Nick Van Loy

Gebruikersnaam Nick Van Loy

Teksten

Wild Atlantic Way

7 Counties, meer dan 3000 km en 2 weken tijd, meer hadden we niet nodig om de hoogtepunten van de Wild Atlantic Way te ontdekken. We hadden er bewust voor gekozen om deze trip in het voorjaar te doen, Maart om precies te zijn, met in ons achterhoofd dat we zo de grote drukte konden vermijden. Bij nader inzien was dit zeker een doordachte keuze toen we later zagen hoe smal de Ierse wegen waren. Op de meeste plaatsen van de Wild Atlantic Way was er nauwelijks plaats voor één auto. Heel de tijd waren we aan het hopen dat we maar geen tegenligger zouden krijgen. Als je het niet gewend bent om links te rijden, zijn deze smalle wegen zeker een beduchte ontgroening.Tip: Doe er goed aan en neem zeker geen al te grote wagen als je niet in de problemen wilt komen op deze smalle wegen!Het enige nadeel aan Maart was dat er veel plaatsen nog gesloten waren en pas open gingen na Pasen. Spijtig genoeg wisten we dit niet op voorhand en stonden we dan ook vaak voor een gesloten poort. Ook was er natuurlijk het slechte weer, maar dit is uiteraard niet aan de maand Maart gebonden. Als Belg zijden, zijn we nu eenmaal al gewend aan regenachtige en donkere dagen. Iedereen weet dat je niet naar Ierland gaat voor het goede weer, maar eerder voor de spectaculaire uitzichten. Cork - We hadden gehoopt om rustig en uitgerust aan onze roadtrip te kunnen beginnen, en net daar maakten we onze eerste fout. We waren namelijk even vergeten dat we gingen landen op 17 maart, net op het grootste volksfeest van Ierland, St. Patrick’s Day. In eerste instantie hadden we daar bij de landing nog maar weinig van gemerkt. De kleine luchthaven van Cork was zo goed als verlaten en het leek alsof de band die in de inkomhal aan het spelen was, enkel en alleen voor ons bezig was. Een leuke aankomst!Dit veranderde echter toen we aankwamen in de stad en de typische St. Patrick’s Day parade elk moment ging beginnen. Ook al waren we er niet op voorzien, besloten we toch maar om de Ieren te vergezellen op hun nationale feestdag. Iedereen kent de typische groene kleuren die de straten versieren, en als je dit dan nog eens in het echte Ierland kunt meemaken, waarom niet? Uit eigen ondervinding weet ik dat dit bij vele mensen op hun bucket list staat, net zoals Oktoberfest in Duitsland en Cinco de Mayo in Mexico. We gingen onze trip doelbewust in Cork beginnen, ook al werd er overal aangeraden om in Malin Head te beginnen. Maar aan de hand van verschillende getuigenissen leek het ons beter om van zuid naar noord te reizen om de simpele reden: op deze manier was het interessanter voor de bijrijder. Zo had hij/zij het beste zicht op de kustlijn terwijl de chauffeur zich het beste kon concentreren op de smalle wegen. Door St. Patrick’s Day konden we voor de rest weinig verkennen van de stad zelf. De Crawford Art Gallery was wel geopend en zelfs gratis. Tussen de sculpturen in de grote hal, was er ook een live band aan het spelen. Best een leuke setting hiervoor moet ik toegeven. Wat ook zeker een bezoek waard is, is St. Fin Barre’s Cathedral, een pracht van een Gotische kathedraal!Vlakij was er ook de universiteit van Cork. Als je van oude gebouwen houdt, zeker leuk om eens door te wandelen. Zelf vond ik het leuk hoe de natuur stilaan de gebouwen eigen maakte door hun wortels er rond te wikkelen, zoekende naar een weg naar binnen.Persoonlijk was één dag in Cork genoeg voor mij, maar dit was eerder te danken aan het feit dat ik uitkeek naar de wilde kustlijn van Ierland. Mijn hoofd stond niet naar een drukke stad, maar eerder naar de natuur. Zoals de meeste eilanden heeft Ierland ook geen gebrek aan vuurtorens. Sinds mijn kindertijd heb ik altijd iets met vuurtorens gehad, meestal zijn dit de plaatsen waar de zee zijn ruwe kracht laat zien. Dus natuurlijk hebben we tijdens deze trip er verschillende bezocht. De eerste die we tegen kwamen was Old Head Kinsale, maar spijtig genoeg was dit één van de plaatsen die nog gesloten was. Vlakbij was er wel een monument ter ere van de slachtoffers die gesneuveld waren tijdens een Duits bombardement op een cruiseship. Wat vele mensen niet weten, is wanneer je een beetje verder naar beneden loopt en langs de muren van de ruïne gaat, kom je bij een spectaculair zicht op de zee uit, wat tevens ook het meest zuidelijke punt van Ierland is.Een andere vuurtoren was die bij Mizen Head, wat zelfs een nog beter zicht op de oceaan gaf. Het signaalstation was verbonden via een brug, waar je als je geluk had enkele zeehonden kon zien zonnen beneden.  