De eerste foto

Abetje
18 nov. 2020 · 6 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik heb een foto waarop Myrtel voor de eerste keer haar zusje ziet in het ziekenhuis. Ze kan maar net over de rand kijken van het witte bedje op hoge poten. Iedereen vroeg me waarom ik niet die andere foto had uitvergroot. Die waarop ze trots en lachend voor de camera poseert met haar kleine zus in haar armen.

Nee, geef mij die eerste maar. Die blik is veel echter, intenser. Je ziet haar veranderen. Van enig kind naar grote zus. Plots beseft ze dat er echt een baby in mama’s buik zat. Een levend wezentje. En dat ze zelf ook in die buik heeft gezeten. Dat ze echt zo klein is geweest als op de foto’s in háár babyboek. Ze legt een handje op de rand van het bed. Ze wil haar zusje aanraken, maar ze durft niet. Jana is zo broos en breekbaar, net een popje. Maar Jana ademt, ze is geen popje!

‘Wil je haar eens vastpakken?’, moedig ik haar aan.

Ze knikt. Onze eeuwige babbelkous kan even geen woord uitbrengen, dus ze knikt met alles wat ze heeft.

Het resultaat is te zien op foto twee.

‘Ik zal goed voor haar zorgen’, zegt ze. ‘Want vanaf nu ben ik haar grote zus.’

Zoveel toegewijdheid doet me als kersverse moeder bijna in tranen uitbarsten. Bijna, want een kinderbelofte is vaak oprecht gemaakt, maar nog vaker oprecht vergeten. En ik wil haar ook niet met te veel verantwoordelijkheid opzadelen. Dat is voor de grote mensen.

Twee en een half jaar later zijn we weer in het ziekenhuis. Hun vader heeft een knie-operatie ondergaan en ze mogen mee op bezoek. Van eerbiedige stilte is er dit keer geen sprake. De patiënt ziet er immers niet broos en breekbaar uit, maar eerder komisch in het gestippelde ziekenhuishemd.

‘Papa draagt een meisjespyjama’, giechelt Myrtel. Jana is gewoon blij om haar papa te zien. Ik geef de kinderen een kleurboek en wijd mij aan de gelofte die ik ooit gedaan heb: ‘in ziekte en gezondheid’.

Plots komt er een verpleegster binnen. ‘Waarmee kan ik helpen?’, vraagt ze vriendelijk.

We kijken haar allebei verbaasd aan. Ze kijkt één tel even verbaasd terug en ziet dan de kinderen.

‘Hebben jullie misschien op het knopje gedrukt?’, vraagt ze, nog steeds even lief. Jana wijst fier knikkend naar het knopje. Jawel, mevrouw, als ik op mijn teentjes ga staan dan kan ik er al aan.

‘Excuseer’, stamel ik. ‘Ik heb niet goed opgelet. Het zal niet meer gebeuren,…’

Ik zet ondertussen een paar stappen in de richting van de kinderen, maar Myrtel is me voor. Ze springt tussen Jana en de verpleegster in.

‘Niet boos worden op mijn zusje, alsjeblieft’, zegt ze met smekende ogen. ‘Ze is nog klein en ze wist niet dat ze dat niet mocht.’ Ze neemt Jana’s handje vast. ‘Kom, we gaan terug kleuren.’

Lachend verdwijnt de verpleegster uit de kamer.

En ik moet stiekem een traantje wegpinken. De belofte was gewoon oprecht. 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Abetje
18 nov. 2020 · 6 keer gelezen · 0 keer geliket