Na tien minuten en een mensenleven nog geen merkbaar effect.
Dus vijf voor acht drink ik mijn pintje verder leeg.
Ik probeer, op leven en dood,
Een geweldig gedicht te schrijven.
Laat me dromen.
Geen tijd geduldig te wachten.
‘Schrijf! Schrijf! Schrijf!’
zei buurman Jos.
‘Doe ik!’
Ik neem nog een slokje.
Mijn vader stond met een dakloze
te praten
toen ik genas.