De vuurtoren bij Loophead is de enigste nog werkende die we tegenkwamen op deze trip. Bij deze was het dan ook vanzelfsprekend dat je enkel toegang had met een gids, dus kijk zeker op tijd wanneer er rondleidingen zijn. Indien je toch te vroeg bent, kan je nog steeds genieten van het uitgestrekte landschap.De mooiste vuurtoren was Fanad lighthouse, spijtig genoeg was deze ook nog gesloten, maar het uitzicht alleen al is zeker een trip waard! Als het weer meezit, heb je een zicht op één van de meest fotogenieke vuurtorens van Ierland.Als je ooit van plan bent om op een boeddhistische retraite te gaan, is Dzogchen Beara zeker het bekijken waard. Zij zijn nog steeds bezig om een waardige tempel te bouwen, maar het meditatiecentrum geeft een indrukwekkend zicht op de oceaan weer tijdens het mediteren. Dit is één van de dingen die op mijn bucket list staan, dus hier ga ik zeker nog eens naartoe om mijn geest leeg te maken. Kerry - Tijdens de Wild Atlantic Way kom je nog verschillende andere roadtrips tegen die bekroond zijn tot de beste van Ierland. Aangezien deze toch zo goed als op de weg liggen, waarom zou je ze niet meedoen? Eén daarvan is bv. De Ring of Kerry, die begint in Killnarney National Park. Op deze weg kom je allerhande uitkijkpunten tegen, zoals Ladies View, genaamd achter de hofdames van koningin Victoria. Die waren zodanig onder de indruk van het uitzicht en ik snap waarom het is uitgeroepen tot meest gefotografeerde plaats in Ierland.Nog een bezienswaardigheid tijdens de Ring of Kerry is de Torc waterval. Om hier te geraken moest je wel een tijdje wandelen door een bos dat volledig was ondergedompeld in mos. De waterval op zich was zeker de moeite, maar de 100 treden die je moest doen om een uitzicht te hebben op het meer, was eerder teleurstellend. Mijn raad: hou het bij de waterval en geniet daar net iets langer! Prachtige foto’s kan je nemen bij Ballycarberry Castle, een kasteel op een grashelling met zicht op zee. Het gaat om een ruïne waar er absoluut geen toeging mogelijk was, mede door instortingsgevaar, maar zelfs vanop een afstand is het zeer indrukwekkend.Op het eiland Valentia hadden we schrik dat we de befaamde Fogherkliffen niet zouden kunnen zien door de mist. Toen we er echter aankwamen besloten we deze als eerste te doen, in plaats van bovenop de berg te beginnen zoals de meeste. Hierdoor hadden we net het geluk dat het weer opklaarde en we getrakteerd werden op een adembenemend zicht op de kliffen. De mensen die echter eerst bovenaan begonnen waren, hadden minder geluk, de mist kwam weer opzetten toen we onze trip richting de top verder gezet hadden.Tip: Hou het weer in de gaten en grijp elke kans als het weer net even opklaart! Nog één van de andere roadtrips is Slea Head Drive, ooit beschreven als “de mooiste plaats op aarde” door National Geographic Traveler. Natuurlijk is dit voor iedereen anders en in mijn geval deelden we hier zeker niet dezelfde mening. Zeker de moeite waard om te doen, begrijp me niet verkeerd! Deze weg is helemaal uitgesneden op de steile bergwand en volgt elke contour van de kustlijn, wat zicht geeft op enkele fraaie uitzichten. Wees wel voorzichtig, want deze weg is vrij smal met verschillende bochten! Skellig Michael - Ook dit was spijtig genoeg gesloten, maar het is wel mogelijk om via een boot rond de eilanden te varen. Zeker de moeite waard als je voor Pasen hier komt, maar als je kan, probeer te komen wanneer je ook effectief op het eiland kan. Boek hiervoor zeker op voorhand, want er worden maar een bepaald aantal bezoekers per dag toegelaten. Als Star Wars fan is dit zeker een must-see, aangezien het nu wereldberoemd is geworden als laatste rustplaats van Luke Skywalker. Hou er ook zeker rekening mee, dat de zee onvoorspelbaar is en het op sommige momenten zeer ruw kan zijn. Dit was bij ons het geval. Achteraf snapte ik dan ook waarom wij de enigste boot in heel de omgeving waren, maar het was een ervaring op zich, ook al was dit de eerste keer dat ik last had van zeeziekte. Clare - Het meeste bekende en tevens ook drukste punt dat we hebben meegemaakt deze trip, waren de kliffen van Moher. Op zulke plaatsen voel je je pas echt klein op deze wereld. Deze behoren tot de hoogste kliffen van Europa met hun 214m in hoogte. Als je van vogels houdt, zit je hier zeker goed. Dit is een van de plaatsen waar je bv. papegaaiduikers kan spotten. Zeker een waardige naamhouder van Unesco werelderfgoed! Hou er wel rekening mee dat je in hoogseizoen best je tickets op voorhand koopt, zelfs in maart was het hier al beduidend drukker. Dat je zeker niet voor een verrassing komt te staan. Iets wat vele mensen overslaan op hun roadtrip zijn de grotten van Doolin. Hier huist de grootste stalactiet van Europa, dat net op een draperend tapijt lijkt. Zelf vind ik grotten heel interessant, maar als iemand van bijna 2m met een kleine vorm van claustrofobie, is het niet altijd evident om deze in alle gemak te bezoeken. In het visitor’s center en tijdens de guided tour geven ze al hun ruime kennis over de grot en hun ontdekkers door aan hun bezoekers. Als je in de buurt bent van Moher, sla dit zeker niet over! Onderweg naar Galway passeer je de Burren, een landschap dat volledig bestaat uit rotsen. Ook hier kan het al vrij druk zijn aangezien er veel dagtoeristen uit Galway naar de kliffen van Moher komen. Hier kan je zo dicht als