Een meisje met blond haar zette zich naast een vrouw met een glad hoofd. Ze zaten een moment als twee wasmachines in een wasserij. Gedachtes dat maalden, schuimden en zoemden. De sandalen van het meisje wiegden heen en weer.
'Wat betekent terminaal?' vroeg ze.
'Dat betekent zoiets als definitief en voor altijd.'
Ze trok grote ogen. 'Eng.'
'Ja.' Beaamde de vrouw.
Ze maalden verder in stilte.
'Wat is jouw naam?' vroeg de vrouw tenslotte.
'Mathilde,' zei het meisje.
'Wat een toeval, ik ook.'
'Echt?'
Ze knikte. 'Ken je bugs bunny, Mathilde?'
Het meisje schudde haar hoofd en kamde de wilde haren van haar gezicht. Haren waar de wind mee speelde.
'Bugs bunny is mijn grote held. Hij is nooit bang, altijd zelfzeker. En hij is iedereen altijd te slim af.'
'Die ken ik niet,' zegt antwoord ze.
'What's up, Doc?' Zegt de oudere Mathilde.
Dat doet het meisje lachen. Ze probeert de zin zelf uit. Als voor het eerst iets nieuws proeven. 'What's up, Doc?'
Beide Mathildes giechelden als meisjes tijdens een pyjamafeest.
De oudere Mathilde deed alsof ze op een wortel knabbelde. 'Ehh.. What's up, Doc?'
'Waarom ben je kaal?' de vraag zat al even in de mond van het meisje. Al van toen ze de vrouw op het bankje zag.
'Valt het je ook op dat in films niemand ooit een kwaal heeft?' Zuchtte ze. 'In films is iedereen zo perfect.'
'Waarom?' vroeg de jonge Mathilde.
'Omdat het niet belangrijk is voor het verhaal.' zei de oudere.
Ze zwegen voor een tijd. De voeten van het meisje wipten een tijd op en neer. Toen werden ze stil. 'Wat is jou verhaal?' vroeg het meisje toen. 'Waar is je haar?'
'What's up, Doc?' antwoordde Mathilde.
Het meisje kruiste haar armen. 'Goed als je het niet wil zeggen.'
'Waarom ben jij hier?' vroeg de oudere Mathilde. 'Dit is geen plek voor kleine meisjes.'
'Als jij het niet wil zeggen, ik ook niet.'
Het meisje stapte op. Haar haren golfden in de wind.
Een kwartier later kwam ze terug langs de bank, ze hield de hand vast van een dame dat ongetwijfeld haar moeder was. Haar moeder had een bolle buik. Toen ze langs het bankje passeerden zeiden ze beide nog eens; 'What's up, Doc?'