ruud

Gebruikersnaam ruud

Teksten

Typen op een Remington

Kerstmis uit mijn jeugd, wat is de eerste kerstmis uit mijn jeugd die ik mij herinner. Het is Kerstmis 1967, het eerste jaar wat ik mij herinner met een jaartal. Wij wonen net in Simpelveld en dat was al iets geweldigs, we waren verhuisd en nu kregen we met kerstmis een echt kerstdiner. We waren er al dagen druk mee aan de gang geweest want we moesten met de vier oudste de menukaarten tekenen en papa zou dan ’s avonds de gerechten erop typen. Wij zaten dan met zijn alle om hem heen en alle zes wilde we wel eens kijken hoe dat typen op de Remington ging. Reuze spannend, dat wel maar ik vond het echt wel spannender om te weten wat dat heldere rund soep met lettervermicellie nou eigen lijk was en al helemaal dat kippenpasteitje met een bladerdegenhoedje. Die Parijse aardappeltjes met haricot vers en die runderrollade met champignons. Het waren allemaal termen en gerechten waar ik nachten niet van sliep. Het toetje was overigens ijs met slagroom, De dag kwam en we zaten aan tafel en ik vond het geweldig! Heb het altijd geweldig blijven vinden en zo ook nu komende kerst. Dan toveren we het huis om voor een groep van 21 man en die gaan genieten van een zeven gangen kerstmenu. Ik ben er achter gekomen dat het koken meer een kwestie is van goed plannen en daarmee een hoop voorpret, daarnaast vind ik het voorproeven ook steeds belangrijker, dus probeer ik alles van tevoren uit. Zo ga ik morgen verse pasta maken om te kijken of ik dat al twee dagen van tevoren kan maken en als dat mijn kwaliteitsproef doorstaat doe ik er in een tussengerecht een tomatensaus van tonijn en makreel bij serveren, anders verzin ik iets anders. Dat is voor mij Kerstmis, ontstaan bij de Remington van mijn vader tijdens het typen van een menu, waar vijf anderen zaten te kwijlen om op een letter te mogen drukken, terwijl ik mijn moeder vroeg wat dat nou eigenlijk was een bladerdeeghoedje. Ze bagatelliseerde het met , dat zit in het pasteitje zij ze een beetje verveeld. Maar ik heb overigens wel de Remington geërfd, en niemand snapte waarom.

ruud
0 0

Blauw, strakblauw

Blauw, en dan het liefst de royal blue variant, och het maakt niet zoveel uit. Ik ben van blauw gaan houden toen ik vroeger in het gras lag, naar de strakblauwe hemel keek en me voorbereide op de toekomst, die zondermeer succesvol zou worden, geluk en voorspoed en vooral veel kijken naar een strakblauwe lucht.   Mijmeren over van alles. Geen al te gek idee, strakblauw is ook de kleur van de lucht in het zuiden, tijdens de zonovergoten vakanties. Geen wolkje aan de lucht en enkel zon, vrijheid en zinderende hitte. Het echte trotse en succesvolle gevoel van welverdiende vakantie. Opmerkelijk hoe graag ik mag genieten van dat soort momenten, van de rust en de strakblauwe wolkeloze zon.   Ik zie het vaak terug op vakantiefoto’s, ik vind dat steeds weer schitterend, het maakt mijn vakantiebeleving pas compleet.   Het komt ook wel voor dat ik het blauw van de lucht ontdek in een stad, Parijs, New York. Ook daar zie ik veel foto’s waarbij ik het strakblauwe probeer vast te leggen. Ik weet dat ik een keer een fotowedstijd won met de fakkel van het vrijheidsbeeld tegen een werkelijk strakblauwe lucht, een beetje foto shop, dat wel, maar dat weet niemand. Ik was fier en trots op het winnen van de prijs, de foto schijnt nog ergens te hangen in de gangen van een DSM gebouw. Ook nu ik dit hier typ kijk ik langs een brug tussen Denemarken en Zweden tegen een strakblauwe lucht, met een vliegtuigje erop, nee niet ge-foto-shopt, maar wel apart, het verstoort het strakblauwe totaal niet...  

ruud
2 0

Niemand?

Ik ken niemand en niemand kent mij. Toch ben ik hier en ik zit aan een tafel met iemand die ik niet ken, die mij niet kent en we knikken naar elkaar met een glimlach. Ze drinkt een glas sinaasappelsap en leest een blad. Een blad dat we bij binnenkomst gratis kregen. Ze draagt een bril en lijkt me heel aardig. Waarom? Omdat ze bij mij aan tafel kwam zitten? Er zijn tafels genoeg, lege tafels en tafels waar mensen aan zitten. Verderop zitten twee gasten, die kennen elkaar wel. Maar ik ken ze niet. Mijn tafelgenote ook niet. Eén van de twee kijkt vaak naar ons, alsof ze ook aan onze tafel wilt zitten? Ik denk het wel. Het zou mij niet storen. Ik zou het zelfs op prijs stellen. Maar het gebeurd niet.   Als ik opkijk zie ik een meisje voorbij lopen. Ik ken haar niet en zij mij evenmin. Alhoewel, ze liep al meerdere keren voorbij. Ik heb haar meermaals met een glimlach aangekeken, dat heeft ze zeker in een ooghoek gezien! Ze reageert niet terug, geen glimlach. Toch ken ik haar niet en eigenlijk ook weer wel. Ze twijfelt nog, maakt nog steeds geen keuze voor haar plek. Uiteindelijk gaat ze verderop staan aan zo’n hoge tafel zonder stoel of kruk.   Ze draagt lang donkerbruin krullend haar. In een paardenstaart met een rood elastiekje. Ook heeft ze twee oorbellen die je vroeger als elf jarig meisje kreeg bij je eerste Heilige Communie. Ze lijkt quasi zoekend rond te kijken. Zoekt ze iemand die ze kent?   Kent ze net als ik ook niemand hier? Och ze weet het nog niet, ze is alleen niet meer onbekend. Terwijl niemand haar kent. Ik haar niet ken. Mijn tafelgenoot haar niet kent. Ik ken nog steeds niemand hier, maar jullie, kennen er wel al een paar.    

ruud
0 0

Opleiding

Publicaties

Prijzen