapeling van woorden – aan elklaar geregen zonder betekenis – die hem toegewaaid kwamen vanuit vreemde oorden. “Als je zo blijft opletten in mijn lessen,” had de leraar gezegd, “zal jij snel tegen de lamp lopen!”. Waarop de jongen had geantwoord: “Maar meneer, dat kan toch niet, de lampen hangen veel te hoog – ik ben geen reus, hoor!”   De leerlingen waren in luid gelach uitgebarsten – want voor de zoveelste keer, deed hij het weer, verkeerd! In plaats van geduld te tonen, uit te leggen en te duiden – had de leraar er nog een paar spreekwoorden bovenop gedaan (een schep of drie, vier) totdat de situatie escaleerde, in bovenstaand gegeven resulteerde. De jongen, zich van geen fout bewust, was zodanig in het verweer gegaan - de medeleerlingen spraken hem er liever niet op aan. Zo hadden ze hem nog nooit gezien, tierend en roepend - maar ergens had hij gelijk - misschien? Was de leraar te ver gegaan,  of trof hem geen blaam? De leerlingen waren er nog niet over uit -  ondertussen kroop de jongen ieder dichter en zelfs onder de huid!   Nochtans, moest de leraar zelf toegeven, was de jongen meestal rustig in de klas – deed wat er werd gevraagd – liep steeds in de pas. Wanneer de leraar écht eerlijk de situatie mentaal overliep – wist hij wat er verkeerd liep. Hij was vandaag in al zijn haasten – vergeten zijn “doos-met-honderd-en-één-brillen” in te laden --- waardoor de groene bril die hij nu op zijn neus had, de situatie van de ander compleet vergat. Een flashback bracht hem eventjes terug naar zijn eigen kindertijd – hij had het zeker niet gemakkelijk gehad, thuis.   T-HUIS?! Een “HOME”?! Het was een slaapplaats, meer was hij niet gewoon. Net daarom was hij leraar geworden, om voor het welzijn van alle leerlingen te kunnen zorgen. En tot zijn grote schrik, merkte hij op dat ook hij op zijn beurt ten prooi viel aan “wat-er-door-de-tijds-des-tands-gebeurt”: vergeten hoe het is, om niet volwaardig gezien te worden – de waarheid volledig “verkleurd”.   De “doos-met-honderd-en-één-brillen” moest hem weerhouden van deze grillen. Voor iedere situatie die komt voor – een andere kleur om te dragen, hoor! GROEN – de standaard situatie waarin je niets speciaals “moet doen” ROZE – PAARS -  ROOD – WIT – ZWART ... – alleen al in deze klas had hij er nodig...   ... Een stuk of acht!   ... Terwijl er een volledige klas pubers - ongeduldig op antwoord wacht!   **************************************************************************************************   Verder kijken, door de ogen van de jongen!     “Hé! Ik heb helemaal niet zo’n lange neus als die van jou... Langneus!” Een laatste zin schiet als een kogel uit mijn mond – recht naar de plaats waar ik wou, dat hij terecht komen zou. Het gelach in de klas verstomt – EINDELIJK – daar zijn we mee klaar voor vandaag.   De leraar denkt er duidelijk anders over, ik zie de blik in zijn ogen terwijl hij zoekt naar zijn eigen woorden. Woorden die méér zullen betekenen, die diepere littekens zullen nalaten dan ik (of hij) eigenlijk  voor ogen had. De leraar staat voorovergebogen – geen ontsnappen aan zijn “over”macht, dat had je wel gedacht . De handen steunend aan weerskanten van dit éénpersoonsbankje, het gezicht rood aangelopen, de adem die keer op keer stokt wanneer hij van in- naar uitademen overgaat. Op die manier, zo heeft men mij aangeleerd, wil hij zijn ongenoegen uiten maar ook – de “agressie” die door Zijn lichaam loopt even loslaten, het moét gewoon naar buiten.   Dat gevoel, dat ken ik ook... Wanneer het in de les (of gewoon in het leven) niet loopt zoals ik het wens.  De hele dagplanning zit in mijn hoofd – al zou ik het nu wel opschrijven, dat heb ik beloofd. Om dan deze nauwgezet te volgen, structuur die ik echt wel nodig heb en die me doet  voelen “geborgen”.  