Wankel. Een boom van een vent, maar dan zonder wortels. Een tank van een man, wat weinig goeds voorspelt.
Hij stelde
Mijn stam
Is uit deze eikel gegroeid
En vertakte om
met logge slagen weg te bomen
Hij kapte ermee
ook al zagen we in een natte ooghoek in een plooi in de kamer een grote bijl die nu zou zwijgen. Hij zong toen alleen
Nog tot vogels.
Week papier en het
bleek pal hier
te vellen.