Het plan was om met zijn allen te voet naar de stembus te gaan. Ware het niet dat ik zondagochtend bij het opstaan, de bril stond nog niet op mijn neus, mijn grote rechterteen had gestoten aan de badkamerdeur. Die teen kreeg meteen enkele kleuren. Eerst rood, dan geel en tenslotte blauw. Het leek wel een voorspelling van de verkiezingsuitslag te worden, al bleek dat achteraf niet te kloppen.
Dan maar met de fiets, terwijl de rest van de familie het met de voeten deed.
Een vriend had ons onderweg gewaarschuwd voor een lange wachtrij. Bij ons leek het mee te vallen. Op het eerste zicht, want ik had me vergist tussen bureau 38, waar het niet druk was, en bureau 39, waar een ontzettend lange rij stond. Het leek wel op etenstijd aanschuiven bij de frietkraam op Rock Werchter.
We waren bijna halfweg de rij (ik kon de friet al ruiken) toen ik een vage kennis de speelplaats zag oplopen. Ik zag meteen dat hij ‘de truck van het omzeilen van een wachtrij zodat het niet op voorkruipen lijkt’ meende toe te passen. U kent het wellicht. Ergens een babbeltje slaan, daar zolang blijven staan zodat de andere mensen na een tijdje niet meer weten dat je er eerst niet stond. Maar hij zag meteen dat we die truck allemaal kenden, waarna hij braaf achteraan in de rij aansloot.
Eindelijk kwamen we binnen. Aan de overzijde bij het andere kiesbureau zagen we iemand met een step binnenkomen. “Je had de fiets nog mee binnen kunnen nemen”, zei onze oudste. En lachen natuurlijk.
Afijn, ondanks de gestoten teen werd het alsnog een aardig uitstapje. Het verliep in een allerbeste stemming.
Ik heb die dag niet meer gekeken naar de kleuren van mijn grote rechterteen. Twee dagen later waren ze weg.