Reeds denken aan de dag van morgen, of de lessen van vanmiddag, of zelfs de reis die we dit weekend zullen aanvangen. Weten welke situatie de vorige telkens zal opvolgen – geeft rust... Tot op de minuut uitgeteld, al kunnen kleine veranderingen wel optreden – daar ben ik me van bewust.   Vroeger, toen ik nog wat jonger was – kon iedere wijziging leiden tot een ‘bom die barst’. Paniek  sloeg me dan om het hart ; omdat ik niet wist wat er van mij werd verwacht! Dat onbehaaglijke gevoel, dat je totaal niet weet wat te doen. Zoekend naar aanwijzingen in de ogen en gedragingen van mensen – proberen te achterhalen wat zij willen of wensen... Een dagtaak lijkt het wel – wat bij anderen vanzelf gaat is voor mij zeker niet evident – ken een ander? NEE, ken eerst en vooral JEZELF!     *******************************************************************************************************   Verder kijken... Door de ogen van de leraar   “Hé! Ik heb helemaal niet zo’n lange neus als die van jou... Langneus!” Terwijl hij deze zin uitspreekt, knapt er iets in mij. Tegenspreken – tot daar aan toe ; maar iemand uitschelden – dàt is een brug te ver, zeker als het hier gaat over mijn autoriteit als leraar!   De jongen lijkt zich ook helemaal niets aan te trekken van de situatie of het feit dat de leerlingen van zijn klas hem luidkeels uitlachten. Neen, deze jongen voelt blijkbaar geen pijn, of gène, of wat-dan-ook... Hoe ik dat merk? Je ziet het al aan de manier waarop hij in zijn stoel zit : zelfverzekerd (rechte rug, zijn blik naar de mijne gericht – alhoewel mij verteld was dat hij meestal niet durft kijken in’t gezicht?) ; arrogant (smalend, de lippen op elkaar pitsend tot fijne lijntjes die constant lijken te lachen) ; en uitdagend (steeds het laatste woord willen hebben).   Kortom, alles wijst op een tegendraads gedrag – want zeg nu zelf... Die spreekwoorden interpreteren, dat kan je toch wel léren?! Pas op, ik zeg niet dat het gemakkelijk gaat, zeker niet voor iederéén – maar de manier waarop hij laat blijken dat zijn studies en effort niets op0elveren.... is toch wel te wijten aan het niet willen, eerder dan niet kunnen?   De meeste leerlingen, vinden mijn lessen zalig: veel afwisseling in de patronen – die niet zomaar uit de schoolboeken moeten komen! ’s Avonds breek ik mij meermaals het hoofd, over hoe de leerstof attractief te maken valt – want ‘interesse’ is mijns inziens en ecgte nood... MOTIVATIE – zij het extrinsiek (eigen aan de omgeving) of intrinsiek (eigen aan de persoon zelf) – feit is dat het oh zo belangrijk blijkt te zijn dat leerlingen zich ‘amuseren’. Gedaan met ‘drillen’ en oneindig memoriseren – hallo vaardigheden!   Nu ik hier zo sta, mijn armen steunend op de éénpersoonsbank van de jongen, voel ik mijn gezicht rood aanlopen en mijn adem stokken – en hemeltjelief, wat ben ik daarvan erg geschrokken! Waarom is de afstand tussen ons door wat hij zegt, doet of zelfs maar denkt – voor mij vandaag onoverkomelijk ver?! Meestal, moet ik toegeven, is deze jongen actief in de les en zal hij alles proberen. Vandaag lijkt er veel meer aan de hand, maar eigenlijk... sta ik als leraar toch wel aan zijn kant! Voor de leerlingen gààn – alles doen om ze te ondersteunen – hopend dat ze nooit de eenzaamheid zullen ondervinden die er heerste onder de T-HUIS-kinderen... Een eenzaamlheid, zo onbeschrijfelijk hard – dat je  gewoon smacht naar een kléin beetje aandacht! Positief of negatief – dat maakt geen zier uit – in ieder geval word je dan gezién...   Ging ik een beetje te ver met dit spel? Heb ik zelf overdreven, de klas tot pestgedrag gedreven?   MISSCHIEN... WaarSCHIJNlijk... Zeker?!               Tijd om te denken aan de doos-met-de-brillen...! Dat zijn beslist geen modegrillen – handvaten om me als leraar – weer meelevender te maken...        

