Mijn tante zit nog in Sint Antonius Zoersel
waar ze voor haar jicht
naar de dokter is geweest.
Het lief van een collega
- de IT-technicus -
heeft varkenskloten besteld
bij keurslager Dockx.
Ze wil weten hoe dat proeft.
Die Hollandse foef
die zich beeldend kunstenaar noemt
vindt het tof dat haar waarneming
uitgedaagd wordt.
Ze maakt belevingskunst.
Mijn dwaze zus meldt dat
haar hondje Flor
nog steeds niet zindelijk is
en dat ze nog een potje rode kool
moet kopen.
Ikzelf schreef een Engelstalige liefdesbrief
aan niemand in het bijzonder.
God die ongetalenteerde beeldhouwer
had wél oog voor detail.
In de palm van z’n hand staat
buiten een paar etterende zweren
helemaal niets.
Ik trek me van de mensen niks meer aan.