Ik ben de wolf in schaapskleren
Ik verslind uw lammetjes en vul mijn teddyberen met hun wol
Ik stoof hun vlees en slurp hun stomend beenmerg met een glaasje moederlijke tranen erbij
Ik tel hun lijkjes om vredig in slaap te vallen
Ik vul de weide met kleine grafstenen
Ik heb geen zwaar geweten maar jouw kroost ligt wel zwaar op mijn maag
Ik steek je neer met de afgekloven botten van je kleintjes
Ik zaai onheil tussen de grassprietjes op het veld waar jullie ooit gelukkig waren
Ik ben dat ongekende waar jij schrik voor hebt
Ik ontbloot mijn tanden en jouw gemoedsrust springt zonder pardon de doodskist in
Ik grijns en stil mijn honger met jouw nageslacht
Ik verlang nog een dessertje dus begin maar al te lopen
Jij bent de volgende
