In de stad was ik getuige van het oma-effect. Achteraf besefte ik dat het wellicht een universeel effect is, maar net zoals met veel zaken in het leven moet je ermee geconfronteerd worden om het klaar en duidelijk te zien.
We zaten in een koffiezaak waar ook verse soep op het menu stond. We zagen een dampende kom soep passeren. Het rook zoals de soepgeur die in mijn neus drong als ik vroeger over de grote kiezel met de fiets naar school reed. In heel wat huishoudens werd de soep ’s morgens vroeg al bereid. Je geraakte die soepgeur niet snel kwijt. Zeker tot het middag was.
Een jonge medewerker gaf hoorbaar onze bestelling door aan de keuken. "Oma, één wortel- en courgettesoep en één tomatensoep", zei hij. De soep die oma aan de medewerker gaf en daarna op onze tafel belandde smaakte voortreffelijk.
"Zeg maar aan je oma dat het heerlijk smaakt", zei ik. "Oké, maar dat is mijn oma niet", lachte de jongeman. "Het is de oma van de vorige uitbaatster, maar omdat haar soep zo in de smaak viel, hebben we haar gevraagd of ze een flexi-job wil doen. Ik werkte hier toen ook al. Ik zei net als de uitbaatster altijd 'oma' en ondertussen doet iedereen dat hier."
In de koffie- en soepzaak weten weinigen wellicht van haar naambestaan. Is het nu Julia, Maria of Irène? Niemand kan het zeggen, want het is voor iedereen 'oma'. Het lijkt me geen straf om als oma door het leven te gaan.
Maar wat is nu dat oma-effect? Volgens mij is het dit. Een naam, die heb je. Maar een oma, dat ben je. En als je dat naar ieders tevredenheid uitoefent mag je die aanspreking houden. En iedereen mag die gebruiken. Het lijkt me een gezonde overeenkomst.