Na drie dagen dood in bed te liggen, besluit ik een paar berichten te beantwoorden. Intussen laat ik het bad vollopen met nieuw leven en controleer de temperatuur met mijn voeten.
Iemand die weken geleden vroeg wanneer ik naar zijn nieuwe gordijnen kom kijken stuur ik dat ik onderweg ben. Ik slik alle soorten vitaminen die ik in de badkamer kan vinden, en van elke soort een stuk of vier omdat ze al lang over datum zijn, net zoals mijn gezicht en het gezicht dat er ooit was tussen mijn benen.
Hij weet niet dat het een poging tot een comeback is dus na het bad steek ik mijn haar op tot het past met mijn hoerig rode lippenstift. Ik koop een fles champagne om mezelf te presenteren als fris en bruisend.
Als ik aan de overkant van zijn straat geparkeerd sta, zie ik door het donker in de straat alleen zijn raam met licht dat enkel van langs binnen zijn gordijnen zal tonen. In mijn achteruitkijkspiegel lijk ik wel een pas uit de kast gekomen travestiet. Hij zal zien dat het me moeite gekost heeft en ik hoop dat hem dat zal afschrikken om té persoonlijke vragen te stellen. Ik stap uit en beloof mijn wagen snel terug te zijn.
We zitten in zijn zetel en ik probeer me te herinneren hoe de vriendschap ooit was ontstaan. We doen alletwee onze sokken uit en plots herinner ik me terug alles. Terwijl hij vertelt over zijn nieuwe verwarming krijg ik koud door zijn pezige voeten die steeds dichterbij komen. Zou hij de temperatuur van mijn aanwezigheid willen controleren? Zijn voeten lijken op de bovengrondse wortels van de Bonzaï-boom naast zijn tv. Ik vraag me af waarom de voeten van mannen er altijd uitzien alsof ze al drie dagen dood zijn.
Opweg naar mijn auto zwaait hij me uit vantussen zijn nieuwe gordijnen en ik zwaai terug om hem samen met mijn dode ik voor de laatste keer vaarwel te zeggen.