Als het huis slaapt
laat ik de letters stiekem binnen.
Dan zeg ik: “Welkom. Neem plaats in dit gedicht.”
In het begin komt er geen zinnig woord uit.
De o’s rollen met de ogen
v’s en w’s klappen dicht
een Griekse y loopt wat verloren
b’s en d’s maken zich dik
een k staat wankel op zijn poten
twee m’en roepen om hun mama
de q wil zijn plaats verloten
een ontzette z verkoopt wat drama
één p en drie f’en beginnen te zuchten
de a zet zich op de h en denkt na
enkele letters kunnen elkaar niet luchten
drie x’en dromen van erotische proza.
Gelukkig heb je nog de i’s en de j’s
die steken de koppen bij elkaar
want schrijven is lijden met lange ij
en voor je het weet
krijg je een gedicht voor mekaar.