Er is een duif in de wassalon.
Ze lijkt vast beraden
Er te blijven,
Laat zich niet naar buiten drijven,
Waar het keihard aan het regenen is.
Ik wil mijn was proper en droog hebben.
Zonder duif erbij.
Want ik vindt dat nogal vieze beesten.
Een jongeman staat aan de deur wiet te roken
En negeert de duif compleet,
Net zoals een jonge vrouw.
En even vraag ik me af,
Of de duif echt bestaat.
Er komt een jonge man binnen
Die helemaal enthousiast is over de duif.
Hij komt uit Syrië en had daar veel duiven
Toont me foto’s van toegegeven mooie duiven op zijn gsm.
Even schaam ik me
Voor mijn luxe probleem van duivenvrees
Die jonge man is maar vier jaar in België
En was ervoor al een jaar in Duitsland,
Mijn heimatland,
Waar men hem vaak als ‘Ausländer’ uitgescholden heeft.
Ik schaam me nog meer.
Hij lijkt jonger dan twintig jaar
En heeft al zo vroeg in zijn leven
Zijn land moeten verlaten.
Ineens heb ik ook geen probleem meer
Met die duif in de wassalon.