“Je grenzen opzoeken, dat raad ik je aan,” zei Serge, mijn loopbaanbegeleider uit het Oostvlaamse Lovendegem. “Stap uit je comfortzone.” Met zijn handen opengesperd op de armleuningen van de fauteuil, priemden zijn ogen recht de mijne in. Ondertussen borst en Bourgondische mansbuik vooruit. “Ga es naar de sauna,” (zot!) en “Neem es het vliegtuig naar Spanje en loop daar twee dagen alleen rond”.
Twee dagen? Twee landen verderop? In 2011 deed ik drie weken India voor een cursus. De laatste twee dagen in Mumbai heb ik met veel plezier in mijn eentje de weg gevraagd, logies gezocht, bedelaars afgewimpeld, afgedongen op Indische koopwaar en in het holst van de nacht een wilde taxirit beleefd. Hoezo grenzen verleggen?
Dus, de sauna. Maar dat is een ander verhaal, beste lezer. “Dat is een hans ander verhaal”, zou de Serge zeggen.
Whatsappt een vriendin mij eerder van't jaar: “Seg Esmé, hebt gij goesting om mee te gaan naar Barcelona ? Ah nee, dat interesseert u nie zeker, het Zuiden.” Nee inderdaad. Macho’s, droge sossissen, en siesta in de zon tot het reetzweet langs uw benen in uw sletsen drupt. No me gusta. In een ver verleden ging ik Engels-Spaans studeren. Algauw bleek ik geen klik te krijgen met de taal van de tapas en tortillas. Het volgend jaar koos ik voor een andere studie. De basis was gelegd. Spanje en ik, wij zouden nooit vriendjes worden.
Kanttekening: Mijn schoonmoeder-sinds-vijftien jaar is lichtelijk geobsedeerd door el sur. Haar zus is getrouwd met een Spanjaard en woont al meer dan 40 jaar in Barcelona. Mijn schoonzus danst al jaren Flamenco. Ze heeft haar lief, de broer van mijn man, leren kennen tijdens de Spaanse les. Die schoonbroer is van opleiding vertaler Engels en… SPAANS!
En dan, een citytrip naar Barcelona in mei. Met een vriendin op vakantie, een kamer delen. Vijf volle dagen met iemand anders dan mijn echtgenoot. In een land waar ik evenveel affiniteit mee had als een stier met een stierenvechter. Grensoverschrijdend genoeg voor een introverte hoogsensitieveling?
Bueno, ik kan vertellen over het mooie weer, de uitstekende locatie van onze B&B, de sympathieke gastvrouw, de liters sangría, heerlijke veggie paella, goddelijke churros con chocolate, etcetera etcetera. Maar ik wil het hebben over de ervaring die er met kop en schouders bovenuit stak. De ervaring die mijn weerstand tegen “alles Spaans” met de grond gelijk maakte.
Flamenco, por favor!
Dankzij een plaatselijke kennis van mijn reisbuddy kreeg ik de kans om zaterdagavond mee te gaan naar een flamenco-optreden. “Zoek maar es op”, zei Emmanuelle de avond voordien bij een sangría tussen de locals. “De show heet Fla.Co.Men. Ik heb nog een ticket op overschot.” Oorspronkelijk wilde ik op zaterdag de gratis museum night meepikken. Let wel, ook buiten mijn comfortzone! Maar als het lot mij onverwacht een ander plan voor de voeten gooit, wil het universum me iets duidelijk maken. Ikke mee, nada opgezocht, want flamenco, dat is toch hevig opgemaakte dames in zwierige rokken, met boze gezichten, stampvoetend en castagnettend in het rond, no?
No! Of toch niet uitsluitend. Het is ook Israel Galván, een vernieuwend flamencodanser, een man. Uit Sevilla, stad der Flamenco. En ik met een ticket voor op de eerste rij, pal in ‘t midden. Het begon vreemd. ‘t Is te zeggen, hij bracht kort enkele typetjes naar voor. Ondanks mijn weinige kennis Spaans, begreep ik dat hij zo de draak stak met de traditionele en behoudsgezinde flamencobeweging. Oh, een rebel? Mmmm… Stap voor stap kwam de show op gang. Aye caramba, que espectáculo!
Ik begon te snappen waarom mijn compagnie vond dat je flamenco vanop de eerste rij moet beleven. Met momenten dreef het zweet voorbij in de lucht. Gestamp in mijn maag. Geklap in mijn hoofd. Opzwepende muziek met doordringende zang. Geen houden aan, in mijn hart ontvlamde la pasión. Israel Galván haalde me uit mijn hoofd en deed me VOELEN, met de tranen brandend achter mijn ogen. Niet van tristesse, maar van pure heerlijke emotie binnenin. Sta me ook wat drama toe, na al het drama op het podium: Als nadien een bus mij had overreden, was ik perfect gelukkig gestorven!
Awel Serge, wat zeght he daar van?