Ik zocht naar locaties voor films die ik nooit maakte.
De lichtinval onder de brug was ideaal, hier konden de junkies zich ophouden. Niemand zag het toen ik over het spoor liep waar maar een keer per uur een goederentrein voorbijkwam. Het was met een missie dat ik het deed, hier moesten de wagons over de camera glijden. Ik trotseerde het roestige bordje met ‘Verboden de werf te betreden’ dat er al jaren hing om boven op de berg zand het perfecte beeld vanuit de lucht te hebben. Ooit waren er funderingen gelegd en een paar stukken ruwbouw hadden de jaren overleefd. Deze plek had ik nodig voor een spookverhaal, wist ik toen ik door de ruïne struinde. Het gekrijs dat je hoorde waren geen parende katten, maar vervloekte bouwvakkers die stikten in het beton.
De brug is intussen vervangen door een nieuwe, zonder perfecte lichtinval. Het oude goederenspoor is nu een fietspad. Op de plek van de werf verrijst een winkelcentrum. In mijn hoofd zie ik nog steeds de films die ik er nooit draaide.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.