Wat als je hoofd en je hart iets anders willen? Word ik bespeeld? Gemanipuleerd en gepaaid met loze beloftes? Ik cijfer mezelf weg. Alles waar ik voor sta, mijn emoties en gevoelens worden naar de achtergrond geduwd, om niet te zeggen dat ze worden opgeborgen in een vergeten hoekje op zolder. Ik voel me niet gehoord, laat staan gesteund.
“Een relatie is werken,” hoor ik hem zeggen. Waarom heb ik dan het gevoel dat ik werk en hij profiteert van een werkloosheidsuitkering?
Het voelt plots allemaal zo anders. Alsof de liefde wordt overschaduwd door ergernis en teleurstelling. De open en eerlijke communicatie die ooit zo cruciaal was, verstoort nu de vrolijkheid. Misschien zelfs de liefde.
Een luttele seconde vraag ik me af waar dat overweldigende, alles consumerende gevoel heen is. Maar dan is daar die lach op zijn gezicht, zijn warme stem die me de woorden ‘ik hou van je’ toefluistert en dan vergeet ik weer al mijn twijfels. Vlinders fladderen in mijn buik, het wordt ijl in mijn hoofd, mijn hart maakt sprongetjes als hij me kust. Voor even is het weer wij. De wereld rondom ons verdwijnt.
Een simpele vraag legt een bom onder onze relatie. De omhelzing verzwakt, het licht in onze ogen dooft, alle passie smelt weg als sneeuw voor de zon. Twijfels steken de kop op en drukken vlinders de kop in.
Twijfel. Ik twijfel aan zijn oprechtheid, zijn liefde voor mij.
Ik vraag me af waar we elkaar verloren zijn, waar op onze reis onze wegen zijn gescheiden. Een fantastische reis mijns inziens. Uitgestippeld, beïnvloed, bepaald en vervormd door hem volgens anderen. Het raakt me en komt hard binnen om te horen dat ik al die jaren werd voorgelogen en bedrogen. Dat alles wat ik dacht lief te hebben, gebaseerd is op de passie van een ander. Was ik echt zo naïef dat ik me hobby's liet aanpraten, maar het zelf helemaal niet wou? Zijn mijn passies eigenlijk de zijne die hij me in mijn hoofd heeft geprent, gemanipuleerd als zijnde de mijne?
Weggetrokken van familie en vrienden, geïsoleerd. Plots gaan mijn ogen open en valt het me op dat ik alleen hem nog heb.
Nog nooit in mijn leven was ik ergens zo zeker van als van mijn partner. In een gesprek van amper tien minuten wordt heel die zekerheid van de afgelopen zeven jaar bruut onderuitgehaald.
We staan op een breekpunt in onze relatie. Het gevoel dat we binnenkort elk onze eigen weg gaan overspoelt me. Ik stroom over. Tranen banen zich een weg over mijn wangen. Radeloos en gebroken. Wat kan ik doen? Hoe los ik dit op? Radeloos op zoek naar de laatste strohalmen. Ik kan hem niet verliezen. Niet nu, nooit.
Alles glipt door mijn vingers. Maar hoe harder ik knijp, hoe sneller alles verdwijnt. Bijna hopeloos doe ik pogingen om opnieuw vast te grijpen aan de fantastische relatie die het misschien wel was.
Ben ik hem aan het verliezen? Zijn we elkaar aan het verliezen?
Vechtlust komt naar boven, maar heeft het nog zin? Hij is de man die kleur aan mijn leven geeft, zin aan mijn bestaan. De man die me gelukkig maakt.
Wat als je hoofd schreeuwt: “Het is genoeg, ik vertrek!” Maar je hart huilt en steeds meer breekt? Wat als je hart smeekt: “Ik hou van hem, blijf alsjeblief”?

