We bestudeerden het all-in menu. Crème van bospaddenstoelen, suggereerde de chef. Interessant. Of “fascinating”, zoals MasterChef-presentator John Torode met Brits flegma zou zeggen. Ik verlekkerde mij stiekem op een smeuïge paddestoelendip. Very well served met getoast brood of een donkere boerenboterham. Exciting, indeed.
Heel even meende ik dat de ober zich van tafel had vergist toen ik wat later tot mijn verbijstering ordinaire champignonnensoep kreeg voorgezet. Jazeker, de soep was “crèmeuse”, maar daar bestaat een woord voor: velouté.
Soep dus. Ik voelde me bedot, om de tuin geleid, want van bospaddenstoelen was al evenmin sprake. Geen morieljes, cantharellen of eekhoorntjesbrood. Mijn velouté moest het stellen met een zeldzaam stukje kastanjechampignon. Bref, de chef van dit etablissement viel jammerlijk door de mand. Wie zijn klanten schaamteloos het bos instuurt en creatiever is met woorden dan met ingrediënten, moet het maar als columnist proberen.