In De Ban Van De Mist

15 dec 2017 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket

‘Loop maar door!’ schreeuw ik naar een silhouet ergens in de verte dat mijn vader moet voorstellen. De twee andere vlekken zijn jonge Italiaanse kerels die al sinds deze ochtend niet meer van hem weg te slaan zijn.
‘Ben je zeker?’
‘Ja!’
Ik zie ze zwaaien, hoor ze schaterlachen.
‘Maar regel dan wel maar een mooie begrafenis voor mij.’
Hij hoort me niet meer.

 

Ik wandel traag, tergend traag. Alles rond mij vervaagt, wordt onwerkelijkheid. Ik hoor niets meer. Geen schuifelende schoenen over het steengruis, geen krakende rugzakken of gedachtewisselingen in een vreemde taal. Hier ben ik alleen. Niets meer dan een (fluo)roze stip in de witte wolkenmassa. Misschien was die zwarte regenjas minder opvallend geweest. Wat meer filmisch ook, maar nu word ik tenminste opgemerkt door de dwalende schapen die hier en daar opduiken in de mist.
Ik twijfel of ik wel de juiste keuze heb gemaakt.
Er zijn namelijk twee routes die je naar Roncesvalles brengen: door de vallei of over de bergen. In mijn pelgrimsgids staat dat die laatste zonder enige twijfel de mooiste is, maar dat je bij slecht weer best de ander neemt.
‘Het uitzicht is echt magnifiek, dat mag je voor geen geld van de wereld missen!’ beweerde de vrouw van het pelgrimsbureau in Saint-Jean-Pied-De-Port. Ik weet niet of ze bewust het tv-scherm dat achter haar hing, met de apocalyptische weervoorspelling op,  negeerde.
‘Ah, als we dan toch moeten sterven kunnen we het evengoed op een berg doen,’ zei ik nog lachend tegen mijn medepelgrims.
God, ik moet dringend leren om mijn mond te houden.

 

Zo zielig heb ik me in lange tijd niet gevoeld. Een hoopje zwakte. Verzwolgen door de Nevel Der Mislukkingen. Van dat prachtige uitzicht waar iedereen het over had is niets te zien. Hoewel ik weet/hoop dat ik ergens bovenop een berg wandel heb ik meer de indruk dat ik in een isolatiecel zit.
Omsingeld door witte muren. Ik wil schreeuwen maar mijn ademhaling zit nog een paar stappen achter.
Machtig en ontzagwekkend zou ik me moeten voelen hier, op de toppen van de wereld. In plaats daarvan ben ik meer als Frodo die Mount Doom op moet klimmen. Zonder Sam. In de kou.
‘Ik haal dit niet,’ blijf ik in mezelf herhalen. Tot ik verstoord word door gemekker. Ik zie een schaap naast me staan. Dan een tweede en een derde. De laatste wolkenslierten drijven voorbij en onthullen een gigantische kudde op een grasgroene weide vlakbij.
Met daarachter het mooiste uitzicht dat ik al ooit in mijn leven zag.
‘Hey!’ roept iemand mijn kant uit.
Drie afschuwelijk flashy regenjassen op enkele meters van mij. Eentje die ik herken.
‘Wacht, ik dacht dat jullie al veel verder waren?’
‘Je hebt blijkbaar serieus doorgestapt!’ zegt mijn vader even verbaasd. ‘Alles nog oké?’
‘Ik voel me fantastisch,’ antwoord ik, de soundtrack van Lord Of The Rings galmend door mijn oortjes.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.