De vraag

4 nov 2019 · 22 keer gelezen · 0 keer geliket

Iets wat grootvader vrijwel elke dag deed, was de stenen van de schouw tellen.

Het was misschien een vorm van geheugentraining. Al heb ik dat nooit gevraagd.

“Zijn het er nog evenveel als gisteren?”, vroegen we wel eens.

Ook zie ik hem nog wakker worden, in diezelfde stoel, na een middagdutje.

“Welke dag is het vandaag feitelijk?”, vroeg hij dan. Het leek alsof hij de vraag aan niemand in het bijzonder stelde. Of aan zichzelf. Of aan zijn geheugen.

We konden dat vroeger niet begrijpen, dat de dagen op elkaar leken. Want als je naar school gaat, weet je welke dag het is. Zeker als je niet naar school moet.

Misschien deed hij dat om te testen of hij zich de dag van gisteren nog kon herinneren.

Maar ook dat heb ik hem nooit gevraagd.

Nu, zoveel jaren later, word ik wel eens wakker met dezelfde gedachte. “Welke dag is het vandaag feitelijk?”

Grootvader liep altijd naar de keuken, om op de scheurkalender te kijken of ons antwoord wel klopte. Of we hem niets op de mouw spelden. Tegen dat ik ’s morgens in de keuken ben, is het in mijn hoofd meestal uitgeklaard welke dag het is. Al een geluk, want een scheurkalender hebben we niet meer.

Bij het slapengaan verwijderde hij de afgelopen dag van de scheurkalender.

Ook dat heb ik hem nooit gevraagd. Waarom hij de dag er al afscheurde, terwijl die nog niet helemaal voorbij was.

Het was alsof hij de tijd een stapje voor wilde zijn. Morgen staat klaar. Gisteren is afgescheurd. Er kan me niets gebeuren.

Laat gisteren maar liggen.

De grap op de achterzijde van gisteren las hij bij het ontbijt van morgen. Eerst in stilte voor zichzelf. Dan luidop voor ons. Daarna de uitleg, waarom hij het altijd grappig vond. Ook dat hebben we nooit gevraagd.

Ik had het moeten vragen.

Ik had de tijd een stapje voor moeten zijn.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 nov 2019 · 22 keer gelezen · 0 keer geliket