je maar wil tot bij de rand van de kliffen komen, weliswaar op eigen risico! Als je iets of wat avontuurlijk bent aangelegd, doe dit, en geniet van de verbluffende uitzichten. Galway - Sky Road, een schiereiland bij Clifden waar je een kleine roadtrip rondom het eiland kunt maken. Je kan kiezen tussen de Lower en de Upper Sky Road. Wij kozen voor de laatste omdat deze de beste uitzichten had over de zee. Langs deze weg passeer je ook Clifden Castle, een ruïne waarin je vrij kan rondlopen. Elke keer vraag ik mij af hoe het geweest zou zijn om te leven in zo’n kasteel. Verder op de route ligt ook Kylemore Abbey, wat helaas ook gesloten was, maar deze keer wegens renovaties. Volgens de host van onze B&B, is dit echter niet de moeite om van binnen te bezoeken, maar de kleine kerk en de tuinen zijn wel een bezoek waard. Het uitzicht op Kylemore Abbey ook uiteraard! Verder op de Wild Atlantic Way kwamen we een ‘verborgen’ strand tegen, genaamd Keem Bay. Om hier te geraken moest je over een berg heen rijden die vol met grazende schapen stond, dus het was opletten geblazen kwestie dat we er geen zouden aanrijden per ongeluk. Maar eens op het strand, met het geluid van neerslaande golven kom je echter snel terug tot rust.Tip: Sharamore House, dit was onze B&B, vlak bij het begin van Sky Road. Zodra je de oprit oprijdt, wordt je vrijwel meteen begroet door de 3 honden des huizes, wat je direct een warm en huiselijk gevoel geeft. Dit wordt enkel maar versterkt wanneer je de gastvrouw ontmoet. Zij zit boordevol verhalen over de streek en geeft je zeker tips over wat je zeker wel en niet moet bezoeken. Mayo - Het meest interessantste van deze county was Downpatrick Head, een door de wind geteisterde rots die van het vasteland werd gescheiden door een storm. De ideale plaats om je dag te beginnen met een kustwandeling. Het enige gebouw dat hier nog staat is een oude uitkijkpost van tijdens de Tweede Wereldoorlog.Door het feit dat we hier ’s morgens vroeg al kwamen, waren wij dan ook de enigste mensen in heel de omgeving. Prachtig gewoon! Op plaatsen zoals deze kan je uren aan de afgrond van een klif zitten om te kijken hoe de golven de rotsen steeds verder en verder inkerven.Nog een interessante plaats was Carrowkeel Passage Tombs, graven van meer dan 5000 jaar oud. Het is echter wel een steil stuk dat je omhoog moet rijden, wat je beter met een 4x4 kan doen, maar mits enige voorzichtigheid geraak je er ook met een standaard auto. Eenmaal aangekomen moesten we ook nog een stuk door de modder omhoog klauteren. Indien je van zo’n dingen houdt, zeker de moeite waard. Voor mij persoonlijk vond ik het de moeite van al het klimwerk niet waard, maar dit kan misschien ook komen door het feit dat we nog niets gegeten hadden die dag. Donegal - Geheel onverwacht kwamen we langs het kleine dorpje Ballyshannon, wat volgens de inwoners het oudste stadje van Ierland was. Uiteraard is dit niet waar, maar ze zeggen dit enkel om toeristen te lokken. De enigste reden waarom wij gestopt zijn, is door het standbeeld van Rory Gallagher, een Ierse bluesmuzikant. Blijkbaar is hij hier geboren en elk jaar worden hier nog verscheidene festivals gehouden ter ere van Rory. Er is dan ook een klein museum, boven een winkel dat beddengoed verkoopt, dat het leven van Rory verder toelichtte.Nog een voorbeeld dat vele toeristische plaatsen nog gesloten waren totPasen, was Donegal Castle. Helaas, maar misschien zorgt dit er wel voor dat we ooit nog eens terugkomen. Slieve League, één van de hoogste zeekliffen van Ierland en tevens één van onze laatste stops op deze trip. Moesten we van Noord naar Zuid getrokken zijn, had dit waarschijnlijk meer indruk nagelaten, maar we hebben veel spectaculairdere uitzichten gezien in het zuiden. Desondanks is het nog steeds waard om hier te stoppen, al is het gewoon voor de weg er naartoe. Deze is namelijk heel leuk om te rijden en voert je soms heel dicht langs de rand van de kliffen.Onze laatste stop en bovendien het meest noordelijke punt van Ierland was Malin Head. Door onvoorziene omstandigheden hadden we per ongeluk ons hotel geboekt in het verkeerde stadje en moesten we nog 2,5 uur rijden om hier te geraken. Iets wat normaal maar een half uur had moeten duren. Hetzelfde als Slieve League, een prachtige plaats om mee te beginnen, maar er zijn leukere plaatsen richting het zuiden. Wel een heel leuke plaats om te wandelen doorheen de natuur met uitzicht op de kustlijn. Meer dan 3000 km later en het besef dat twee weken eigenlijk te kort zijn indien je meer wil genieten van activiteiten of om uit te rusten op een strand, was onze roadtrip langs de Wild Atlantic Way ten einde. Een trip doorheen een land waar het mogelijk is om 4 seizoenen op 1 dag mee te maken, langs kleine, smalle wegen net groot genoeg voor 1 auto. Wil je er even tussenuit, boek een vliegtuig via Air Lingus (dit kan vanaf €150), huur een auto en laat de wegen je leiden langs de fraaiste uitzichten langs de Ierse kust.

