Hier loopt een woud
hier en hier
Van de woudloper
geen spoor Hij is toch
Net zoals een dier
Maar dan met voeten
En zijn handen al zijn ze ruw
strelen vacht en hij
eet de viervruchten
die hij vond
fonkelen
Feestelijk
En ze lesten zijn dorst
Onze ogen kruisten
onze geweien niet want
ik had nog geen paar;
Kreeg het pas
nadien
En ik zie hem soms nog
sinds
die keer.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.