mezelf wat kleiner willen
niet dat kopje, niet een dergelijk rollen
want hoe kakel ik dan nog?
Even wat minderen.
Even verzuchten.
Wapperen aan broze levenslinten
mee op iele klanken
op golven van katoen.
En speelgoedtreinen toeteren.
En meisjespoppen drommen.
Duisternis slaat noch zingt
laait op, dooft uit
en aarden worsten rollen
en dromen afgedankt.
Dan duiken, duiken
en stromen tranen
en happen naar frisse woestenij.
Dan pas doorwaaide golven opschudden
linten leven dan pas lang
kopje laait op en dooft dan net zo snel.
Ik sla op de aarden pot
broze klanken van katoen.
Ik kakel weer.