‘En,’ vroeg de quizmaster, ‘wat doe jij in het leven, Kevin?’
‘Ik ben pornoacteur’. (Gewauwel vanuit de zaal).
‘Pornoacteur?’
‘Jawel’.
(Wat ongemakkelijk): ‘En wat moet ik me daar bij voorstellen lijkt me een domme vraag?’
‘Neen hoor, er zijn geen domme vragen’.
‘Wel, wat kan ik me erbij voorstellen?’
‘Niet veel, alleen dat ik een homo pornoacteur ben.’ (Kan je je dat voorstellen liet hij achterwege).
‘Ah oké...’
‘Ja’.
‘En euh, wat ga je doen met de 3000 euro die je nu al binnen hebt?’
‘Die ga ik op mijn spaarrekening zetten.’
‘Serieus?’
‘Serieus’.
‘En waar woon je?’
‘Op straat. Ik ben dakloos’.
‘Dakloos?’
‘Ja, dakloos’.
‘Goed... Veel succes vandaag!’
‘Dank je’.