Gisteren zat ik onder niveau, sub-zero ; vandaag stond ik te vertakken en in te vriezen maar morgen ontdooi ik na 25 jaar in vaste materie te hebben geleefd.
Vanaf morgen klopt mijn hart weer volgens de normen der warmbloedigheid en laat ik mijn blauw koud bloed uit mijn aders draineren met behulp van een roeste pijnpomp.
De wroeging die ik ervaar, het sap der spijt en rancune dat ik mezelf keer op keer weer inlepel tot ik gesust word door een verstarde blik en aandacht op overdrive daar juist waar de lokroep der donkere duisternis mij een gevoel van vertrouwen en ‘dejavuliaanse’ genegenheid serveert.
Time must change, rearrange na vijfentwintig jaar als een new-wave-zigeuner vast gezeten te hebben tussen etherdampen en terpentijnwalmen , die als vluchtige lianen mijn habitat een oasische kleur gaven, als een luchtbel die me weghoudt van de kiemen en bacteriën die de hedendaagse plebejer ahw gedomesticeerd beschouwt, als zijnde eigen aan hem, onvermijdelijk...
Afzien in hun plaats, de randdebiel die misbegrepen wordt, de empathie die ik ervaar bij het dagdagelijks gore-fest dat onze biotoop is & typerend voor iemand die begot geen dna-streng gemeen heeft met onze soort. Op vriespunt verwekt, kil koudbloedig emotieloos gebekt , angstig traumatisch onbevlekt.
Mijn onverschilligheid kent zijn climax, het ruimt stilaan plaats voor passief agressief gedrag met louter ontzag voor het aftasten van de pijngrens van onze wankele medemens die ik zo graag met woorden de grond inboor, gedachten inpeper die depressie initiëren en zijn hele houvast aan het wankelen brengen. Mijn woorden zijn mijn organen , mijn blik is mijn ziel, mijn inspiratie, de ondergang van zovelen die ik als kinderspel kan bespelen… Met woorden tracht ik de wankele geest der zwakzinnigen te vermoorden tot men zelf de stap zet in de nodige directie of zich herpakt en begint aan zelfreflectie. Later zullen ze me dankbaar zijn voor misschien wel de zwartste periode uit hun miezerig bestaan . De ondankbaren zullen het helaas niet verder kunnen openbaren of louter enkel serenades brullen naar hun malse witte muren of residentieel stilzittend gluren uit angst voor de verrijzenis van de blonde duivel die ouwe wonden komt openrijten die zullen etteren als nooit tevoren
Een laatste zwanenzang omtrent mijn dal van dwang en gesprekken int genre van , vanwaar komt die plooi in mijn behang, de ‘nerve’ doorheen mijn fragiele maar giftige luchtbel, mijn intern uitdijend gezwel dat me zal dwingen het pad der nachtwandel te trotseren en mezelf met stempels van littekens zal versieren , uniek maken maar uiteindelijk heelhuids zal verteren.
Als een bochelaar zonder bult, als een pedofiel zonder schuld als de drang naar een betekenisvol menswaardig leven zonder cult.
Zo zal ik aan de oppervlakte razen maar niemand die het hoort of mijn ijle luchtballon doorboort tot het mijn narcistische gedachten in de kiem smoort…
Niveau zero voor mos en zwam tot de laagsten der aarde de bodem innam en afnam van de spraaklozen...
Reïncarnatie in een vliegenzwam die als sperma de bovenlaag voorziet van nieuw opwindend (ver)gif en koelbloedig wacht op een argwanend zootje ongeregeld op zoek zijn naar het lot dat reeds voor deze ‘quest’ was bezegeld en op middeleeuwse wijze was verzegeld met kaarsvet, en heel onze generatie heeft besmet en met de haas en wind in rook zijn opgegaan, de ene met de wind mee , de andere tegen de stroom in van het bestaan.
Op zoek naar daar waar het begon waar mijn aandacht afzwakte en ik er aan verzonk en overgaf aan iets wat in beginne zelfs niet bestond. Namelijk het bewustzijn een bewustzijn te krijgen en ons routinematig patroontje te overstijgen tot we zelf intern composteren in een ideeënpoel die we zelf creëerden maar niet beantwoorde aan ons brandend afbijtend gevoel.
Zelfcreatie van een paranoïde mismeesterd wereldje in een wereld doordrongen van manie en melancholie zonder ingang of uitgang, een ritje in een imperium van waanzin waar éénoog en dorpsgek koning zijn . Iedereen volgt dezelfde imaginaire lijn maar hoe breed die is of wordt gemaakt leidt soms tot pijn maar vooral tot gein in de miserie van zij die opgeslorpt en opgezogen zijn in de staat van welzijn of beter gezegd kwelzijn.
Zodanig afhankelijk gemaakt als marionetten die zich gedragen volgends de voorgeschreven pamfletten. De kleine man kan lezen maar is allerminst belezen., hij ziet wel de woorden , maar beschouwt zichzelf nog niet tot de meute der verstoorden...
Enkel symbolische weergave van onze diepte schaamte waar iedereen over zwijgt en slechts astmatisch op hijgt, terwijl we psychedelisch superieur worden in een commune van Zen-gedachtegoed en vast blijven zitten in de rechter doorgeknipte hersenkwab.
Denken lukt, gedachten weergeven niet. De bron van alle frustraties en spreekwoordelijke tongamputaties ....