Nick Van Loy
0 0

Het Brughuis

In die vijf jaar was er weinig veranderd aan Het Brughuis. Doorheen zijn jeugd was dat de enige constante dat onveranderd bleef. Het enige dat steeds anders was, waren de eigenaars. Het leek alsof de eigenaar het steeds maar enkele jaren volhield. Elke drie jaar werd er van eigenaar gewisseld, wat resulteerde in een nieuwe constante. Na drie jaar kon je er op wedden dat er iemand nieuw aan de teugels trok.  Vijf jaar geleden was het dat Lewylyn deze plaats nog bezocht had. Het was op deze plaats dat zijn toenmalige vriendin een einde had gemaakt aan hun jarenlange relatie. Natuurlijk was het vanzelfsprekend dat Lewylyn deze plaats meed. Hij wou niet telkens weer herinnerd worden aan de avond dat zijn leven ineen stortte. Na enige overtuiging van zijn innerlijke demonen, besloot hij toch plaats te nemen op het terras. De zon had moeite om door te breken doorheen het wolkendek, maar eens de lichtstralen op het eeuwenoude gebouw schenen, vroeg hij zich af waarom het zolang had geduurd voor hij hier terug kwam. Het gebouw zelf was in al die jaren weinig veranderd. De enkele ouderdomsscheuren waren ondertussen opgevuld, maar dit bracht enkel maar meer charme toe aan het eigendom.  Na zijn breuk met de liefde van zijn leven had hij geen contact meer met haar, maar de liefde voor haar is nooit weggegaan. Ze zat nog steeds in zijn hoofd, maar met de jaren heeft hij het een plek kunnen geven vanachter in zijn hart. Haar fantoomijk aanwezigheid werd zo steeds meer naar de achtergrond gedreven.   Hij had er echter niet op gerekend dat alles, maar dan ook alles, in het Brughuis deze barrière zou doorbreken. Doordat de zeldzame lichtstralen de eiken biertonnen streelden, werd hij vrijwel onmiddellijk herinnerd aan het golvende bruin/rosse haar dat haar zo sierde. De barvrouw had net hetzelfde gestreepte t-shirt aan als hetgeen hij haar had gegeven nadat hij er rode wijn op had gemorst. Het jonge meisje aan de overkant had net dezelfde tic-nerveus als haar. Elke keer ze zich ongemakkelijk voelde, begaf ze haar hand naar haar linkeroor. Bijna als een reflex bestelde Lewylyn hun lievelingsdrank, een Maneblusser. Het was hun liefde voor deze Mechelse streekdrank dat hen bijeen had gebracht.  Vijf jaar lang had hij haar niet meer gezien, maar op deze bewolkte zondagmiddag leek het alsof ze vlak naast hem zat.   Het geluid van de Dijle en de vele Maneblussers deden hem richting het sanitair wandelen. Hier waande hij zich net weer op Groezock, het festival waar ze elk jaar als koppel naartoe gingen. De plassen urine voor het toilet, vermengd met de geur van gemorst bier en modder, brachten hem weer naar zijn zeventienjarige zelf. Bijna geconditioneerd gebruikte hij steeds hetzelfde hokje. Daar, in de rechterhoek stond het geschreven, de woorden die voor eeuwig zijn melancholie zouden aanwakkeren: hun namen, enkel en alleen gescheiden door een hart, iets wat normaal eeuwig had moeten duren, vertoonde nu ook al enkele barsten. Wolken hadden ondertussen de zon volledig doen verdwijnen, en al slenterend, verzonken in gedachten, liep hij richting de metalen ophaalbrug. Halverwege, al zwevend boven de Dijle, gescheiden door metaal, hield hij halt. Startend in het niets keek hij voor zich uit, tot het geluid van bewegend water zijn aandacht trok. Zijn blik schuimde af over het water, zoekend naar iets specifieks. En net daar, vijf meter voor hem, zag hij een reflectie van hem en de liefde van zijn leven. Omstaanders gingen nietsvermoedend verder met hun drinkrituelen, terwijl Lewylyn zijn blik gefocust bleef op het water. Een spelend kind gooide net op dat moment een steen in het water, op die precieze plek in het water, waardoor de reflectie stilaan, maar zeker begon te verdwijnen in het niets. Als een reflex wou Lewylyn er achteraan springen, al grijpend naar een reflectie van een gelukkigere tijd. Nog net voor Lewylyn zijn voeten van de grond raakten, greep iemand hem bij de arm. “STOP! NIET DOEN!” riep een vertrouwde stem hem toe. Zijn blik staarde naar Anke, de liefde die hem vijf jaar geleden zijn wereld deed instorten. Op het water was de reflectie helemaal glad gestreken, alsof het water van de Dijle in het teken stond van een schone lei…   EINDE

Nick Van Loy
0 0

Obariyon

De hele omgeving was op een paar dagen tijd volledig tot een waar herfstspektakel omgetoverd. De grond lag bezaaid met duizenden, gedroogde bladeren. Degene die nog steeds volhardend aan de bomen bleven hangen, dreigden elk moment hun strijd te moeten opgeven. Een spoor van kleine, witte wolkjes rees op vanuit de schoorsteen. Gedurende de wintermaanden kon het hier best koud worden. De enige verwarming in zijn hut was een oude houtkachel. Buiten een paar roestplekken werkte deze nog goed. Het deed waarvoor het moest dienen, meer moest niet voor hem. Als Kaito het warm wou hebben, moest hij gewapend met een bijl, diep het bos ingaan om hout bijeen te sprokkelen. Vond hij niet genoeg, dan zocht hij speciaal achter een oude, zieke boom om neer te vellen. Ook al duurde het zo soms uren om genoeg hout te vinden, hij wou de jonge bomen een kans op leven geven. Wederzijds respect noemde hij het. Tenslotte zouden bomen de mens wel kunnen overleven. Hetzelfde met zijn eten, hij doodde enkel hetgeen dat hij volledig zou opeten en gebruiken.   