Procentueel gezien heeft een kleine twintig procent van de Belgische bevolking last van pollen. Jeuk aan de ogen, een loopneus of zelfs hoofdpijn. Naast berkenpollen of graspollen die rond deze tijd voor veel hinder kunnen zorgen, krijgen alle medewerkers van het Stedelijk Onderwijs, althans de leerkrachten, sinds dit schooljaar ook andere pollen voorgeschoteld, namelijk vragenlijsten waarin ze tweewekelijks de kans hebben om hun mening te geven over een bepaald thema dat hen aangaat of zou moeten aangaan. Dat kan gaan over het gebruik van de smartphone in de klas of hoe tevreden ze zijn over de infrastructuur.
Onlangs mochten we onze voorkeur nog kenbaar maken over het wellicht heetste hangijzer in het Vlaamse onderwijs vandaag: het al dan niet inkorten van de zomervakantie. De resultaten waren, hoe zeg je dat, niet significant? Net 51 procent, waaronder ondergetekende, zou een kortere zomerperiode prefereren boven de huidige situatie. De resultaten zijn dus een goede reflectie van hoe verdeeld de Vlaamse leerkrachten zijn wat betreft hun heilig zomerverlof. Die Poll is voorts een erg nuttig ding. Het is in vele opzichten het tegenovergestelde van het onderwijs: praktisch, efficiënt en glashelder. Je krijgt een vraag, klikt een van de mogelijke antwoorden aan en bam, meteen zie je de resultaten verschijnen.
Allemaal niet zo noemenswaardig, maar ik wil het graag hebben over de zestiende poll in de reeks, die me vooral met vragen achterlaat. Ik ben sindsdien benieuwd naar de mysterieuze figuur achter deze poll, die ik volgaarne Pol (of Paul) noem en dus tot een man bombardeer (excuses mocht het alsnog om een vrouw gaan). Het is ook niet helemaal lukraak gekozen, daar deze polls als afzender ‘De Poll’ hebben en worden verzonden naar, u raadt het, ‘De Poll’. De manier waarop de ondertussen voorlaatste poll schijnbaar onbeschroomd tussen alle andere polls is verschenen, alsof het een grap betrof, stemde mijn gemoed vrolijk, meer nog omdat ik wist dat het aan de meeste collega’s voorbij zou gaan. Deze poll peilde naar onze wil om de poll in te vullen. Zo’n kafkaiaanse toestanden worden op zich al door mij gesmaakt, maar het neusje van de zalm vond ik in de antwoordopties. Naast enkele voor de hand liggende antwoorden zoals ‘de antwoorden van mijn collega’s zien, ‘mijn steentje bijdragen’ stond er als laatste keuzemogelijkheid: ‘ik vul het niet in’.
Kijk, van zulke zaken word ik dan even erg gelukkig. Dan denk ik, we mogen onze pollen kussen dat er nog van die geniale grappenmakers te vinden zijn in het team Communicatie.