Narcissen zij moeten altijd lijden, wachten op een zot die met de scharen van een kreeft hen eindelijk bevrijden komt.
Alle bollen in de grond zitten bovendien te vol met wrede drang om kleuren vast te leggen in een bloem.
Behalve kluizenaars die dolgraag eenzaamheid verkrachten, weet echt iedereen hoe het fijn is een vriend te hebben die een vreemde geest kan lezen, voelen laat dat zelfs in duisternis twee vuurvliegjes alles samen kunnen zien.
En toch, zegt Ignace, is alles slechts verzonnen. Tweelingen. Vissen. Zij kunnen niet eens vrijuit zwemmen door dat eindeloos heelal.
Ik knik en wij drinken opnieuw, urenlang en zonder zonde, glazen vol met Mort Subite.
Wij zijn redelijk gerust. Onze binnenkandse vluchten zullen nimmer crashen met een zwarte Black Hawk helikopter.
Bovendien, vriend Bernd, zo zegt Ignace, de winter hoeft niet zomaar vrezen dat een lente hem weer komt vermoorden.
Twijfel met frieten en Andalosersaus. Twee porties zijn besteld en ik hoef dat ook niet te bevestigen aan Ignace dat zekerheid mij echt niet kwelt.
Ja, en geloof mij maar wanneer ik zeg dat zelfs Descartes een paranoïde geest had die best lelijk ijlde.
Net zoals volwassen die hier komen en aanvankelijk nog twijfelen of Alfred Frietkabouter deze frituur werkelijk al jaren openhoudt, zo moest ook Descartes eerst aarzelen en aannemen dat hij misschien niet eens bestond.
Het is enkel een gek die deze vraag dan met de ogen dicht beantwoordt en gelooft dat wat hij denkt niet slechts gedroomd wordt door een zeemeermin diep in de oceaan.
Zout. Maar niet veel. Frieten willen droge lippen niet ontmoeten omdat tranen omgeleid zijn naar de Dode Zee.
Wij hebben echt geluk. Ignace en ik. Dat wij toch gewoon bestaan. Dat wij ware vrienden zijn die symbiose helemaal begrijpen.
Samen houden van. Wij kunnen dat.
Een kabouterfrietkot bezoeken bijna elke dag. Wij doen dat.
Trouwens. Hier is het papier enorm groot. Groot genoeg voor olifantenporties.
Het is papier dat balpennen over het bestaan vertelt.
Hier geloven wij. In aardappelen. In aarde.
Hier kunnen wij voelen. Hoe het is.
Om tijdelijk gedompeld te worden.
In het vet van mager zijn.
uit de reeks 'Alfred Frietkabouter'