Caravaggio & Artemisia

23 apr 2025 · 102 keer gelezen · 3 keer geliket

De lege bank en het tafeltje. Dat maakt dat je rechtover mij komt zitten. Ik zit met mijn ogen en mijn gedachten in een roman over het leven van kunstenares Artemisia Gentileschi, en ik ben net aan de passage toe over het werk ‘Judith onthoofdt Holofernes’ van Caravaggio. Misschien heb je ooit het werk gezien? Een jonge vrouw heeft het bijna volledig afgesneden hoofd van Holofernes in haar hand, maar wat Artemisia opvalt in het schilderij is niet de gruwel van het tafereel. Nee, zij heeft enkel oog voor de tepels van Judith die zacht door het witte hemdje heen priemen. Denk je ook niet dat dit een metafoor is voor de wereld vandaag? Naïeve vergankelijke schoonheid die vluchtig het onbehagen van de realiteit wegmoffelt. Heel even moet ik denken aan mijn eigen borsten, hard gezwollen door de melk, maar ook week en zacht door het moederschap. 
Je schuifelt wat heen en weer, onze knieën komen zo op nog geen centimeter van elkaar te zitten. We zinderen, ik voel de kleine elektrische golfjes die tussen ons drijven. Ik kijk in het raam naar je gezicht dat verlicht wordt door het blauwe licht van je laptopscherm. We zitten op de trein naar Leuven, dus misschien ben je een docent. Voor een student lijk je me te oud. Je grijze haren, de zachte groeven in je gezicht. Je blauwgrijze ogen, waarbij je linkeroog iets meer dicht staat door je hangend ooglid. Ergens straal je een doordeweekse weemoed uit. We zijn in het midden van de week, maar in je ogen zijn we nog afgelopen weekend. Of enkele jaren terug in het zuiden van Frankrijk waar jij een glas rode wijn drinkt, en je afvraagt of het leven ooit nog anders zal worden. Dan zie ik dat je kort mijn blik zoekt, me ook aan het peilen bent net zoals ik jouw verhaal al aan het schrijven ben. In dat korte moment kunnen we plots niet meer ontkennen dat we vreemden voor elkaar zijn. Er verschuift iets, en ik kan niet stoppen met schetsen. Zoals Artemisia haar penseel gebruikt, zo creëer ik met woorden jouw personage dat plots een nieuw levenspad bewandelt.
Ik kijk om me heen om mijn onrust te verbergen. Door zijn blik ben ik me plots bewust van de lijntjes in mijn gezicht die na de geboorte van mijn zoon dieper liggen. Mijn onopgemaakte gezicht dat de vermoeidheid van vele gebroken nachten verraadt. De trein raast door het landschap, en ik kijk hoe we de stad naderen. Het frisse groen wordt stilaan vervangen door grijze eentonigheid. De stem van de treinbegeleider, een krakende deus ex machina, verbreekt de betovering. Ik maak me los uit mijn pose en ik trek mijn jas aan. Even voelt het alsof ik naakt voor je zat en ik mijn kamerjas opnieuw over mijn schouders drapeer om jou verder te laten schetsen, enkele details die niet bij mijn lichaam horen toe te voegen. De realiteit die langzaam ombuigt tot fictie. Ik ken je niet maar heel even was je Caravaggio. En ik je Artemisia. Onze schetsen worden opgeborgen tot een volgende ontmoeting die er nooit meer zal komen. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

23 apr 2025 · 102 keer gelezen · 3 keer geliket