Ik kan me niet voorstellen dat ik ergens ben.
En toch
ben ik altijd de weg kwijt.
Het liefst zo duidelijk mogelijk.
Op een dag ben ik weg.
Jaren later staat dat onomstotelijk vast.
Een jongeman die nooit te lang blijft hangen.
Mijn lichaam ruikt naar de stoom uit het strijkijzer van moeder,
maar niet lang.
Wat we allemaal zullen
uitspoken
staat stil.
Ik hoef niet meer na te denken.
Ik ben op aarde.
Daar is het vochtig, piept en knarst de onduidelijkheid,
maar niet lang.
Casper Hoogenboezem, 06 12 2024, Turnhout