Mijn hunkering knoopt zijn jasje dicht.
Slordig voor een man.
Een vrijgezel in een snoepwinkel.
Ik kan omdat ik weet.
De verlangens, inmiddels neergeschoten, zijn erbij gaan zitten.
Ze hebben een bizar idee.
De beweging til ik op.
Ik heb gewonnen.
De dingen doen drie eeuwen niks.
Alle ongenoegen, van kop tot teen, wacht genadeloos.
Na een minuut of vijf ging mijn piemeltje acteren.
Het zat er niet in.