Kaito had deze hut met zijn eigen bloed, zweet en tranen gebouwd, samen met zijn broer. Het was misschien niet zo groot, maar meer had hij niet nodig. Hij had afstand gedaan van al het materiële, geen afleidingen meer. Doorheen de jaren was er een zekere afkeer voor de maatschappij in hem gegroeid. Hij kon het niet langer uitstaan om hier nog langer deel van uit te maken. Het werd zelfs zo erg dat hij andere mensen begon te mijden. “Ze zouden je alleen maar doen lijden,” dacht hij bij zichzelf. Kaito zat er niet ver naast. Heel zijn leven was hij in dienst geweest bij hetzelfde bedrijf. Op een gegeven moment stond hij zelfs aan het hoofd van zijn eigen afdeling, leidinggevende over een tiental mensen. Toen het echter slechter begon te gaan met het bedrijf, aarzelde ze niet om hem als eerste te laten gaan, omwille van zijn leeftijd zogezegd. Geld was voor hen het allerbelangrijkste. Dat ze zijn leen verwoestten was voor hen niet belangrijk.Gezien zijn leeftijd was er geen enkel bedrijf dat stond te popelen om hem nog in dienst te nemen. Gedurende enkele jaren was Kaito werkloos, maar af en toe kon hij nog ergens een tijdelijke job strikken. Wanneer één van zijn beste vrienden met een lucratief voorstel afkwam, aarzelde hij geen seconde. Zijn laatste spaargeld investeerde hij in het bedrijf van zijn vriend, met de belofte dat hij zijn geld verdubbeld zou terugkrijgen. Wanneer ook dit bedrijf ten onder ging door de economische crisis, was zijn vriend echter met de noorderzon vertrokken, inclusief met Kaito zijn laatste spaargeld. Geld dat hij nooit nog zou terug zien. Op dat moment besefte Kaito dat hij niemand echt kon vertrouwen, zelfs zijn beste vrienden niet. Niet veel later verbrak hij dan ook al het contact met iedereen die hem voordien nauw aan het hart lagen. Geld was de regesten ziekte die de mensheid kende, de oorzaak van alle miserie op aarde. Iets wat ervoor had gezorgd dat we een beschaving konden uitwerken, zou uiteindelijk ook zijn eigen ondergang worden. Toen uiteindelijk ook het moment kwam dat Kaito zijn huis moest verkopen om alle rekeningen te kunnen betalen, was voor hem de maat vol. Hij liet alles achter en nam zijn toevlucht tot de hut die hij samen met Yuuto, zijn oudere broer, had gebouwd toen hij 26 jaar oud was. Ze hadden dit gebouwd om een soort clubhuis te hebben waar ze de drukte van Shizuoka* konden ontvluchten. Een plaats waar ze in alle stilte konden gokken, drinken en alle andere activiteiten die het daglicht beter niet zagen. Geregeld kwam Yuuto hier ook met vrouwelijk gezelschap voor een romantisch weekendje, zoals hij het graag noemde.   Wanneer er enkele wandelaars spoorloos waren verdwenen op een week tijd, staken er verschillende geruchten de kop op. Van een zelfmoordpact, wat wel vaker gebeurde in de regio rond Mt. Fuji, tot zelfs een seriemoordenaar. Toen ze een tijdje later enkele van hen hadden gevonden, of wat er nog van overbleef, kwam er snel de de legende van een Obariyon* ter sprake. Een Obariyon wachtte in de bossen op nietsvermoedende reizigers, om dan op hun rug te springen. Als de reiziger hem meedroeg op zijn rug, werd het monster zwaarder en zwaarder. Tegelijkertijd knauwde het op de schedel van de reiziger, om hem nog meer pijn te bezorgen, tot hij uiteindelijk zou bezwijken onder zijn gewicht. In meeste gevallen was een ontmoeting met één van deze Yokai* niet dodelijk, en gaf het enkel rugklachten, maar toch wezen de bewijzen op zijn aanwezigheid. Yuuto was altijd al bijgelovig geweest, en toen hij hoorde van een Obariyon die zogezegd in de buurt zou rondhangen, is hij nooit meer in de hut geweest. “Je kan daar beter wegblijven,” zei hij nog tegen zijn jongere broer. Maar Kaito was een realist. Hij geloofde helemaal niet in dingen die hij niet met zijn eigen ogen had gezien, dus hij bleef nog wel geregeld de hut bezoeken. Tot het moment er kwam dat het menselijke egoïsme hem ertoe had genoodzaakt om er permanent zijn woning van te maken. Het was een grauwe dag in oktober. Wolkenvelden verhinderden elke poging van de zon om door te breken. Kaito had beter een ander seizoen gekozen om te verhuizen, maar als hij het in deze condities kon overleven, zou het altijd wel lukken. Hij was op zijn dagelijkse zoektocht naar brandhout toen hij zijn mening over Yokai moest herzien.   Een felle regenbui had een uur voordien het hele landschap omgetoverd tot een ware modderpoel. Droog hout vinden in deze omstandigheden zou een heuse onderneming worden. Bij elke stap zonken zijn voeten keer op keer diep in de modder weg. Een krachtstrijd tegen de natuur die de hele dag zou duren en hem uiteindelijk uitgeput zou achter laten. Het zag er naar uit dat Kaito het die avond niet warm zou hebben. Hij werd genoodzaakt om met lege handen huiswaarts te keren. Wanneer zijn voet voor de miljoenste keer vast kwam te zitten in de diepe, bruine smurrie, hoorde hij een stem in de verte. “Tasukete*!” Het klonk als een kinderstem. Het hulpgeroep van een kind drong door tot diep in zijn ziel. Met moeite trok hij zijn been los, alsof de kreet om hulp hem net dat beetje meer kracht gaf. De kreet leek uit het oosten te komen, de tegenovergestelde richting van zijn hut. Toch kon hij zich niet weerhouden om te gaan kijken. Ook al had hij een afkeer van mensen, hij kon geen kind in nood achter laten. Met zijn bijl in hand, baande hij zich een weg naar het oosten. “Tasukete!” Het kwam steeds dichterbij. Hij was duidelijk in de juiste richting aan het lopen. In eerste instantie dacht hij dat er een kind, net zoals hij, vast kwam te zitten in de modder. Maar toen hij eindelijk bij de oorsprong van de hulpkreet was aangekomen, was er niemand te bespeuren. Geen kind, geen modderpoel die groot genoeg was om in vast te komen zitten. Kaito krabde in zijn haar en vroeg zich af wat er in godsnaam aan de hand was. Had zijn eenzame afzondering eindelijk zijn tol geëist? “Obusaritei*!” klonk het opeens boven hem. Verschrikt richtte hij zijn aandacht op de boomkruinen. “Wie klimt er nu met dit weer in een boom,” dacht hij bij zichzelf, “en dan nog op zo’n afgelegen plaats?” Hij bleef rondkijken, in de hoop de kleine jongen te spotten, maar er was niemand te bespeuren. Kaito dacht dat hij gek aan het worden was, tot opeens de stem weerklonk in de dichte vertakkingen boven hem. “Obusaritei!” “Waar zit je dan?” vroeg Kaito. Wederom kwam er geen antwoord. Zijn ogen kamde de hele omgeving uit, maar nog steeds kon hij niemand vinden. “Obusaritei!” “Ik wil wel, maar dan moet ik eerst…” Voor hij zijn zin kon afmaken, viel er een zware last op zijn schouders. Door het gewicht zakte hij op zijn knieën in de modder. Zijn handen liet hij vallen op een paar platgestampte bladeren.   