CVDR
0 0

Mijn Draak (vervolg II)

1 juli 2018   Beste lezer   Ook dit jaar is de langverwachte zomervakantie weer begonnen. Het was een bewogen jaar op werkvlak – waarbij we van hot naar haar gingen – op zoek naar één ding... VOLDOENING...   Ken jij ook dat gevoel? Je doet je job met hart en ziel, maar denkt dat je het niet goed genoeg doet. Een merci of dankjewel kan wonderen doen – al is het maar een klein schouderklopje – dan voelt een mens zich toch al snel de hemel te rijk?! Het gevoel dat je écht iets uitmaakt in het leven van een kind – dàt is onbeschrijfelijk. Dàt is waarom ik mijn job enorm graag doe. Dàt is de roeping van het onderwijs... JA – u hoort het goed – het onderwijs. Die branche die op zoveel weerstand van de buitenwereld kan rekenen, maar vaak ook een bron is van succeservaringen voor zowel leraren als leerlingen. Succeservaringen op alle vlakken – waarbij we proberen de leerling centraal te stellen . En ergens, is dat wel gelukt! De appreciatie die ik kreeg van de lagere-school-kindjes waarmee ik als zorgjuf werkte --- staat  toch wel recht tegenover die van enkele pubers die daarna in mijn klas zaten --- maar met een beetje FANTASIE en VERBEELDING slaag ik er toch steeds weer in om (bijna) iedereen te blijven boeien en mee te nemen in het “verhaal”.   FANTASIE is fijn – het is nog steeds een plek waar ik helemaal mezelf kan zijn. De kleine Cornelia had dit al vroeg begrepen, en ging dan ook ongestoord op in die fantasie. Als volwassene, is dit beperkter geworden – want jezelf VERLIEZEN in een DROOMWERELD, ook al helpt dat je vooruit, dat is zeker NOT DONE! Hardop zingen, luidkeels lachen als je aan ietsgrappigs denkt of iets grappigs ziet..... Probeer het maar eens, want ik ben op zo’n momenten blij dat een mensenoog geen echte kogels afschiet!   Als kind, echter, kende mijn fantasie geen grenzen... Uren kon ik opgaan in mijn Fantasiewereld – is dat voor jou ook herkenbaar?! Een fantasiewereld, die bevolkt werd door vele dieren - hun aanwezigheid zelf kon me al troost verschaffen. Zo was er een pony, of was het een paard, of neen, een éénhoorn…? Die me vergezelde op mijn avonturen door het magische land van Cornelia. Ik kon er uren over fantaseren: Een droomwereld waar veel onwaarschijnlijke dingen gebeurden. Een land om te ontdekken, waarin een meisje het heft in handen had. Zo’n land sprak enorm tot de verbeelding, ik verlangde er soms zo hevig naar…   Als volwassene, blijkt dit verlangen steeds groter te worden... TERUGKEER naar het LAND VAN CORNELIA – Als dat eens zou kunnen?!    

