Geuren

Fien SB
9 jun 2023 · 48 keer gelezen · 1 keer geliket

Het is acht uur dertig en ik heb net mijn zoon van tien afgezet, een beetje op automatische piloot wegens de heftige dromen en het gebrek aan zin om de dag te beginnen. In de laan met beuken slaat dat gevoel plots om. De doordringende geur van vossenpipi brengt mij naar de bergen en de rust, ver weg van de onzin. Ik sta stil en kijk naar boven. Het zonlicht valt door de hoge kruinen en ik glimlach. Net op tijd.

Ik ben een geurenmens. Als kind nam ik overal mijn doekje, mijn chaudchaud, mee. Die nam dan alle geuren op. Bij groot verdriet wou ik alleen maar mijn gezicht in dat doekje begraven, niets anders kon mij troosten. Pas op mijn tweeënveertigste ontmoette ik iemand met diezelfde uitgesproken band met geuren. Ik dacht dan ook dat ik hem gevonden had, mijn grote liefde. Maar plots was hij weg, zonder verklaring. Zoals mijn dromen abrupt aan een einde komen en me leeg, uitgeput of vol verlangen achterlaten. Af en toe nog een gewaarwording of vage herinnering van wat geweest is, maar nooit duidelijke beelden. En onduidelijkheid sluimert en knaagt voor altijd op de achtergrond. Als een onaf verhaal.

Aan het einde van de laan blinkt de maan in de zon. De ongehoorzame maan die niet enkel haar taak om licht in het duister te brengen wil uitvoeren, maar wil mee genieten van het ontwaken van al het moois op aarde. Ik twijfel of ik net als de maan ongehoorzaam zou zijn en alle plannen  maar moet afzeggen om de hele dag in het parkbos door te brengen. Mij bloot te stellen aan geuren, licht en wind, mijn rust. Terwijl ik de baan oversteek voel ik mijn zachte billen tegen elkaar aan glijden. Niets fijner dan rokjes en kleedjes en een warme zomerwind. Ik voel terug zijn vingertoppen over mijn huid, mijn vingers over zijn huid. Er zijn maar weinig aanrakingen die zo volmaakt zijn als de wind. 

Ik loop over een tapijt van bomenpollen, hier geen geuren meer. Er ligt nog steeds een stuk schuimisolatie in de vorm van een octopus. Ik foeter op de stad omdat ze bomen in het midden van het toch al veel te smalle voetpad gepland hebben en ik mezelf in een bocht moet wringen om te passeren zonder dat mijn gezicht door de fijne takken gestriemd wordt. Wie komt toch op zo’n ideeën?

Het buurmeisje passeert me en wandelt een stukje mee. Ze vertelt dat ze enkele jaren terug met haar papa op dat voetpad is gevallen, op het stukje waar losse kiezelsteentjes over het verzakte smalle voetpad liggen. De ziekenwagen had hun beiden opgehaald. Maar het pad ligt er nog steeds hetzelfde bij. Wellicht moet er eerst eens iemand uitschuiven op het moment dat er een bus komt aangeraasd.

We komen voorbij het huis van de buurman dat te koop staat. De buurman is de voorbije tijd meerdere keren gevallen en zit nu in een woonzorgcentrum. Dat is de vierde buur waar we afscheid van nemen, op veel te korte tijd. Met één van hen had ik een grootvader-kleindochter band. Een fiere mooi geklede man met artistieke kantjes en een hoop frustraties en rebellie. Maar als hij mij zag verscheen zijn glimlach en sloeg het gefoeter om in bezorgdheid en complimenten. Ik was nooit goed in afscheid, maar het valt me steeds zwaarder merk ik op.   

Net voor mijn eigen huisdeur realiseer ik me dat ik mijn sleutel in de tas van mijn zoontje vergeten ben. Ik zit duidelijk nog half in dromenland. En eigenlijk heb ik geen zin om eruit te komen. Dus ik ga vandaag nog eens doen zoals de maan, me niks aantrekken van de regels en vanuit mijn droomwereld kijken naar alles wat rond me beweegt. Vanop afstand, tot ik helemaal verdwijn.  

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Fien SB
9 jun 2023 · 48 keer gelezen · 1 keer geliket