"Je bent bijna zoals een hond", zegt mijn vrouw. "Die doet dat ook." Het klopt. Een hond schuift telkens mee op met de zon, als die haar stralen op een andere plek in huis richt. Zodat hij de warmte blijft voelen. Ook ik verleg me op de bank voor het raam tot ik het laatste stukje winterzon op mijn gezicht krijg. Om halftwee komt ze voor het eerst piepen in onze woonkamer. Als ze zin heeft natuurlijk.
Een winterzon op zondag, dat is geld waard. Met een boek of de krant en de radio die op de achtergrond zachtjes speelt.
De krant vertelt me dat er ook in ons land alsmaar meer voor- en tegenstanders zijn. Dat we de Nederlandse toer opgaan. Voor of tegen een vaccinatie. Voor of tegen de klimaatopwarming. Voor of tegen Zwarte Piet. Samenzweringstheorieën steken de kop op Leren ‘akkerderen’, zoals pa het vroeger al rijmend zei, is niet meer van deze wereld.
De radio speelt een vrolijk lied. Al is het eigenlijk de tv die radio speelt, want de provider zendt het radiosignaal niet langer uit via de kabel. Kijk, daar ben ik wel tegen. Ik zou het oude radiotoestel van de zolder moeten halen, maar daar is niet iedereen in huis voorstander van.
De zon richt ondertussen haar stralen op het schilderij dat onze jongste ooit creëerde in de tekenles. Het heeft een vaste plek in huis. Stel je een man voor in Picasso stijl, een geschilderd borstbeeld in diverse tinten grijs. In zijn grijnzende mond, aangekleed met een fraaie snor, zit een dikke sigaar waaruit grote rookwolken komen. Hij lijkt wel te zeggen dat we allemaal de sigaar zijn. Je kan daar tegen zijn, maar helemaal gelogen is het niet.
Al ben ik voorlopig nog de hond op de bank in de winterzon.