herinneringen
niet wou hij wat ik wou, al was er een band
niet toewijzen konden we die, ongrijpbare
onder woorden zetten, kon hij niet, zei hij
hij bedoelde, twijfel, kreeg het niet gezegd
mijn handen pakte hij, me zoenen wou hij
als ik dan niets betekende, waarom was hij
vriendschap dan? hoorde ik, ik in een kramp
schoot terug, hoe konden we vrienden zijn?
ongrijpbare was, met vrienden, zoen ik niet
mijn hoogste muur zet ik steeds, hen bekend
gezien ongrijpbare, geen stenen zou ik vinden
jij vrij, ik beknot, wie werd ik dan ineens?
en, verder neem ik geen contact meer met je
duidelijk genoeg sloeg ik, hij tot verstomming
herinneringen, probeerde hij, een laatste haal
dus verwerkte je die nog niet, repliceerde ik
hij, zweeg en reed weg, niet keek hij nog om
ook aldus kon eindigen, wat nergens begon