CVDR
0 0

Mijn Draak - een autobiografisch fictieverhaal (inleiding + I + II)

Beste lezers van AZERTYFACTOR.BE ; beste iederéén, wie-je-ook-mag-zijn... Wat zenuwachtig upload ik hieronder een herwerkte versie van mijn 'origineel' - dat ik in 2017 liet verschijnen als 'vervolgverhaal' op een eigen website ten voordele van Parkinsononderzoek... Willen jullie aub je mening geven, eerlijk en ongezouten, zodat ik kan leren uit mijn eventuele fouten? Geen idee hoe dit naar mensen toe overkomt, mijn verhaal, mijn ideeën, mijn leven... Hopelijk genieten jullie even zeer van het lezen, als ik van het schrijven!   __________________________________________________________________________________   Ergens in België, juni 2018   Beste lezer – ja – jij daar – Hallo! Aangenaam  en welkom bij mijn verhaal...  Een verhaal dat je meeneemt naar alle hoeken  van mijn verbeelding. Het bevat stukken herinneringen aan vroeger – lang vervlogen tijden – en flash forwards naar de toekomst.   Herinneringen, die realiteit waren en zijn, maar die niet noodzakelijk in de gegeven volgorde aan bod zijn gekomen in mijn leven.   Enkele jaren geleden, ging ik op tocht in het Land van Fantasie – en uiteindelijk is deze neerslag een creatieve verwerking van mijn avonturen in dit bizarre land... Met personages die je tegelijk bekend voorkomen maar toch ook bevreemdend aanvoelen. Een fantasieverhaal dus, waarbij de invloeden uit andere literaire werken duidelijk voelbaar zijn. Het staat, onder andere, bol van verwijzingen naar Antoine de Saint-Exupéry’s “Le Petit Prince”.   Geniet ervan, verlies je in mijn fantasie –                 kom jezelf tegen...              ...vind uiteindelijk jezelf...   ...en vergeet zeker niet je eigen opinie te delen! Dit verhaal wil een duiding zijn van hoe ikzelf deze ervaringen heb meegemaakt – zonder te belerend over te komen. Ervaring is subjectief, vandaar dat ik ook graag weet hoe jij dit allemaal ziet! Graag weet ik ook iets van jou – voor we beginnen - wat is jouw verhaal?!   Naam: ................................................................................. Leeftijd: ............... Woonplaats: .................................. Met welke reden lees jij dit boek? ...............................................................................................   mijndraakmijnverhaal@gmail.com           Het is nu zo’n drie jaar geleden, dat het Hoge Woord er uit kwam... Parkinson... Wacht – stop – hold the presses - WAT?!   “Jaja... Parkinson, mevrouwtje... de DAT-scan heeft het duidelijk uitgewezen – kijkt u maar even mee... Ziet u hier de oplichtende celletjes? Dat zijn DOPAMINE-cellen, en die cellen zien we veel minder oplichten op uw scan – ziet u wel?!”   De dokter praatte en praatte, ik hoorde er niets van... De hele wereld leek weg te draaien – steeds sneller en sneller, tot alles enkel  een verre waas leek te zijn. In de verte hoorde ik hem nog steeds doorgaan – maar zijn woorden drongen nauwelijks tot me door.   “Het is natuurlijk verschieten – dat begrijp ik maar al te goed – een actieve jonge vrouw op uw leeftijd... Maar het is niet het einde van de wereld, weet u...”   NIET het EINDE van de wereld... Oh nee?! En waarom leek dat dan zo? Op dat moment, leken zijn woorden wel van een buitenaardse planeet te komen – inlevingsvermogen – empathie – zag hij dan de tranen in mijn ogen echt niet?! De angst, de onzekerheid, het ongeloof, de woede...?!   “Als u wilt, gaan we voor een second opinion bij dé gerenommeerde professor... Gezien uw leeftijd, zou ik het zelfs  aanraden!”   JA, vooruit dan maar – nog meer onderzoeken... Ik liet het over me heen komen – what more could I do?! Let the games begin... AGAIN!   