Er bestaat geen oprechte vrede in de wereld. Dat besef kwam langzaam, maar het werd duidelijker naarmate ik ouder werd. Het is de stilte na de storm. De les die muziek me, zonder woorden, leerde. Er zijn dagen dat de waarheid doorsijpelt in onverwachte momenten — zoals die ijskoude ochtend in maart. De lucht prikte aan mijn wangen en de geur van natte aarde kondigde een lente aan die nog niet zichtbaar was. De takken trilden in een bries die te kil was om geruststellend te voelen. Ik was acht en zonder besef van wat me die ochtend te wachten stond. Mijn voeten bungelden boven de vloer terwijl ik op een te grote stoel zat. Toen begonnen de eerste noten van Vivaldi’s De lente en veranderde alles.
Die muziek. Ik wist niet wat ik hoorde, begreep de klanken niet, maar het was alsof een deur openging, een deur die ik nog niet had durven openen. Mi groot — helder en hoopvol, maar ook doordrenkt van een waarneming dat ik later als melancholie zou herkennen. Die noten waren niet zomaar geluiden. Ze waren een verhaal. Een geheim in klanken, dat ik voelde, maar nog niet begreep.
Toen ik die avond aan mijn moeder vroeg: – Hoe kan muziek… zó voelen? – Stopte ze midden in de afwas. Ze draaide zich naar me om, haar handen nog nat van het sop. Ze keek door het raam, waar de avond langzaam verdween in een blauw dat bijna zwart was.
– Vivaldi schildert niet alleen de lente, – zei ze. – Hij legt vast wat onzichtbaar is. Wat je voelt, maar nooit hebt kunnen zeggen. –
Pas jaren later begreep ik wat ze echt bedoelde. Mi groot is als een sneeuwklokje dat zich door de bevroren aarde wurmt, fragiel, maar met vastberaden kracht. Het weerspiegelt de spanning van de lente, die probeert te ontsnappen aan de kou van de winter. Het belichaamt het paradoxale van een lente die nog worstelt met de kou van de winter. Die spanning fascineerde me. En zonder dat ik het wist, werd mi groot een sleutel tot hoe ik de wereld zag.
Als tiener ontdekte ik Nulla in Mundo Pax Sincera. De serene opening bood me een belofte van vrede te geven, maar die vrede was nooit eenvoudig. Het stuk zingt over schoonheid, maar ook over haar broosheid. De zang is als een ademhaling: kwetsbaar, haast breekbaar, maar toch vol kracht. Op donkere dagen luisterde ik naar dat stuk alsof het een baken was. Ik herinner me een specifieke avond. Mijn handen trilden van frustratie omdat ik de indruk had dat ik nergens paste. Terwijl de muziek speelde, voelde ik een vreemde troost. Alsof het zei: Dit gevecht is niet voor niets. De pijn hoort erbij, en dat is oké.
Gaandeweg verloor ik die verbinding. Toen ik mijn twintigste naar de andere kant van de wereld verhuisde, veranderden mijn dagen in een eindeloze draaikolk van verplichtingen, mislukking, en een groeiend gevoel van leegte. Het voelde alsof ik mij niet herinnerde wie ik was, of waar ik naartoe moest. De elektrische piano in de hoek van mijn studio werd langzaam een opslagplaats kleding.
Ik herinner me die zondag nog goed, de regen tikte ritmisch tegen de ramen, alsof de wereld buiten zichzelf in de druppels verloor. Ik zat in mijn kleine studio, omringd door de stilte, mijn gedachten verdwaald als bladeren in de wind. Maar toen het geluid van Vivaldi begon te spelen, viel alles stil. Het was alsof de wereld om me heen ophield te bestaan, en ik alleen nog maar kon luisteren. De sprankelende opening raakte een diepere gevoeligheid in me die ik vergeten was. Een deel van mezelf dat ik verloren had in de chaos van tijdsdruk en verwachtingen. Voor ik het wist, zaten mijn vingers op de toetsen van de piano. Ik speelde mi groot, aarzelend maar vastberaden, en het voelde alsof ik een gesprek hervatte met een oude vriend.
Mi groot leerde me een waardevolle les: wedergeboorte is geen schone lei. Het is leren leven met je littekens, terwijl je toch blijft groeien. Het is als de eerste zonnestraal na dagen van regen. Niet perfect, maar warm genoeg om je hoop terug te geven.
De kracht van mi groot zit in haar balans. Ze is helder, maar niet naïef. Hoopvol, maar niet blind. Als je goed luistert, hoor je de melancholie in de harmonie. Het is het geluid van de lente die nog niet zeker weet of ze kan blijven, maar het toch probeert. Deze sensatie is een spiegel voor het leven zelf: de vreugde die alleen maar intenser voelt door de pijn die eraan voorafging.
Toen ik dertig werd en mijn eigen appartement had, kocht ik een vleugelpiano piano. Niet om concerten te geven, maar om weer verbinding te maken met dat deel van mezelf. Elke ochtend speel ik de grote toonladder van mi als een manier om te mediteren. Het is een ritueel dat me herinnert aan waar ik vandaan kom en waar ik heen wil.
Op een van die ochtenden, voordat ik begon met mijn vingergymnastiek, herontdekte ik Nulla in Mundo Pax Sincera. Nu begreep ik de betekenis van de woorden die ik als tiener had gevoeld, en voelde ik de waarheid in die ene zin. In de stilte van de muziek vond ik wat ik al die tijd had gemist: een gewaarwording van vrede dat niet puur was, maar geworteld in de erkenning van de pijn die ik met me meedroeg.
Mi groot is meer dan een toonaard. Het is een toon die me herinnert dat het leven een cyclus is: elke winter draagt zijn eigen lente in zich. Dat elke winter een lente brengt, maar ook dat elke lente een winter in zich draagt. Het leert me dat schoonheid niet zit in perfectie, maar in veerkracht. In de kracht om op te staan en opnieuw te beginnen, keer op keer.
Misschien is dat de grootste gave van muziek: dat het ons helpt te zien wie we werkelijk zijn. Voor mij is mi groot een spiegel die niet alleen mijn littekens uitbeeldt, maar ook de kracht waarmee ik ze draag. Het is de toonaard van hoop, van veerkracht en van het leven zelf.
Mephis (aka) Evelyn Mérida