Zullen we het voor de verandering nog eens over corona hebben? Voor hen die geen nieuws volgen, COVID-19 is dat griepje waarbij een paar weken geleden hoop en al een koppel gepensioneerden het leven zou laten, maar waarvoor de politie gisteren bruusk remmend je voortuin kwam omploegen omdat jij en je man er nietsvermoedend onder een parasol zaten te wiezen met tante Lizette en nonkel Fons. Dat tante Lizette het op een asociale dag al moeilijk heeft om zelfs maar 15 cm afstand te bewaren en dat nonkel Fons door een zenuwtrek om de 5 seconden hoest, waarbij hij ongelukkig genoeg vergeet z’n hand, elleboog of eender welk ander lichaamsdeel voor zijn mond te houden, maakte jullie zaak er natuurlijk niet sterker op bij de vrienden in blauw.
Het zijn rare tijden. En hoewel ik, een hoogsensitieve, sociaal gehandicapte introvert, het menselijk contact minder mis dan al die aperotime-gezelligheidsdieren die elke dag anxious as fuck hun 17 vaste FaceTime-gesprekken in de planning proberen te proppen, zijn er toch enkele dingen die ook mij ontbreken in dit ongeziene tijdperk.
Zo mis ik het bijvoorbeeld enorm om mensen in het gezicht te spuwen, een activiteit die ik voordien bijna dagelijks beoefende. Neem het van mij aan, een goed geplaatste rochel kan wonderen doen om je punt duidelijk te maken. Zo zette ik het onweerlegbare fluim-argument in wanneer de Brusselse barista zijn prijzen weer eens had verhoogd. Ik geef met plezier 11,30 euro aan een koffie, maar 11,40 euro, daar schraap ik mijn keel al eens voor. Hetzelfde wanneer de postbode mijn pakje een dag later dan gepland aflevert. In your face, lamzak! Twee keer als hij me ook nog eens vraagt of ik een pakje aan de buren kan geven. En – mijn speekselproductie gaat al in overdrive als ik er nog maar aan denk – telkens wanneer er een peuter met dat typische zelfingenomen smoeltje passeert omdat het zo’n stom kinderzonnebrilletje draagt.
Verder verlang ik met weemoed naar de eerste helft van het begrip vrije tijd. Vroeger vulde je die tijd in zoals jij het wou. Vandaag zorgt de sociale druk er echter voor dat je keuze beperkt is tot drie bezigheden. Ofwel probeer je bij te blijven en binge je zo snel mogelijk elke aflevering van elk seizoen van de 30 Netflixseries die je dagelijks langs alle kanten worden aangeraden. Want ja, ironisch genoeg zijn het bij deze apocalyps niet de wezens buiten, maar de gezonde binnenzitters die de zombies zijn.
Doe je dat Netflixen niet, zo vertellen de sociale media mij, dan kan het maar beter zijn omdat je aan het leren bent hoe je voor de kids een trampoline maakt van in mekaar gevlochten petflessen, twijgjes en paardenhaar. Self improvement, noemen ze dat. Ik dacht dat naar perfecte levens kijken op The Gram al zwaar was vóór de lockdown, vandaag krijg ik een plaatsvervangende burnout als ik zie hoe overdreven productief sommige mensen hun tijd invullen. Ik heb mezelf ondertussen dan ook maar de choreografie van elk M-Kids-nummer aangeleerd. Ik volgde het webinar What Women Want van Jeff Hoeyberghs. En ik verwijderde voor de eerste keer in m’n leven, met door YouTube geïnspireerde groene vingers, de planten die de hele zijgevel van ons huis hadden geclaimd. Oh en, omdat ook ik m’n steentje wil bijdragen, maakte ik voor de zorgverleners in m’n omgeving al enkele honderden mondmaskers uit klimop.
Als je ook met nieuwe dingen leren je dagen niet vult, dan gaan mensen zich pas écht vragen stellen. Je enige excuus is in dat geval – tenzij je je 17 videocalls aan het afwerken bent – de derde en laatste optie: dat je je dagelijks zó aan het murwsporten bent om er tegen de grote exit uit te zien alsof je je aan het voorbereiden bent geweest om de hoofdrol in Rundskop 2: Return of the Rundsballs te vertolken.
En dan hebben we ten slotte nog de negatieve impact op ons dagdagelijkse werkleven. Inderdaad, wat ik, net als iedereen, het hardst mis, is de seks met de collega’s. Zowat aan jezelf zitten tijdens de middagpauze en aan de webcam beloven dat je je vrouw binnenkort gaat verlaten, voelt toch niet helemaal hetzelfde aan als in real life. Echter, goede huisvaders als we zijn, bijten we op de tanden en houden we ons plichtsbewust aan de maatregelen. Enkel zo winnen we de strijd tegen dit verdomde virus en kunnen we binnenkort weer zoals voorheen op eender wie kruipen, zonder angst om er meer dan een paar levens mee te verwoesten. Sterk blijven is de boodschap, vrienden.