Terwijl hij een afspraak voor me vastlegde – of toch dit probeerde te doen – zonk de moed me diep in de schoenen...   Hoe zou ik dit ooit vertellen aan... “Slecht nieuws, mevrouwtje... Er is een wachtlijst van negen maanden bij deze professor – ondertussen zal ik al medicatie opstarten, als deze aanslaat weten we toch al iéts meer hé.”   Iets méér? Maar u kwam juist te zeggen dat de Ziekte van Parkinson wel degelijk in mijn leven was binnengeslopen... Waarover wilde u dan nog méér duidelijkheid?! Zou er kans bestaan dat u zich heeft vergist?! Dat de scan toch een verkeerd beeld gaf?!   “Daar kan ik jammer genoeg niet op antwoorden – meestal is deze scan 100% correct – maar goed, de wonderen zijn de wereld nog niet uit... We zullen eventjes moeten afwachten...”   EVENTJES zegt hij... NEGEN MAANDEN tijd zodat het zaadje dat toen ingeplant werd in mijn hoofd kon verder groeien... NEGEN MAANDEN waarop het verder kon evolueren, van een vage schim naar een tastbaar gegeven– NEGEN MAANDEN om daarna “mischien” te “bevallen” van een baby-from-hell...   EVENTJES – effe – een relatief korte tijd in een mensenleven... Maar op dat moment, écht niet voor Mij! Ik kon tijdens die negen maanden me niet van de gedachte ontdoen : “mijn leven, as-I-knew-it” was voorbij... Leven deed ik nog wel – en sterven zou ik zeker niet snel van deze ziekte – maar confronterend was het zeker wél!   Op verschillende vlakken – beginnend bij de blikken van de mensen, die op dat moment nog van niets wisten – maar ook op werkvlak eiste het een zware tol... Niets kon ik nog verdragen, van die pubers die ik geacht werd iets bij te leren. En meermaals dwaalden mijn gedachten weer af – naar mijn eigen schoolsituatie. Die leraars hadden de situatie ook niet steeds goed aangepakt – maar zeker ook niet slecht....! **FLASHBACK**   I -  een vage herinnering   Een klein meisje – met lange blonde haren – pijpenkrullen – zit aan een tafel. Rond haar, kleurrijke stoelen, die haar hard en leeg aanstaren. Stoeltjes, die een paar seconden geleden nog vol zaten met leeftijdsgenootjes. Leeftijdsgenootjes, die een paar tellen geleden hard joelend en vol jolijt de stoeltjes mochten verlaten. Ergens in de verte, hoort zij het gelach van kinderstemmen. Een hamertje tik-tik-tik. Een liedje dat wordt gezongen. Een pop die een kreet smoort van blijdschap, omdat zij uit haar bedje wordt gehoffen.   Dat kleine meisje, lijkt wel in trance… Een roes van concentratie, een waas van boosheid, proberen de tranen te onderdrukken. Kijkend naar de tafel, met allerlei afgewerkte maskers. Kijkend naar de papiermand, waar resten papier in zijn beland. Proppen in vrolijke kleuren, met hier en daar enkele bruine stroken ertussen. Die bruine papierstroken – zijn niet afkomstig van de kindjes uit de klas, neen. Zij zijn maar van één persoon. En die persoon, die is het reeds gewoon.   “Wat is ze gewoon?” vragen jullie je nu waarschijnlijk af. “Waarom zit ze daar nog alleen?” hoor ik jullie vragen.   Haar concentratie wordt onderbroken door luid jongensgelach “Kijk, juffrouw, nu knipt ze wéér scheef!”. Het bruine papier wordt uit haar handen getrokken, smalend bekeken door enkele stoere kleuterjongens. “Kan jij niet eens knippen – Cornelia…?!” hoort zij Haantje-De-Voorste zeggen, “…je lijkt wel een baby!”. Die zin echoot door haar hoofd “Baby-baby-baby…!”.   Gelukkig worden de jongens weggejaagd door een warme stem, die hoort bij een grote, slanke juf. “Laat haar maar, jongens…” hoort ze de stem zeggen “…anders is ze morgen nog stééds bezig!”. De klas barst in lachen uit – terwijl zij een nieuw ‘snorharenblad’ voorgelegd krijgt. “Komaan, meid, nog twee strookjes récht knippen en je mag gaan spelen.” Zegt de juf, die snel weer naar de andere kindjes toegaat. Even nog, werpt ze een blik op de lange benen en de rug die haar wordt toegedraaid. Onverhoopt knipt ze verder – wetend dat ze zéker vijf stroken zal moeten knippen voordat er twéé zullen goedgekeurd worden.   