Ontspannen en tevreden, liggen ze elke ochtend getweeën, lepeltje lepeltje naast elkaar. Zalig, nog even nagenieten in de heerlijke warmte van elkaars nabijheid. Ze denkt aan het moment dat ze het heerlijke zoute vocht voelde, toen ze zachtjes tegen de ander stootte, voorzichtig tegen hem aanwreef, ondertussen innig genietend van de masserende strelingen en trillende bewegingen. Nu, na dat uurtje speelse verwennerij en weer heerlijk opgedroogd, kunnen ze beiden opnieuw fris aan de slag.
‘Waar moet jij zo naartoe?’, vraagt hij haar.
‘Oh, naar de vrouw des huizes denk ik. Die geeft de kleine man altijd pap op dit uur. Jij?’
‘Mazzelaar, melk. Lekker. Ik kan nog even blijven liggen maar mijn middag loopt geheel in de soep.’
‘Waarom zo’n vies gezicht?’
‘Het is meneer. Hij heeft de nare gewoonte om mij steeds tien keer af te likken. En hij stinkt zo uit zijn mond, dat wil je niet weten. Het is donderdag en dan staat tomatensoep op het menu. Daar zitten ik weet niet hoeveel tenen knoflook in. Bah! De combinatie van knoflook en brandend maagzuur is echt killing.’
‘Nou sterkte dan hé, schatje, vandaag. Vanavond zien we elkaar weer. Fijn! Ik kan niet wachten op de volgende beurt.’
‘Nee, ik ook niet. Tot vanavond dan, dag lieverd!’