koffiegeluk
in ogen brandde licht, passie in helblauwe
blik nauwgezet trof me, er open brak ik
naar bonen zachte branden, uitgevloerd
werd ik, grijpen naar touw voor mijn klok
luiden mijn hart in zijn hemel, wou ik
bonen wezen me weg, in zachte branden
herkomst ingewikkeld, verwikkelde me
als inpakte me, hij het cadeau, ik dat lint
samensmelten boon en pot, koffiekunst
verfijnde afdronk, verhaal brandde me
ogen als triangels, er klonken zijn bellen
luidden mijn klok, hij meester in smaak
helblauw werd mijn avond, zijn kunst
in witte haverschuim een frivole vlecht
zachte branden, enkel proeven wou ik