We mogen elkaar een tijdje niet zien. Bij wet verboden door de minister. Dat het zover is
moeten komen. Maar ik begrijp het wel. Alles voor de gezondheid. Een raampje zoals in de
gevangenis, dat zou nog wat zijn. Zij aan de ene kant, wij aan de andere. Met een telefoon
om door te spreken. Het is ook een beetje als gevangen zitten.
Ofwel moeten we doen zoals in het sprookje met Raponsje van de gebroeders Grimm. Dan
moet ma een vlecht laten groeien, waaraan ik naar boven klim. Tot bij haar raam op de
eerste verdieping van het woon- en zorgcentrum. Maar dat mag natuurlijk niet.
En op enkele weken tijd een lange vlecht zoals Raponsje? We moeten eerlijk zijn, dat gaat
niet lukken.
Nee, het is niet gemakkelijk. Gelukkig stuurt de afdeling foto’s naar de families. Ze hebben
toch plezier, samen met de zorgverleners.
We hebben ook beslist om voor haar raam te gaan zwaaien. Met een bordje waarop ‘alles
goed?’ staat. Of ‘heb je goed gegeten?’ Of ‘heb je Blokken gezien?’
Want dat mis ik ook. Om 18.30 uur op tv. Het is een traditie, dat we er samen naar kijken. En
dat we het woord van de finale zoeken.
Als ma het raadt, zeg ik altijd dat ik ze ga inschrijven. “Dat zal wel zijn”, lacht ze dan. En als ik
het woord vind, zegt ze dat ik moet meedoen.
Het is fijn om vaak hetzelfde te horen.
Woensdag keken we voor het laatst samen naar Blokken. Voorlopig natuurlijk, tot we weer
vrij zijn. Emily speelt de finale. Acht letters, zoals altijd. De tip is ‘Het lukt niet.’ Er staan vijf
letters. De s, e, r, e en g.
Emily vindt het niet. Wij ook niet.
Het is vergeefs.