1. de geur van verse potloodschilfers;
2. de anatomie van een appelsienpartje;
3. de niet gesmolten chocola op de bodem van warme chocolademelk (dit is de reden waarom ik de mijne nooit oproer);
4. het schreeuwen van mensen die aan de rand van een meer staan, omgeven door naaldbomen;
5. de zacht- en hardheid van bijna gebakken koekjes;
6. een snotvalling en rode kaken in de winter;
7. boterbloemen op zomerhuiden;
8. de enorme verscheidenheid aan kleuren groen van bomen in de verte;
9. binnengeregende druppels op vensterbanken;
10. de geur van schaafsel wanneer je hout zaagt;
11. thee uit een gamel op de oever van een wilde rivier;
12. het knarsen van harde peren als je erin bijt;
13. grootmoeders en havermout;
14. het kabbelen van stromend water in de bergen;
15. de veranderlijkheid van zonsopgangen;
16. nieuwe voetstappen in verse, dikke sneeuw;
17. ochtendmist over lavendel- en klaproosvelden;
18. de zacht- en hardheid van een getoaste boterham, en hoe boter smelt;
19. oude bomen die op mensen lijken;
20. oude mensen die op bomen lijken;
21. kleine zwarte letters op een witte achtergrond;
22. diepe, zware snikken die heel je lichaam doen daveren en alles erachter schoonspoelen;
23. de nietigheid van zwemmen in een oceaan;
24. het escapisme in films met wilde mustangpaarden;
25. grote, stoffen zakdoeken;
26. het zien opbranden van lucifers.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.