Minutenlang probeerde Kaito recht te komen, maar hij was uitgeput. Het gewicht duwde hem steeds terug de modder in. Hij greep zijn laatste wilskracht bijeen en uiteindelijk lukte het hem om recht te komen. Met bibberende knieën probeerde hij zicht stap voor stap richting zijn hut te begeven. Eénmaal hij recht was gekomen leek het gewicht wel mee te vallen. Het had hem gewoon verrast, dat is al. Alleszins dat probeerde Kaito zich toch wijs te maken. Met elke stap die hij nam, werd het gewicht zwaarder en zwaarder. Steeds verdwenen zijn voeten dieper in de modder. In de verte zag hij hoe zijn laatste brandhout, klein witte wolkjes door de schoorsteen joeg. Hij besefte maar al te goed dat de laatste warmte zich een weg door de spleten in de muur naar buiten baande. Na een uitputtende trektocht, door het nu moeras geworden gebied, bereikte hij uiteindelijk zijn vertrouwde hut. Eénmaal toen hij binnen was, greep hij met beide handen naar zijn schouders, in een allerlaatste poging om het gewicht van zijn rug te gooien. Hij zakte bijna ineen in deze poging, maar uiteindelijk lukte het hem om zich te bevrijden van de zware last. Terwijl hij de last op de grond had gegooid, was hij echter verbaasd dat er geen mens of geen Yokai lag. In de plaats lag er een groot aardewerk voor zijn voeten, tot op de rond gevuld met goudklompjes. Meeste reizigers zouden de kreet van een Obariyon negeren, maar diegene die zo vriendelijk waren om de last te dragen zouden rijkelijk beloond worden. Het gebrek aan egoïsme had ervoor gezorgd dat Kaito in alle weelde van zijn laatste dagen kon genieten.     Shizuoka: Shizuoka is de hoofdstad van de prefectuur Shizuoka in Japan. Obariyon: een mensachtig wezen dat in bossen leeft. Het wil enkel een lift op de rug van reizigers, wat resulteert in hevige rugpijn. Yokai: bovennatuurlijke wezens uit Japanse mythologie en folklore. Obusaritei: Ik wil een ritje op de rug.  

Nick Van Loy
0 0

De wachter van Rubjerg Knude Fyr

De ijzige wind sloeg genadeloos toe op de kale krijtrotsen. De laatste jaren hadden de natuurkrachten lelijk huis gehouden op de laatste vuurtoren van de streek. De meeste van de rotsen waren ondertussen bijna volledig afgebrokkeld, waardoor de vuurtoren elk moment dreigde in te storten, al tuimelend de dieperik in. Wanneer dit kon gebeuren, kon niemand vertellen. Het kon elk moment gebeuren, maar evengoed kon het er nog enkele jaren tegenaan. Iedereen vroeg zich af waarom Erland weigerde te vertrekken. Emotioneel gebonden, zoals hij het altijd mooi kon verwoorden. Maar de laatste tijd leek het alsof hij stilaan toch begon te twijfelen. Hij kwam in ieder geval verward over volgens de trouwe wandelaars die er wekelijks passeerden, steeds verloren lopend in zijn eigen, diepe gedachten. Onwetend wat er echt in Erland omging.   De laatste donderdag van November had Erland er genoeg van. Vandaag zou het gebeuren, had hij beslist. Het moest uitsluitend vandaag. Hij trok zijn laatst gekochte kostuum aan, een donkerblauw driedelig maatpak van Zegna, en knoopte zijn das. Het was even geleden, maar de handeling zat er nog steeds ingebakken. Een laatste spier herinnering aan zijn legerdienst. Hij greep zijn nieuwe loafers en deed deze zorgvuldig aan. Hij wilde er absoluut piekfijn uitzien voor deze gelegenheid. Loafers vond hij gemakkelijk, ook al zag hij nog steeds een klassiek geklede schoen nog altijd het liefste. Sinds het ongeval kon hij echter niet meer zo goed door zijn rug, dus wilde hij de simpele handeling van veters knopen liever achterwege laten. Zijn ogen dwaalden nog een laatste keer door de vuurtoren, zijn hand al glijdend over de zetel waar hij de laatste jaren elke avond in doorbracht. Een langspeelplaat van Miles Davis, een kop warme koffie en een boek van zijn favoriete auteur, meer had hij niet nodig. Een TV had Erland niet; hij wilde niet gehersenspoeld worden door alle hersenloze inhoud van wat ze tegenwoordig hoogstaande televisie noemden. Dit was dan ook het eerste dat hij had weggegeven. Nadien volgden steevast het merendeel van zijn bezittingen. Hij wilde een simpeler, minimalistisch leven leiden. Eén met de natuur rondom, dat was zijn grootste wens. Vandaag, vandaag ging het werkelijkheid worden. Hij liep door de grote, houten deur en liet zijn hand nog een laatste keer rusten op het hout dat de natuurkrachten met trots had doorstaan. Zo wilde Erland ook zijn, gehardend door al de gebeurtenissen in zijn leven, maar hij kon het niet. Een gebroken man stond nu buiten aan de vuurtoren van Lønstrup.   