Bijgeloof
Op je eiland in de luchtGeland, met een vermoeide zuchtKoud en alleenNiet wetend waarheen
We vonden je daarDankzij je gestreepte haarWachtend op een zonnestraalMaar de lucht bleef grijs en graal
In een moment van blind vertrouwenHield ik mijn vinger uitgevouwenEn geheel akkoordKlom je aan boord
In ruil voor mijn warm velGaf jij me iets evenwelEen gevoel van verbondenheidMet de natuur zijn schoonheid
Maar nog voor ik dit kon doorvoelenZag ik je in je vleugels woelenJe liet me opgewarmd losVrolijk zoemend door het klamme bos