Crea-uurtje… Wat voor vele kinderen een ontspanning zou moeten zijn – lijkt voor haar uren te duren. Gelukkig komt er zo meteen nog een zang-uurtje aan, dàt zal hààr tijd worden. Een tijd waar zij kan tonen wat ze kan – want toontjes zingen en tekstjes leren – dàt kan ze als geen ander. Ze hoort de tonen uit de mond van de kindjes komen en…   Met herwonnen geloof in zichzelf, vangt ze het knipwerk weer aan. Met enige fierheid, kan ze een tijd later toch ook haar snorharen op het (leeuwen?-) masker vastkleven. De carnavalvakantie staat voor de deur – zou ze toch nog even spelen met de poppen, of toch de liedjes mee gaan zingen?! Snel ruimt ze op, stommelt ze naar het hoekje maar…   DDDDRRRRIIIINNNNGGG!!!                                                                                Niet meer spelen – niet meer tonen dat het wél klaar was, dat zij géén baby meer is – want alle kindjes stuiven de deur uit, zonder haar nog een blik te gunnen… De vakantie was begonnen!   II – Fantasie   Ze blijft even alleen achter – verdwaasd rondkijkend. Een tweede juf komt naar haar toe, feliciteert haar met haar werk en wenst haar een leuke vakantie. “Had ze daarnet zitten dromen?  Een flashback naar vroeger – toen ze nog wat jonger was?” Haar overpeinzingen worden onderbroken door gekuch uit de gang. De - inmiddels al iets ouder geworden -kinderen wachten op de gang, met jas en boekentas al rond en op het lijf.   “Maak voort jij!” sist een groot meisje met lang bruin haar haar toe. “Wij willen naar huis!” fluistert een ander. Trager dan ze zou willen, knoopt ze haar jas toe en stapt ze richting de lange rij. Samen gaan de kinderen de lange gang door, en wanneer ze bij de buitendeur komen weten ze met hun vrolijkheid geen blijf! “Joehoe! Vakantieeeeee!” hoort ze hen roepen en snel lopend – vliegend lijkt het wel – stormen ze de speelplaats op. Het meisje probeert hen te volgen, probeert even opgewekt buiten aan te komen, en éven lukt haar dat ook…!   Opgelucht haalt ze adem als ze aan het schoolhekken staat, kijkend naar de voorbij zwevende wolken. Nu heeft ze even tijd voor zichzelf, voordat haar mama haar komt ophalen met haar broertje en zusje. Tijd om te doen waar ze goéd in is – zingen en fantaseren…   Luid hinnikend reed ze dan op het muildier over de speelplaats. Eerst in stap – want ze moest voorzichtig zijn. Op het eerste eiland waar het bootje hen naartoe had gebracht, waren er immers inboorlingen, en die mochten haar niet zien! Haast sluipend reden ze samen door de wildernis.   Eiland na eiland doemden zo voor hen op – het éne al meer bizar dan het andere – met personages die haar meermaals hielpen te ontsnappen aan de werkelijkheid. Een werkelijkheid, die steeds méér onwerkelijk leek te worden naarmate ze ouder werd. Een werkelijkheid, waar velen haar niet leken te begrijpen – maar waar ze zeker niet het gevoel had ‘alleen’ te staan.   Zeker niet tijdens de vakantieperiodes, wanneer ze naar hartelust met Broer en Zus kon fantaseren. Even haar hoofd helemaal legen – niet meer denken aan de juiste sommen of schrijfwijze van bizarre woorden. Neen, in deze wereld leek dat allemaal bijkomstig.   Beetje bij beetje werd ze verder opgeslorpt , opgeslokt door dit gevoel van zaligheid – een staat van BEWUST ZIJN, in plaats van het ONDERGAAN – een staat van BEREIDHEID om het onbekende te ontdekken – een staat van ZICH OPENSTELLEN naar nieuwe ervaringen toe, iets wat zeker niet evident was maar toch een goed gevoel met zich meebracht...                 VOLDOENING heet dan dan...!

CVDR
24 1