De natuur had ervoor gezorgd dat de hele omgeving omringd werd door duinen. Op een warme zomerdag waande je jezelf in de Sahara woestijn. Doorheen de jaren begon het zand meer en meer ruimte in te palmen. Begin dit jaar begon het uiteindelijk ook de vuurtoren te consumeren. Stuk voor stuk werden de duinen groter en groter, tot het tenslotte het licht van de vuurtoren blokkeerde en het compleet van zijn enige taak ontnam. Het lot van de toren werd hiermee bezegeld. Binnen dit en een jaar zal het ofwel volledig verdwijnen onder een dikke zandlaag of het zou te pletter storten in de oceaan. Erland probeerde de diepe zandputten te vermijden. Gelukkig lagen de meeste aan de andere kant van de toren. Met kleine, welgeplaatste stappen verplaatste hij zich richting de kliffen. Een laatste blik werpen op de woeste oceaan, dat is wat hij wou. De plaats waar hij verscheidene schippers de weg toonde in deze woeste wateren. Hij had een vaste plaats waar hij vroeger met Laerke, zijn vrouw, kwam kijken naar het ontembare water. De momenten dat hij kwam kijken met haar leek het water rustiger dan anders. Het was alsof ze ook een kalmerend effect had op de oceaan, net zoals ze dat ook had bij Erland. Het duurde echter niet lang voor deze plaats en de bijhorende herinneringen aan zijn vrouw, hem emotioneel maakten en de eerste tranen uit zijn ogen ontsnapten, die bijna onmiddellijk door de wind werden opgeschept. Dit was het, dit was het moment dat alles zou eindigen voor hem.   Erland nam een laatste keer diep adem, knoopte netjes zijn vest dicht en trok zijn das millimeter juist. Hij maakte zich klaar om één laatste grote stap te nemen in het oneindige. Eén grote stap en een grote dosis moed was al wat hij nodig had op dit moment. Het laatste beeld van de oceaan stond op zijn netvlies gebrand zodra hij zijn ogen zachtjes sloot. Erland raapte al zijn moed bijeen en maakte zich klaar om zijn laatste daad als vuurtorenwachter te verrichten. Net op dat moment voelde hij iets langs zijn benen bewegen. Zijn verbazing was groot toen hij een zwarte kat opmerkte, strijkend langs zijn benen. Dit was de allereerste keer dat Erland hier een dier zag dat geen vogel was, laat staan dat hij hier een huiskat zou tegenkomen. Zijn ogen werden begroet door twee, grote starende kattenogen, zonder ook maar één keer te knipperen. Het leek net alsof het iets wou van Erland. Nooit had hij verwacht dat hij op zijn laatste dag verwikkeld zou geraken in een staarwedstrijd met een typische huiskat. Uiteindelijk moest hij het onderspit delven en kon hij het niet laten om als eerste te knipperen. Vol trots strijkte de kat een laatste keer langs zijn been om zich nadien te begeven naar de bank waar Erland altijd met zijn vrouw ging kijken naar de golven. Toen Erland zich terug richting de oceaan keerde, werd hij tegengehouden door luid gemiauw. Het was alsof deze kat hem riep naar zijn vertrouwde plek. Het gemiauw werd steeds luider en luider, tot het moment dat hij het niet meer kon negeren en hij richting de zitbank werd aangetrokken.   Erland maakte zijn vest los en nam plaats op de bank. Zodra hij nog maar het hout rakelings raakte, duwde de kat haar kop tegen zijn zij. Het was niet meer dan een lichte aanraking, maar Erland voelde vrijwel meteen een vertrouwensband met het dier. “Wat is er allemaal?” vroeg hij terwijl hij zijn hand liet neerdalen op het voorhoofd van de kat. Hij wist zeer goed dat een kat natuurlijk niet kon antwoorden op zijn vraag, maar dit weerhield hem echter niet om zijn vraag toch te stellen. Niet dat hij een antwoord verwachtte, maar het zat in de menselijke aard om dit te doen. Niettemin hielp het tegen het eenzame gevoel dat hij al dagen met zich meedroeg. “Wat doe je hier toch? Dit is helemaal geen plaats voor een kat!” Als een manier van antwoord nestelde de kat zich helemaal in tegen de zij van Erland. Minutenlang keken ze zo samen naar de neerslaande golven. “Weet je,” de stilte doorbrekend, “Ik kwam hier eigenlijk naartoe om er een einde aan te maken.” Niet dat de kat hem überhaupt begreep, maar toch vertelde hij verder. “Ze hebben besloten om uit veiligheidsredenen de vuurtoren te verlaten. Dit was nog de enige bezigheid die ik had na de dood van mijn vrouw.” De kat gaf een iets harder kopje, gevolgd door spinnende geluiden. “Ah zo, je wil meer weten over mijn vrouw?” Erland staarde een tijdje naar de kat, alsof hij nog steeds op een antwoord wachtte. “Wel,” begon hij te vertellen, “Ik leerde Laerke kennen vlak voor ik naar de oorlog vertrok. Je kan je natuurlijk inbeelden dat dit niet zo gemakkelijk was, voor geen van beiden.” Erland begon plots te lachen toen hij besefte dat hij nog steeds tegen een kat aan het praten was. “Natuurlijk kan je je dat niet inbeelden, haha. Maar goed, doorheen de hele periode dat ik overzee was hielden we contact door middel van brieven. Ik kan me inbeelden dat dit een heel bange periode voor haar was. Nooit met zekerheid weten of ik wel heelhuids naar haar zou terugkeren. Het geluk kon dan ook niet op toen ik onaangekondigd voor haar deur stond met een boeket bloemen en een amulet die ik speciaal voor haar had uitgekozen. Op een lokaal marktje viel mijn oog net op een amulet in de vorm van een apenhand die een heilige steen uit de Mekong rivier vasthield. Deze waren blijkbaar door een sjamaan gebruikt bij zogenaamde genezingen. De amulet zou dan op de te behandelen plaats worden gelegd als hulpmiddel bij een genezing. Volgens mijn toenmalige gids waren amuletten zoals deze vrij tot zeer zeldzaam. Dus natuurlijk twijfelde ik geen seconde en kocht hem met mijn laatste lokale munten. Laerke had een fascinatie voor apen, dus ik wist met absolute zekerheid dat ze hier blij mee zou zijn.” De wind was ondertussen geminderd en geleidelijk aan begonnen er kleine openingen te ontstaan in het dichte wolkenpak boven de kliffen. De verdwaalde zwarte kat lag nog steeds in Erland zijn zij gekruld, nog steeds spinnend van tevredenheid. Erland kon zelf ook niet geloven dat zijn humeur stilaan beterde. Zijn rechter mondhoek ging een klein beetje omhoog. Het was duidelijk dat hij een glimlach probeerde te onderdrukken. Ook al zou hij het zelf niet zo snel toegeven, maar dit deed hem deugd. Zijn verhaal ging verder.   “Het was moeilijk om mij terug aan te passen aan de maatschappij nadat ik van de oorlog was teruggekeerd. Niet dat ik vreselijke dingen had gedaan, maar het was tenslotte een oorlog. Verschrikkelijke dingen heb ik gezien, terwijl ik machteloos stond toe te kijken. Nu zouden ze dit posttraumatische stressstoornis noemen, maar deze diagnose bestond toen nog niet. Gelukkig had ik Laerke die me erdoor hielp. Zonder haar zou ik er nu waarschijnlijk niet meer zijn. Maar ook zij kon mij niet beletten om een toevlucht te zoeken tot alcohol. Whisky en absint waren mijn beste vrienden. En nu, nu zijn ze mijn ondergang geworden. Het waren zij die mijn leven verwoest hebben, in samenwerking met mezelf.” De kat maakte zich los van Erland en kroop met uiterste zachtheid op zijn schoot. Een paar zachte dabjes met zijn voorpoten was al de voorbereiding die ze nodig had om zich tot een balletje om te vormen. Erland liet zijn hand rusten op de kleine zwarte pluisbal op zijn schoot. Met elke ademhaling voelde hij zijn hand op en neer gaan. “Ik had moeite om een job te behouden. Ik ging van de ene werkplaats naar de andere. Door mijn dienstplicht heb ik mijn studies nooit kunnen afmaken, dus werken met mijn handen was al dat ik kon. Ik ging van timmerman naar loodgieter, van houthakker naar dakwerker, maar door mijn aanhoudende drankprobleem kon ik het nergens langer dan een jaar uithouden. Uiteraard had ik verscheidene pogingen ondernomen om er vanaf te geraken, maar telkens gebeurde er iets waardoor ik herviel in de wereld van alcohol. Tot er iets gebeurde dat heel mijn wereld ondersteboven zette, dat mij wakker heeft geschud. Helaas met een onbetaalbare tol, het leven van mijn vrouw.” Een traan ontsnapte langs zijn linker ooghoek. Het begon met één, maar door deze gebeurtenis terug op te rakelen, volgde er snel een rivier van verdriet.   “Na mijn zoveelste ontslag ben ik op een avond dronken achter het stuur gekropen. Ik dacht dat ik hiertoe nog in staat was, in die mate dat ik zelfs een fles whisky in mijn hand had achter mijn stuur. Ik was bijna thuis, zag onze oprit steeds dichterbij komen, toen plotseling mijn fles uit mijn hand op de vloer viel. In mijn toestand wilde ik geen druppel van mijn vloeibare vrienden verspillen, dus ik bukte mij om het op te rapen. Had ik dit niet gedaan , had ik waarschijnlijk gemerkt dat Laerke naar buiten was gekomen en mij stond op te wachten op de oprit, aan het begin van de straat. Ik merkte pas wat er gebeurd was toen de auto tot stilstand was gekomen tegen de garagepoort. Laerke was op slag dood en zat nog steeds gekneld tussen de wagen en de garagepoort.” Deze gebeurtenis had Erland gebroken. Sinds dat moment heeft hij nooit meer in een auto gezeten, zelfs niet als passagier. De zwarte kat keek hem aan met grote, gele ogen. Het was alsof Erland naar een volle maan in een ver melkwegstelsel aan het kijken was. Toen de kat zich nogmaals omdraaide en in een andere positie ging liggen, viel het hem pas op dat het een witte plek had op haar borststreek. Een vorm die hij vaag herkende, maar voor hij deftig kon kijken, plaatste ze haar kop terug op zijn schoot. “Ik wou mij volledig afzonderen van de wereld,” ging Erland verder, “toen er een vacature als vuurtorenwachter vrijkwam aan de andere kant van het land, greep ik deze kans met beide handen. Ik verdiende het in mijn ogen niet om nog langer actief te zijn in de gemeenschap. Dus dit was de ideale manier, afgezonderd en ik kon boete doen om toch nog mensen te helpen. Talloze schippers heb ik op deze manier gered. Het is pas nu dat ik vind dat ik ook nog maar een klein beetje van boete heb gedaan voor mijn daad, ook al zal het nooit genoeg zijn.” Nu ze ook dit van hem zouden afnemen, zag Erland nog maar één uitweg, één worden met de natuur, want zoals de vuurtoren Rubjerg Knude Fyr heeft duidelijk gemaakt: de natuur overwint altijd!   Erland maakte aanstalten om recht te komen, waardoor de kat van zijn schoot sprong. Erland stond recht, maakte de knop van zijn vest terug vast, aaide de zwarte kat nog een laatste keer over haar kop en keek in de richting van de kliffen. De oceaan was nog steeds ruw en golven sloegen hardnekkig toe op de rotsen. De zon had ondertussen alle wolken verdreven. Een idyllisch plaatje voor zijn laatste daad als vuurtorenwachter. Stap voor stap begaf hij zich richting de afgrond. Net voor hij het einde naderde, hoorde hij een luid gemiauw, komende van de bank waar hij net zijn levensverhaal had verteld. Toch kon Erland het niet laten om nog een laatste keer achterom te kijken. Daar zag hij in de verte de vuurtoren. Vanaf hier zag hij pas hoe genadeloos de natuur had toegeslagen. De onderste gebouwen waren bijna volledig bedolven onder het oprijzende zand van de duinen. Het was een wonder dat hij nog steeds binnen en buiten kon. Hij liet zijn blik neerdalen richting het bankje, waar hij de zwarte kat rechtop zag zitten met haar staart rond haar voorpoten gewikkeld. Haar goudkleurige ogen staarden diep in zijn ziel. Toen merkte Erland de witte vlek op haar borst op, een kleine plek in de vorm van een hand. In het midden zat nog een klein zwart vlekje, net zoals de amulet die hij van Laos had meegebracht voor Laerke. Vrijwel meteen viel Erland op zijn knieën in het zand. Zijn handen bedekten zijn ogen en niet veel later barstte hij in tranen uit. Eindelijk had hij het gevoel dat hij niet meer alleen hoefde te zijn. Zijn taak als vuurtorenwachter zat er eindelijk op.

Nick Van Loy
22 0